Op welke leeftijd kinderen het beste geconfronteerd kunnen worden met een tweede moedertaal is nog punt van discussie; wel blijkt dat tweetaligheid op den duur alleen maar voordelen biedt. Zelfs de EU pleit daarom voor meertaligheid. Michael Clyne, professor in de taalkunde in Melbourne, stelt dat moedertaalsprekers van het Engels in het nadeel zijn omdat zij vaker ééntalig blijven.
De afgelopen weken berichtten diverse media over de voordelen van meertaligheid. Onderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel wees namelijk uit dat tweetalige kinderen sneller waren in het uitvoeren van bepaalde cognitieve taken dan hun ééntalige leeftijdsgenoten. Soortgelijke conclusies werden al in eerdere studies getrokken, maar op het moment is dit onderwerp weer actueel. Zelfs de Europese Unie pleit voor meertaligheid. De roep naar meertaligheid lijkt steeds groter te worden in onze multiculturele samenleving.
Jong geleerd, oud gedaan?
Al eerder bleek uit onderzoek onder tweetalige kinderen dat het beschikken over twee talen eerder voordelen biedt dan nadelen. In ieder geval zou tweetaligheid het proces van taalverwerving niet vertragen. In 2002 werden aan de Darmouth Universiteit in de VS tweetalige kinderen van verschillende leeftijden onderzocht. Vier groepen werden onderscheiden: een groep pasgeboren kinderen; kinderen van 2-3 jaar, 4-6 jaar en 7-9 jaar. De kinderen spraken verschillende combinaties van talen: Spaans en Frans, Frans en Engels, Russich en Frans en gebarentaal en Frans. De belangrijkste conclusie was: hoe hoger de leeftijd waarop het kind de tweede taal aangeboden krijgt, hoe moeilijker het is voor het kind om de taal volledig onder de knie te krijgen.
In een artikel in het AD van afgelopen zondag wordt echter iets anders beweerd. Volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet willen ouders kinderen zo jong mogelijk een tweede moedertaal leren, maar heeft het kind zelf hier nog helemaal geen behoefte aan. Vervaet: “Zorg dat die eerste moedertaal, de taal van de directe sociale omgeving, goed is verankerd en begin pas na de vierde verjaardag met een andere taal. Je zult zien dat een kind die tweede moedertaal razendsnel leert.’‘
Over de leeftijd waarop het kind de tweede taal zou moeten leren, bestaat dus nog verschil van mening. Over één ding is men het wel eens: kinderen zijn snel in het leren van talen, en of het nu één of twee talen leert maakt dus niet uit.
Tweetaligen denken sneller
Met het onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel werd aangetoond dat tweetalige kinderen tussen de 7.5 en 11 jaar sneller waren in aandachts-, taal- en rekentaken dan hun ééntalige leeftijdsgenoten. Daarbij werd ook nog eens een minder intense hersenactiviteit gemeten. De kinderen die van huis uit twee talen hadden meegekregen, presteerden beter dan de zogenaamde schooltweetaligen. Katrien Mondt, de uitvoerder van dit onderzoek, is daarom voor meertalig onderwijs, en liefst op zo jong mogelijke leeftijd. In Vlaanderen worden op het moment de mogelijkheden voor meertalig onderwijs onderzocht.
De taalkundige Michale Clyne, werkzaam van de universiteit in Melbourne, is zelf tweetalig opgevoed: thuis werd Engels en Duits gesproken. Verder spreekt hij nog Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds en Noors. Volgens hem ontwikkelen tweetalige kinderen een beter inzicht in hoe talen in elkaar zitten, bijvoorbeeld wanneer het gaat om de willekeurige relatie tussen woord en betekenis. Kinderen die zowel het woord bird als het woord vogel kennen voor een dier dat vliegt, zijn zich eerder bewust van de willekeurige woord-betekenis relatie.
Uit onderzoek van de universiteit in Toronto bleek dat tweetaligen eenzelfde voorsprong hebben bij het uitvoeren van bepaalde visuele taken, als spelers van computerspelletjes. Ook als het ging om “multitasking”, het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere taken, was deze groep in het voordeel. De proefpersonen die in hun vrije tijd computerspelletjes speelden scoorden hoog, maar als ze ook nog tweetalig waren bleken ze onoverwinnelijk.
Monolinguale attitude
In zijn boek Australia’s Language Potential beschrijft Clyne Australië als een land dat rijk is aan diverse talen: Mandarijn, Kantonees, Spaans, Hindi, Arabisch, Duits, Frans, Italiaans, Koreaans en Vietnamees behoren tot de meest gesproken talen in Australië. Desondanks heerst er een nogal “monolinguale atttitude”: Australiërs zien de noodzaak van meertaligheid nog niet in, en houden het daarom meestal bij het Engels. Bedrijfsleiders bijvoorbeeld lopen in hun talenkennis schrikbarend achter op de andere Engelstalige landen, Groot-Brittannië, de VS en Nieuw-Zeeland. Een probleem is vaak dat de scholen te weinig tijd hebben voor het talenonderwijs. Maar dat is onzin volgens Clyne: in Europese landen worden vaak wel twee of meer vreemde talen gedoceerd. Finse scholieren leren wel drie of vier talen op school.
Volgens Clyne zijn de Engelstaligen straks in het nadeel: Engels lijkt de wereldtaal te worden, en daarom worden Engelstaligen niet gestimuleerd andere talen te leren. Gebrekkige vaardigheden in andere talen, dragen meestal niet bij aan een beter begrip voor andere culturen. De overheid moet meertaligheid daarom vooral aanmoedigen, aldus Clyne.
zie ook:
- Nederlanders in EU-top met hun talenkennis
- Bilingual kids not slowed by second tongue (Eng.)
- Ewald Vervaet en zijn boek Groeienderwijs
- Samenvatting Groeienderwijs
- Wenst u een tweede moedertaal? (AD 19-02-2006)
- Laat allochtone ouders thuis hun eigen taal spreken
- Waarom leren kinderen makkelijker een taal?
- Tweetalige kinderen denken sneller na (De Standaard)
- Towards a bilingual nation (Eng.)
- Interview Michael Clyne over Australia’s Language Potential (Eng.)
- Better living through video games? (Eng.)
- Taal begint na zenuwrijping (NRC artikel)
- Vloeiend meertalig op je zesde verjaardag
Lees meer over taalverwerving op Kennislink:
- Jong geleerd.. (Kennislink artikel)
- Kindertaal: van brabbel tot onzin (Kennislink dossier)
- Meer talen op straat! (Kennislink nieuwsartikel)