Vindingrijkheid is een handige eigenschap als wetenschapper, maar wat houdt het eigenlijk in?
Bij vindingrijkheid denken we vaak aan slimheid en verbeelding. Iemand die vindingrijk is komt vaak met een oplossing waar anderen minder snel aan denken. Maar om tot oplossingen te komen, moet je wel verder kunnen kijken dan het probleem zelf. Dat is ook heel belangrijk in de wetenschap, waar dingen regelmatig anders gaan dan verwacht.
Schimmel in een schaaltje
Een beroemd voorbeeld is de ontdekking van penicilline. In 1928 deed Alexander Fleming onderzoek naar een bacterie, Staphylococcus Aureus, die hij in kweekschaaltjes liet groeien. Toen hij terugkwam van een vakantie zat er een schimmel in zijn kweekje en de omringende groepen bacteriën waren dood gegaan.
Fleming had hiervan kunnen balen, om vervolgens het schaaltje weg te gooien en weer opnieuw te beginnen. Het tegenovergestelde gebeurde: in plaats van een probleem te zien, was Fleming juist geïnteresseerd in de schimmel. Niet lang daarna identificeerde hij penicilline als de werkzame stof die bacteriën kan doden. Deze ontwikkeling bleek van ongekend belang voor de gezondheidszorg en heeft vele mensenlevens gered.
In 2023, een krappe 100 jaar na de ontdekking van Flemming, kwam ik in Kalongo, een dorpje in het noorden van Oeganda. Kalongo kent geen supermarkten en de dichtstbijzijnde stad ligt op 70 kilometer afstand. Wel vind je er een markt, een rots (‘Kalongo rock’) en een ziekenhuis. Dat laatste was de reden van mijn bezoek.
In het Dr. Ambrosoli Memorial ziekenhuis onderzocht ik de besmettelijkheid van malariaparasieten. Dr. Ambrosoli Memorial Hospital Kalongo is in 1957 opgericht door Dr. Giuseppe Ambrosoli, een Italiaanse missionaris en arts. Ondanks de dood van Ambrosoli in 1987, heeft het ziekenhuis nog steeds nauwe banden met ziekenhuizen in Italië. Zo komen er jaarlijks meerdere Italiaanse studenten voor een artsen-stage bij het ziekenhuis terecht. Met deze studenten deelde ik een huis en keuken.
Blauwe container
Op een dag viel het me op dat we Nutella in huis hadden. Ik vroeg of ze dat helemaal vanuit Italië hadden meegenomen, maar ze verwezen me naar ‘de blauwe container’ in Kalongo. Ik kreeg het nummer van eigenaar Alfred en maakte een afspraak om langs te komen.
Op het eerste gezicht viel er weinig op, een klein winkeltje met een aanbod vergelijkbaar met de rest van het dorp. Toch beweerde Alfred dat hij alles had wat ik wilde hebben. Als echte Nederlander begon ik natuurlijk met ‘kaas?’. Een klein belletje naar de supermarkt in Gulu (ongeveer 200 kilometer verderop) en het was geregeld. De volgende dag kwam er een brommer voor mijn huis met de bestelde mozzarella, ik nam het aan alsof het een blokje goud was. Er volgden nog vele bestellingen van onder andere koffie, yoghurt, nutella, en hazelnoten, die door een misvatting als nootmuskaat werden bezorgd.
Later kwam ik terug bij de blauwe container en vroeg aan Alfred hoe hij op het idee van een bezorgservice was gekomen. Er is niet veel werk in Kalongo; hij had geld nodig. Het viel hem op dat er veel Italianen kwamen met andere voedselwensen. Hij had een contact in de supermarkt in Gulu, dus het businessmodel was snel opgezet. Het concept was uitstekend en bovendien een inspirerend voorbeeld van creatief omgaan met omstandigheden. Problemen en uitdagingen zijn onvermijdelijk, ook buiten de wetenschap, maar een flinke dosis vindingrijkheid (en doorzettingsvermogen) kan je een heel eind op weg helpen.