Moeders die tijdens de zwangerschap worden blootgesteld aan fijnstof hebben een vergrote kans op een baby met een laag geboortegewicht. Bij elke stijging van 5 microgram per kubieke meter lucht, neemt de kans op een geboortegewicht van minder dan 2500 gram met 18 procent toe. Dat blijkt uit grootschalig Europees onderzoek.
De onderzoekers verzamelden gegevens van ruim 74.000 zwangere vrouwen in 12 verschillende landen. Ook werd met behulp van modellen een schatting gemaakt van de concentratie fijnstof op het woonadres van de vrouwen. “Bij zo’n grootschalig onderzoek is het niet mogelijk om bij elke vrouw thuis de concentratie fijnstof exact te gaan meten”, vertelt Ulrike Gehring. Zij is werkzaam als milieuepidemioloog aan de Universiteit Utrecht en was als een van de hoofdonderzoekers betrokken bij de Europese studie.
“Daarom startten wij in 2008 een meetcampagne. Per land bepaalden we op 40 verschillende plekken de concentratie fijnstof, stikstofdioxide (NO2) en roetdeeltjes, gaat Gehring verder. “Aan de hand van een voorspellingsmodel maakten we vervolgens kaarten met de concentraties op de woonadressen van de zwangere vrouwen. We zagen grote verschillen tussen landen. In Noorwegen en Zweden is er bijvoorbeeld veel minder luchtverontreiniging dan bij ons in Nederland en in Hongarije en Italië liggen de concentraties juist hoger. Ook binnen landen zijn er verschillen te zien, en dan met name tussen de stad en het platteland. Maar zelfs binnen steden is de hoeveelheid luchtverontreiniging niet overal hetzelfde. In de buitenrand van een stad zijn de concentraties over het algemeen lager dan in het centrum.”
Zuurstof en voedingsstoffen
Een laag geboortegewicht, in dit geval een geboortegewicht van minder dan 2500 gram bij een zwangerschapsduur van tenminste 37 weken, kan vele oorzaken hebben. Roken van de moeder is een hele belangrijke risicofactor voor een laag geboortegewicht. Maar daarnaast kan bijvoorbeeld ook de nationaliteit een rol spelen. Kinderen uit Zuid-Europa zijn bij de geboorte nu eenmaal vaak wat kleiner dan Westerse kinderen. En ook eerstgeborenen zijn vaak wat lichter dan hun broertjes en zusjes die later volgen. Gehring: “Wij hebben met al dit soort factoren rekening gehouden en komen dan tot de conclusie dat in gebieden met veel fijnstof vaker kinderen met een laag geboortegewicht ter wereld komen.”
“Hoe het inademen van fijnstof leidt tot een laag geboortegewicht is niet helemaal zeker. Maar waarschijnlijk is het mechanisme te vergelijken met wat er gebeurt als een moeder rookt”, zegt Gehring. “Vanuit experimenteel onderzoek weten we wel dat fijnstof kan zorgen voor ontstekingen in de longen en in de baarmoeder. Ook kan de bloeddruk iets stijgen bij luchtverontreiniging. De moeder hoeft hier niets van te merken, maar het kan er wel voor zorgen dat de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de baby net iets minder is.”
22 procent minder baby’s met ondergewicht
De belangrijkste vraag is in hoeverre dit kwaad kan. Is het erg dat er in gebieden met veel fijnstof lichtere kinderen worden geboren? “Sommige kinderen met een laag geboortegewicht hebben later in het leven meer kans op ziekte. Zij hebben een iets lagere longfunctie en zijn daarom wat gevoeliger voor bijvoorbeeld een allergie of astma. Maar ik denk dat het ook van belang is om te communiceren dat er met heel veel kinderen met een laag geboortegewicht niks aan de hand is”, aldus Gehring.
Dat betekent volgens de onderzoekers echter niet dat het effect van fijnstof verwaarloosbaar is. Vrijwel iedereen wordt blootgesteld aan enige vorm van luchtvervuiling en deze blootstelling is, in tegenstelling tot roken, geen vrije keuze. Daarom zien de onderzoekers de toelaatbare grens voor fijnstof graag omlaag gaan van 25 naar 10 microgram per kubieke meter lucht. Die daling kan volgens hen jaarlijks zorgen voor 22 procent minder baby’s met ondergewicht.