Europa in tranen, angstige familieleden, verplicht binnenzitten: onderzoek doen tijdens een gezondheidscrisis is niet makkelijk. Toch probeer ik elke dag enthousiast aan mijn werk te gaan, en deze week heb ik weer iets interessants geleerd, over eerlijkheid.
Door het coronavirus zie ik mensen om mij heen worstelen met de nieuwe regels in het openbare leven. De een houdt zich er netjes aan, de ander heeft nog steeds niet begrepen dat hij/zij geen pak wc-papier voor de neus van een ander mag weggrissen, want: geen 1,5 meter afstand! Daarnaast, als je bijvoorbeeld gewend bent om met een groep vrienden elke week samen film te kijken, is het gewoon moeilijk om die traditie stop te zetten. De vraag is nu: hoe spreek je iemand aan op gedrag dat tegen de nieuwe regels ingaat? Hoe ga je je vrienden vertellen dat jullie beter niet samen film kunnen kijken wanneer de meerderheid van de groep zich niks van de waarschuwingen van Rutte aantrekt?
Aanspreken op gedrag
Ik kan altijd op mijn Romeinse collega’s rekenen om me antwoorden te geven op dit soort vragen. Crisistijd of niet, hun intelligente ideeën liggen klaar om opgepakt te worden. Op het moment lees ik een van mijn favoriete auteurs uit de oudheid: Plutarchus. Naast een mooie naam heeft deze man ook een mooie reputatie als diplomaat en als schrijver van tientallen boeken. Hij leefde tussen 45 en 120 na Christus en kwam uit de Griekse stad Chaeronea, vanwaar hij meerdere malen naar Rome reisde en een enorm netwerk aan contacten in de Romeinse wereld onderhield. Met name toen hij ouder en minder mobiel was geworden, begon hij te filosoferen over het leven en over de relaties die we hebben met anderen. Ook Plutarchus kende het probleem dat je iemand wilt aanspreken op zijn gedrag, maar niet goed weet hoe. Vriendschap, schrijft hij in het boek ‘Hoe je een vleier van een vriend moet onderscheiden’, verplicht je tot eerlijkheid naar elkaar. Over die eerlijkheid zegt hij het volgende:
“Vrij je mening uiten is iets vriendelijks en eerbiedigs, maar verwijten maken is egocentrisch en kleinzielig. Om die reden houden we van en bewonderen we personen die eerlijk hun mening zeggen, en minachten en beschuldigen we op onze beurt personen die verwijten lopen te maken.”
Eerlijkheid als medicijn
In Plutarchus’ ogen is eerlijkheid een soort medicijn, waarmee je het gedrag van je vrienden kunt corrigeren. (Het is voor hem vanzelfsprekend dat zij dat willen.) Alleen, als je eerlijk bent, moet je dat wel op een vriendelijke manier doen. Verwijten maken heeft namelijk geen zin, want dan zullen mensen in de verdediging schieten en niet naar je luisteren. Als je op een prettige wijze en zonder kritiek te leveren je vrienden aan kunt spreken op hun gedrag, zul je zelfs hun bewondering winnen.
Nu denk je misschien: ja, dag, dat had mijn moeder me ook wel kunnen vertellen. In het gunstige geval heb je inderdaad zo’n wijze moeder, maar Plutarchus werkt dit thema op een diepgaande manier uit.
Hij beschrijft allerlei situaties waarin mensen hun vrijheid van meningsuiting op een verkeerde manier gebruiken. Bijvoorbeeld door de persoon die zij willen corrigeren, belachelijk te maken, en net te doen alsof ze zelf alles goed doen. Ook beschrijft hij de situatie waarin iemand de ander terechtwijst ten overstaan van een groep mensen, wat iedereen zal zien als een manier om op te scheppen in plaats van eerlijkheid te tonen. Wat moet je dan wél doen? Twee adviezen van Plutarchus zijn denk ik extra waardevol in deze coronacrisis.
Het eerste gaat over eerlijkheid naar iemand die tegenslag heeft gehad of zich rot voelt. Er wordt een voorbeeld gegeven van een verbannen politicus, die zich miserabel voelt omdat hij niet meer aan het openbare leven kan deelnemen – vergelijkbaar met hoe wij ons nu tot onze huiskamers moeten beperken. Deze banneling wil geen kritiek horen, hij wil horen dat het eigenlijk allemaal zo erg niet is, en dat deze tegenslag ook positieve kanten heeft. Eerlijkheid verpakt in troostende woorden is wat we in deze situatie het liefste willen.
De tweede, volgens Plutarchus de beste methode, is om in plaats van een ‘ik-versus-jou’-perspectief een ‘wij’-perspectief aan te nemen, en zo jezelf te betrekken in de kritiek. Plutarchus geeft een voorbeeld uit Homerus’ Ilias, boek 11. De Grieken bevinden zich in een penibele situatie, want ze worden massaal ingemaakt door Hector, de Trojaanse prins. Gefrustreerd roept de held Odysseus naar zijn vriend Diomedes: “Zeg, Diomedes, zijn we soms vergeten hoe sterk we zijn?” In plaats van Diomedes te beschuldigen van zwakheid neemt Odysseus de helft van de verantwoordelijkheid op zich. Zo spoort hij hen beiden aan.
Ethiekles
Hoe kunnen we deze ethiekles toepassen op onze huidige situatie? Plutarchus’ vooronderstelling is dat jij als sociaal wezen niet alleen verantwoordelijk bent voor jezelf, maar ook voor je vrienden. Je wilt immers niet dat mensen die je dierbaar zijn, iets doen waarmee ze zichzelf of anderen kwetsen. Het is dus, volgens Plutarchus, je morele plicht om eerlijk je mening te uiten. Geef daarbij troost als je vrienden daar behoefte aan hebben, en ga uit van ‘wij’ in plaats van ‘ik’ en ‘jij’. Anders gezegd, erken dat je vrienden (of familie) het zwaar hebben en geef eerlijk aan dat ook jij het lastig vindt om met de nieuwe maatregelen om te gaan.
Ik wil niet zo ver gaan als Plutarchus door te zeggen dat we onszelf moeten zien als de dokters van de ziel van onze vrienden. Hij heeft echter wél een punt in het kader van de alom klinkende boodschap “zorg voor jezelf en voor elkaar”. Bestaat voor elkaar zorgen alleen uit dingen als boodschappen doen, oppassen of een “coronakaartje” sturen? Of ook uit anderen behoeden voor fouten waardoor ze hun gezondheid op het spel zetten? Misschien wordt die ander boos, misschien hebben ze juist bewondering voor je verantwoordelijkheidsgevoel en je zorgzaamheid. Als we nou allemaal Plutarchus’ advies ten minste één keer proberen op te volgen, dan komen we samen een heel eind.