In de zee drijft veel plastic. Je hebt vast wel eens gehoord van plasticsoep: de opeenhoping van plastic afval in de zee en oceaan. Maar plastic deeltjes blijven niet alleen drijven in de oceaan, ze spoelen ook aan op stranden. Of ze zinken naar beneden. Tijd dus voor meer aandacht voor al het plastic dat niet in zee drijft. Plasticsoep en… plasticnoedels!
“Aah, dus jij doet onderzoek naar de plasticsoep?”, krijg ik vaak te horen wanneer ik vertel over mijn promotieonderzoek. Ik kijk inderdaad naar plastics in de oceanen. Bijna iedereen kent inmiddels wel het fenomeen van de plasticsoep. Het is een erg tot de verbeelding sprekend probleem. Het roept bij veel mensen beelden op van letterlijke plastic eilanden die in het midden van de oceaan drijven. In het midden van de oceanen zijn inderdaad gebieden waar veel plasticdeeltjes bij elkaar komen door de zeestromingen.
Wetenschappers schatten dat er tot wel 50 biljoen deeltjes in de oceanen drijven, die bij elkaar zo’n 200 miljoen kilogram wegen 1. Maar de plasticsoep is maar éen deel van het probleem: plastic deeltjes blijven niet alleen drijven in de oceanen, maar spoelen ook aan op stranden of zinken naar beneden. Is het terecht dat er zoveel aandacht is voor de plasticsoep?
Ver weg op de Atlantische Oceaan
Afgelopen december ben ik naar de plasticsoep in de Atlantische Oceaan gevaren. Hier keken we hoeveel plastics er in het water drijven. Naar schatting drijven er in de Atlantische Oceaan op de meest vervuilde plekken ongeveer 1,000,000 plastic deeltjes per vierkante kilometer. Dit komt erop neer dat er ongeveer 1 plastic deeltje te vinden is op elke vierkante meter.
In de onderstaande foto zie je wat van die plasticdeeltjes die we in de Atlantische Oceaan vonden. Deze filterden we uit het water met een soort schepnet dat naast de boot hing. De deeltjes die je hier ziet zijn afkomstig van ongeveer 1,000 vierkante meter oceaanwater. Je ziet veel witte plastic fragmentjes van enkele millimeters groot, en witte en blauwe plastic draden die waarschijnlijk afkomstig zijn van visnetten. Verder ontdek je veel bruine bolletjes: dit zijn gelukkig geen plastics, maar stukjes zeewier die ook in het net belandden.
Dichter bij huis: Texel
Erg vervelend natuurlijk, dat we zo veel plastics tegenkomen in het midden van de oceaan, waar verder geen mens te bekennen is. Maar ik denk dat het ook belangrijk is dichter bij huis te kijken. Een tijdje terug was ik op het strand van Texel nadat het flink had gewaaid. Relatief gezien vind je daar eigenlijk veel meer plastics dan in de beroemde plasticsoep! Doppen, visnetten, pakjes drinken, plastic kratten: er ligt van alles, en dat op een paar vierkante meter!
Laten we eens een eenvoudig rekensommetje maken. Stel, dat gele krat die je op de foto ziet heeft een plastic oppervlak van 1 vierkante meter. Dit krat blijft lang op het strand liggen, en brokkelt langzaam af in kleine plastic fragmentjes van 1 bij 1 millimeter. Hoeveel plastic fragmentjes zijn dit dan in totaal? En als we in de plasticsoep 1 deeltje per vierkante meter oceaan hebben, hoeveel oppervlak plasticsoep kunnen we bedekken met de fragmentjes die uit dit krat ontstaan?
Plasticsoep op het droge
Dit simpele rekensommetje is natuurlijk een vereenvoudigd beeld van de werkelijkheid. Maar het laat wel zien dat het de moeite waard is wanneer je plastic tegenkomt op het strand, en je langs een afvalbak komt, het even weg te gooien. Hiermee voorkom je dat het later verder uiteen brokkelt in kleinere stukjes, die mogelijk op een dag het midden van de oceaan bereiken. En of een plastic visnet nou op het strand ligt of in de zee drijft: dieren kunnen er in verstrikt raken.
Misschien is het goed een nieuw woord te bedenken voor de plastics die we vinden op het strand. Om in het thema van eten te blijven: ik vind de plastics die ik meenam van het strand in de onderstaande foto wel op noedels lijken. Heb je een meer catchy idee dan plasticnoedels?
1 Erik van Sebille et al 2015 Environ. Res. Lett. 10 124006: 10.1088/1748-9326/10/12/124006