Als historicus weef je een web van waarschijnlijkheid. Je puzzelt en speurt naar ‘de waarheid’, en je probeert feit van fictie te onderscheiden. Maar twijfel blijft: weten we ooit iets met zekerheid?
In mijn vorige blog vergeleek ik mijn werk met ‘Serial’, een podcast over een Amerikaanse moordzaak in 1999. Ik schreef dat ik het gepuzzel en het speurwerk rondom die moordzaak erg herkenbaar vond. Maar dat is niet het enige: de drang om achter ‘de waarheid’ te komen, en de frustratie wanneer dat niet lukt, zijn net zo herkenbaar. Want kun je die waarheid wel ooit achterhalen?
Misschien niet, is het antwoord. Het is zelden dat je met 100% zekerheid kan zeggen wat er gebeurd is. Dit geldt voor zowel historici als voor aanklagers in een moordzaak. Want wat doe je wanneer er geen expliciet bewijs is dat Jantje iemand vermoord heeft (bijv. een filmopname van het moment)? Dan verzamel je ander materiaal. Dan vertrouw je op ooggetuigenverslagen, op DNA-testen, op de aan- of afwezigheid van alibi’s. En van al die stukjes bewijsmateriaal weef je vervolgens een ‘web van waarschijnlijkheid’. In dat web zit, als het goed is, de waarheid verstrikt. Maar zeker weten doe je het niet.
Verschillende versies
Kijk bijvoorbeeld ’s naar ooggetuigenverslagen: om te weten wat er precies gebeurd is op aarde, op een specifieke plek en op een specifieke tijd, zijn verslagen van mensen essentieel. Zij kunnen je een dader geven, een tijdlijn, het hele verhaal of een belangrijke aanwijzing. Maar zulke verslagen zijn ook erg problematisch. Sommige mensen liegen namelijk. Of ze vergissen zich. Of ze weten het niet meer precies. En wanneer verslagen van elkaar verschillen, is het altijd de vraag welke je moet geloven… Een algemeen probleem in de geschiedwetenschap.
Een mooi voorbeeld is een Irakese brief uit de 8e eeuw v.C. De brief is geschreven door de kroonprins aan zijn vader de koning, en de kroonprins schrijft over een veldslag die net heeft plaatsgevonden. Ik citeer:
‘Aan de koning, mijn heer: uw dienaar Sennacherib,’ zo begint de brief. ‘De leider van Ukku heeft me dit bericht gestuurd: ‘De troepen van de koning van Urartu zijn volledig verslagen op zijn expeditie tegen de Cimmeriërs; elf van zijn gouverneurs zijn gedood, samen met hun troepen. Zijn generaal en twee van zijn gouverneurs zijn gevangen genomen. Hijzelf wist naar Mannea te vluchten.’
Dat lijkt een helder bericht. Maar dan volgen twee andere versies van dezelfde veldslag, versies die de kroonprins van twee andere mannen gehoord heeft. Volgens één van deze versies zijn drie (en niet elf) mannen gedood; volgens een ander is de koning van Urartu naar Wazaun gevlucht (niet naar Mannea), terwijl de derde claimt dat hij gewoon weer in zijn eigen land verkeert. Ook de kroonprins wist dus niet welke van de versies waar was. Waarschijnlijk wisten zijn informanten dat niet eens. En het is niet alsof ik het verhaal kan checken bij de koning van Urartu, die immers al 2700 jaar dood is. Sterker nog, zelfs als ik het aan hem zou kunnen vragen, hoe weet ik dan of hij liegt of niet?
Streven naar waarschijnlijkheid
‘Je kunt het niet zeker weten’, is het algemene antwoord. Dat geldt voor zowel de oudheid als voor de moderne tijd. Je komt erachter dat sommige dingen sowieso gebeurd moeten zijn en dat andere dingen sowieso niet kunnen kloppen; maar die twee extremen drijven in een enorm grijs gebied waar verder weinig over te zeggen valt. Om ‘Serial’ als voorbeeld te nemen: het meisje is sowieso vermoord, en het verhaal van de hoofdgetuige in de moordzaak klopt sowieso niet, maar wat er nou wel precies gebeurd is…
Dat is natuurlijk enorm frustrerend. Er zijn genoeg ideeën, vermoedens en meningen over wat er is voorgevallen, maar ‘de waarheid’ lijkt altijd net buiten handbereik. Op zulke momenten is het de kunst om je gewonnen te geven. Hoe verdacht je iemand ook vindt, of hoe mooi een bepaald verhaal wel niet lijkt: zonder bewijs moet je het laten gaan. Toegeven wat je niet weet is net zo belangrijk als delen wat je wel weet. Helaas wordt dat soms vergeten…
Dus bij deze: laten we de onzekerheid onder ogen zien. En vieren wat we een beetje denken te weten. Het is mogelijk dat zekerheid niet bestaat, maar ook ‘waarschijnlijkheid’ is iets om naar te streven. En in het web dat we daarmee weven, zit – hopelijk – iets wat ‘de waarheid’ is.