Een blauwe knikker, zo zien astronauten de aarde vanuit de ruimte. Tegelijk zien ze hoe kwetsbaar die wereld is: slechts een dunne atmosfeer beschermt ons tegen een verder onleefbaar heelal. Met een nieuw besef keren ze als wereldverbeteraars terug op aarde. Hoe kunnen jij en ik datzelfde ‘overzichtseffect’ beleven, met beide benen op de grond?
Kerstavond, 1968. De astronauten van Apollo 8 zijn als eersten in de geschiedenis van de mens bezig met hun baan om de maan. Terwijl astronaut William Anders foto’s neemt van het maanoppervlak, valt zijn blik plotseling op een lichtpuntje aan de horizon: ‘Oh mijn god, moet je dat plaatje daar zien’, roept hij tegen zijn reisgenoten. ‘De aarde komt op. Wow, wat is dat mooi!’ Als een blauwe bol vol wervelende wolken doemt de aarde op vanachter het levenloze grijs van de maan, omgeven door een gitzwart heelal. De historische foto staat bekend als Earthrise.
Jaren later blikte Anders terug op dat moment: ‘Ik werd onmiddellijk bijna overweldigd door de gedachte: hier zijn we helemaal naar de maan gekomen, en toch is het belangrijkste wat we zien onze eigen thuisplaneet, de aarde.’ De foto stond mede aan de wieg van de wereldwijde milieubeweging.
Wat Anders beschrijft, staat bekend als het overview effect (overzichtseffect), een besef dat veel astronauten hebben als ze de aarde zien vanuit de ruimte. “Het gaat om een overweldigende ervaring”, vertelt Femke van Horen, marketingonderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Astronauten krijgen een groter besef van de schoonheid en kwetsbaarheid van de aarde, en een sterker gevoel van verbondenheid met de natuur – vooral als ze hun eigen land kunnen zien in het groter geheel van de aarde.”
Vaak zetten astronauten zich na terugkomst in voor duurzaamheid, natuur en klimaat. Van Horen onderzoekt of het overzichtseffect ook de mens op aarde tot nieuw inzicht en duurzamer gedrag kan brengen. Stel je voor dat iedereen dat effect kan ervaren, dan hebben we in rap tempo een duurzame samenleving.
Virtuele ruimtereis
Iedereen net als de Apollo-astronauten daadwerkelijk het overzichtseffect laten ervaren in de ruimte is onmogelijk, voor de meesten onbetaalbaar en bovendien slecht voor het klimaat. Een raketvlucht stoot minstens 75 ton kooldioxide uit per passagier; dat is meer dan iemand uit de armste miljard mensen op aarde in zijn hele leven uitstoot. Als we alle acht miljard mensen op ruimtereis sturen, lanceren we 600 gigaton CO2 in de atmosfeer: ongeveer zestien keer zoveel als de wereldwijde uitstoot vorig jaar. Van Horen kijkt daarom met collega’s van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam of je het overzichtseffect ook met een virtuele ruimtereis kunt nabootsen. Ze werkt daarbij samen met de bedrijven Circular Leadership en EarthScapeVR, die met een virtual reality-ervaring (VR) mensen trainen in duurzaam leiderschap.
De VR-video van EarthScapeVR duurt een uur, maar Van Horen en collega’s gebruiken een ingekorte video van zeven of vijftien minuten voor systematisch onderzoek. De proefpersonen krijgen een virtual reality-bril op en kijken naar de 180 graden-video. De video begint met een beeld dat lijkt op Earthrise, vertelt Van Horen. “Als deelnemer zie je eerst de aarde opkomen vanachter de maan. Daarna reis je langzaam door de ruimte. Eerst zie je Europa van dichtbij, daarna zoom je uit en maak je een baan rondom de aarde. Dan valt de duisternis over de aarde en zie je de lichtjes. Uiteindelijk zoom je steeds verder uit, tot je de aarde als een pale blue dot ziet.” Ze verwijst daarmee naar een andere historische foto, genomen in 1990 door ruimtesonde Voyager 1 op zes miljard kilometer van de aarde. Onze planeet is daarop slechts een stipje, een ‘stofvlok zwevend in een zonnestraal’, zoals de Amerikaanse astronoom Carl Sagan het verwoordde.
