Naar de content

Embryo-onderzoek: wat mag wereldwijd?

Hoe wet- en regelgeving verschilt per land

Schaakbord
Schaakbord
Stijn Schreven

In sommige Europese landen bestaat inmiddels een ruimere wetgeving voor embryo-onderzoek dan in Nederland. En ook buiten Europa is embryo-onderzoek onder bepaalde voorwaarden toegestaan.

16 oktober 2024

Onderzoek met menselijke embryo’s kan onder andere meer inzicht geven in het ontstaan van bloed-, hart- of spierziekten of onvruchtbaarheid. Met die kennis kunnen wetenschappers behandelingen verbeteren. Maar het roept ook moeilijke ethische vragen op: hoever mogen we gaan in onze zoektocht naar medische vooruitgang? Elk land heeft daar zo zijn eigen ideeën over. In dit artikel kijken we naar de verschillende regels rond embryo-onderzoek wereldwijd.

Kweekverbod

In Nederland wordt embryo-onderzoek gereguleerd door de Embryowet. Deze wet staat wetenschappers toe om onderzoek te doen met embryo's, maar alleen onder strikte voorwaarden. Wetenschappers mogen alleen restembryo's – embryo's die overblijven na een ivf-behandeling – gebruiken, mits de ouders toestemming geven. Het is in Nederland verboden om embryo’s speciaal voor onderzoek te kweken.

Toen de wet in 2002 van kracht werd, waren de regels in de meeste Europese landen strenger. Tegenwoordig zijn er Europese landen met een ruimere wetgeving dan Nederland: het Verenigd Koninkrijk, België, Zweden en Finland. In deze landen mogen embryo’s onder strikte voorwaarden speciaal voor wetenschappelijk onderzoek worden gemaakt.

Ook buiten Europa zijn er landen waar het speciaal kweken van embryo’s voor onderzoek onder bepaalde voorwaarden is toegestaan, bijvoorbeeld in (sommige staten van) de Verenigde Staten, Zuid-Korea, Singapore en China.

In Nederland staat het kweekverbod momenteel ter discussie. In 2023 dienden VVD en D66 een wetsvoorstel in om het maken van embryo's voor onderzoek mogelijk te maken. Als dit voorstel wordt aangenomen, kan er meer onderzoek worden gedaan naar de vroege ontwikkelingsstadia van een embryo.

Tegenwoordig zijn er Europese landen met een ruimere wetgeving dan Nederland: het Verenigd Koninkrijk, België, Zweden en Finland.

Wikimedia, Alexrk2 via CC-BY-SA-3.0

Veertiendagengrens

De veertiendagengrens is een regel die in verschillende landen wordt gehanteerd voor onderzoek met menselijke embryo's. Deze grens betekent dat embryo's die voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, niet langer dan 14 dagen na bevruchting in leven mogen worden gehouden. Na deze periode moeten de embryo’s worden vernietigd. In landen zoals Nederland, België, China, het Verenigd Koninkrijk en Spanje is deze grens wettelijk vastgelegd.

De limiet van 14 dagen werd om verschillende redenen gerechtvaardigd. Ten eerste: de primitieve streep (een langwerpige streep op het midden van een embryo, red.) verschijnt rond de 14 dagen. Vanaf dat moment kan het embryo zich niet meer splitsen. Sommige wetenschappers zien dit als het begin van de individualisering van het embryo. Ten tweede: toen de regel werd opgesteld, was het technologisch niet mogelijk om menselijke embryo’s langer dan 14 dagen in leven te houden in het lab, waardoor de grens geen beperking voor onderzoek vormde.

Inmiddels lukt het onderzoekers wel om embryo’s tot 14 dagen in leven te houden buiten de baarmoeder. Daarom wordt de veertiendagengrens nu ter discussie gesteld. Onlangs adviseerde de Nederlandse Gezondheidsraad om de veertiendagengrens op te rekken naar 28 dagen. Of dit daadwerkelijk gaat gebeuren, staat nog ter discussie.

Strengere wetgeving

In Zwitserland geldt een strengere grens van zeven dagen. Daar mogen menselijke embryo’s niet gebruikt worden voor onderzoek, behalve om embryonale stamcellen te winnen. Dit zijn cellen die nog tot alle andere soorten cellen kunnen uitgroeien. Deze stamcellen kunnen uit embryo’s worden gehaald die jonger zijn dan zeven dagen. Door een grens van 7 dagen in te stellen, staat Zwitserland wel toe dat stamcellen uit vroege embryo’s worden gehaald, maar wordt ander onderzoek met embryo's beperkt.

Er zijn ook landen waar de beperking op het in leven houden van embryo’s voor onderzoek niet wettelijk is gereguleerd, zoals Frankrijk en Brazilië. In de Verenigde Staten en Israël komt de veertiendagengrens wel voor in wetenschappelijke richtlijnen, maar er wordt niet naar verwezen in federale of staatswetten. In de Verenigde Staten krijgen wetenschappers geen financiering van de federale overheid voor onderzoeken waarbij embryo’s worden gecreëerd of vernietigd (dit is vastgelegd in het Dickey-Wicker-amendement). In plaats daarvan is veel onderzoek afhankelijk van de privésector en de regels kunnen per staat verschillen.

Aan de andere kant van het spectrum zijn er landen waar al het onderzoek met menselijke embryo’s verboden is. Dit geldt voor Duitsland, Italië, Rusland, Turkije en Oostenrijk. In deze landen mogen wetenschappers geen enkel onderzoek doen met embryo’s, ook niet met restembryo’s die overblijven na ivf-behandelingen. Voorstanders van dit strikte verbod vinden dat embryo’s bescherming verdienen en niet mogen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.

Bronnen

Matthews, K. R., & Moralí, D. (2020). National Human Embryo and Embryoid Research Policies: A Survey of 22 Top Research-Intensive Countries. Regenerative Medicine, 15(7), 1905–1917. https://doi.org/10.2217/rme-2019-0138

Advies Gezondheidsraad: De veertiendagengrens in de Embryowet (2023).

Hoe denk jij over embryowetgeving?

ReactiesReageer