Naar de content

Embryo-modellen verhogen zorgdruk

Embryo-modellendebat: druk op zorg

Stijn Schreven

Wetenschappers hopen dat onderzoek met embryo-modellen de zorgdruk en zorgkosten in Nederland zal verminderen. Maar wat als het tegenovergestelde gebeurt?

23 december 2024
Serie: Embryo-modellendebat

Onderzoek op menselijke embryo’s is in Nederland maar heel beperkt toegestaan. Daarom maken onderzoekers modellen van een embryo in het lab, ontwikkeld uit bijvoorbeeld huidcellen van een volwassen mens. Zo hopen ze meer te leren over de allervroegste menselijke ontwikkeling, hoe erfelijke ziektes ontstaan en waarom sommige vrouwen niet zwanger kunnen worden. Sommige embryo-modellen die in het lab gemaakt worden, gaan steeds meer op echte embryo’s lijken. Wat vinden Nederlanders ethisch gevoelig bij onderzoek naar embryo-modellen en welke waarden en argumenten spelen daarbij een rol? In deze serie bespreken we 14 veelgehoorde argumenten voor en tegen het kweken van verschillende embryo-modellen voor onderzoek. In deze aflevering een tegenargument: embryo-modellen verhogen de zorgdruk.

Onderzoek met embryo-modellen klinkt als dé oplossing voor veel medische vraagstukken. Stel je voor: behandelingen voor zeldzame genetische aandoeningen, betere ivf-resultaten, en minder menselijk lijden. Daardoor zal de zorgdruk in Nederland lager worden, zo luidt de hoop. Maar hoe mooi dit ook klinkt, er zit een paradoxale kant aan die vaak over het hoofd wordt gezien. Dit heet de Jevons-paradox. Embryo-modellen kunnen de zorgsector onder druk zetten - en dus niet minder, maar meer kosten met zich meebrengen.

Jevons-paradox

De Jevons-paradox houdt in dat technologische verbeteringen, bedoeld om een probleem op te lossen, vaak juist leiden tot méér gebruik van wat ze beogen te besparen. Een klassiek voorbeeld is energie-efficiëntie: wanneer apparaten minder energie verbruiken, worden ze goedkoper in gebruik, waardoor mensen ze juist vaker gebruiken.

Bijvoorbeeld: toen brandstofzuinige auto's werden ontwikkeld, was het idee dat deze innovatie zou leiden tot minder brandstofverbruik en een kleinere ecologische voetafdruk. Het tegenovergestelde gebeurde: autorijden werd goedkoper, waardoor mensen meer kilometers gingen maken. Hierdoor steeg het totale brandstofverbruik in plaats van dat het daalde.

Wachtlijsten

In de zorg werkt dit principe vergelijkbaar. Stel je voor dat we dankzij embryo-modellen ziektes kunnen voorkomen en ivf-behandelingen efficiënter kunnen maken. Dat klinkt als vooruitgang, maar er ontstaat ook een nieuwe vraag. Hoe meer we kunnen genezen, hoe meer mensen toegang willen tot die oplossingen. Dit vergroot de druk op specialisten en ziekenhuizen, die al kampen met schaarste en lange wachtlijsten.

Het resultaat? Niet minder, maar méér zorgvraag. Bovendien kan de focus op high-tech medische oplossingen andere zorg onder druk zetten. Preventieve zorg gericht op een gezonde leefstijl krijgt daardoor mogelijk minder aandacht. En dat terwijl deze vormen van zorg juist cruciaal zijn voor een duurzame gezondheidszorg.

De Jevons-paradox laat zien hoe technologische verbeteringen vaak onverwachte neveneffecten hebben die het beoogde voordeel teniet doen of zelfs omkeren. Embryo-modellen lijken misschien een droomoplossing, maar ze kunnen ook leiden tot een zorgsysteem dat zichzelf overbelast.

Denk mee

Misschien spreekt dit argument je aan, misschien juist niet. Wat vaststaat is dat zodra een technologie veilig en breed beschikbaar wordt, het ethische speelveld verandert. Wat eerst optioneel leek, kan plotseling als moreel verplicht worden gezien. Denk bijvoorbeeld aan een effectieve behandeling die levens kan redden: het niet aanbieden daarvan zou voor veel mensen onacceptabel zijn. Daarom is het belangrijk om nu al stil te staan bij de vraag onder welke voorwaarden we onderzoek met embryo-modellen wenselijk vinden. Bij NEMO Kennislink kun je hierover in gesprek gaan met experts en andere geïnteresseerden. Wil je graag op de hoogte gebracht worden wanneer deze dialoog plaatsvindt, meld je dan aan via deze link.