Meer dan een BBC-natuurfilm
Na de VR-ervaring maakten de deelnemers kans om 25 euro te winnen. Ze kregen de vraag hoeveel ze daarvan zelf zouden houden en hoeveel ze zouden doneren aan Natuurmonumenten. Deelnemers die de korte VR-video van zeven minuten zagen, doneerden evenveel als proefpersonen in twee controlegroepen, die ofwel woordpuzzels over de ruimte oplosten of een VR-video van sterren in het heelal zagen zonder de aarde. Zagen deelnemers de langere VR-video van vijftien minuten, met bovendien muziek en een voice-over, dan waren proefpersonen echter bereid meer te doneren aan de natuurorganisatie dan proefpersonen in alle andere groepen, en voelden ze zich sterker verbonden met de natuur.
Die langere VR-video klinkt als een meeslepende BBC-natuurdocumentaire met de vriendelijke stem van David Attenborough, maar volgens Van Horen doet VR meer dan dat. “Het is alsof je daar op dat moment staat en echt een ruimtereis maakt. Met de VR-bril op kun je 180 of 360 graden rondkijken, je één voelen met de wereld om je heen. Daarnaast is de ruimtereis zelf belangrijk. Pas als we langzaam uitzoomen vanaf de aarde, voelen we dat we er onderdeel van zijn. Je gaat je als mens nietig voelen.” Hoe verder we van de aarde zijn verwijderd, hoe sterker dus de connectie met de natuur, als een kosmische variant van heimwee.
Gedragsverandering
Donaties aan Natuurmonumenten zijn mooi, maar daarmee is het klimaat nog niet gered. De proefpersonen aten nog evenveel vlees en zuivel in de zeven dagen na de VR-video. “Voor gedragsverandering is de VR-ervaring te kort en eetgedrag te complex”, meent Van Horen. Astronauten die het echte overzichtseffect hebben ervaren, gaven in interviews aan dat ze zich na die ervaring meer zijn gaan inzetten voor het milieu, bijvoorbeeld door meer te recyclen en energie te besparen. “Maar dit kan ook komen door andere ervaringen in de ruimte”, merkt Van Horen op. “Met deze interviews kun je geen causaal verband vaststellen. Het echte overzichtseffect in de ruimte heeft ongetwijfeld veel meer impact, en er spelen extra factoren een rol. Als astronaut beleef je het moment bijvoorbeeld met andere astronauten; je praat erover met elkaar.”
Bovendien vliegt een astronaut op het internationale ruimtestation ISS elk anderhalf uur rond de aarde, en kan elke nieuwe aanblik het overzichtseffect versterken. Onze eigen André Kuipers zag in 2004 vanuit het ISS hoe flinterdun de dampkring was die het leven op aarde mogelijk maakt, alsof hij ‘het zo weg kon blazen’. Terug op aarde had hij een nieuwe missie: mensen laten zien hoe mooi en kwetsbaar de aarde is. Hij werd datzelfde jaar nog ambassadeur voor het Wereldnatuurfonds.
Misschien verwachten we te veel van een virtuele ruimtereis om ons gedrag te veranderen. Van Horen vindt het echter nog te vroeg voor die twijfel. “We moeten nog achterhalen welke aspecten cruciaal zijn om gedragsverandering te veroorzaken. Astronauten die vanuit de ruimte bosbranden zien, reageren emotioneel op wat we als mensen de aarde aandoen. Dat gevoel kan het virtuele overzichtseffect zeker teweegbrengen. Het kan mensen bewuster maken van onze kwetsbaarheid: we hebben echt maar één aarde. Dat heeft misschien niet meteen effect, maar kan op langere termijn of als het vaker gedaan wordt meer impact hebben.”
Terugblik
De Apollo-astronauten schreven ruim zestig jaar geleden niet alleen geschiedenis door vooruit te kijken naar de maan, maar ook door letterlijk terug te blikken op de aarde: voor hen lag het avontuur, achter hen een veilig, maar ook kwetsbaar thuis. De Earthrise-foto van Apollo 8 bracht mede de milieubeweging op gang. Inmiddels kan iedereen via virtual reality in de voetsporen treden van de Apollo-astronauten en de maanmissie van John F. Kennedy. Hopelijk leidt dat ertoe dat iedereen zich wil inzetten voor duurzaamheid, natuur en klimaat, want zoals astronaut William Anders zei op weg naar de maan: onze eigen thuisplaneet is het belangrijkst.