Ik vervolg mijn promotietraject bij de HvA en ga hier ook lesgeven in digitaal forensisch onderzoek. Allemaal nieuwe dingen voor mij dus! In deze blog vertel ik jullie wat ik in mijn eerste maand op de HvA zoal gedaan heb.
Na een paar mooie en leerzame jaren bij het NSCR vervolg ik mijn promotietraject nu bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onder begeleiding van Christianne de Poot en Marleen Weulen Kranenbarg. Uit gesprekken met mijn vorige begeleiders volgde dat het beter was om onze eigen wegen te vervolgen. Er is veel geschreven over de delicate relatie tussen promovendi en hun begeleiders, en dit voelde inderdaad even als een break-up. Maar, zoals ze zeggen, na regen komt zonneschijn en nu geniet ik heel erg van mijn doorstart!
De afgelopen weken kwamen daarom allemaal nieuwe toffe dingen op mij af. Een belangrijke verandering is natuurlijk de nieuwe werkomgeving. Ondanks het vele thuiswerken heb ik gelukkig heel fijn en regelmatig contact kunnen leggen met mijn nieuwe collega’s. Een andere grote verandering is dat ik komend voorjaar les mag geven in digitaal forensisch onderzoek. En daarvoor zijn de voorbereidingen nu in volle gang.
Digitaal forensisch onderzoek
Op de HvA werk ik bij Christianne’s lectoraat Forensisch Onderzoek. In de minor over digitaal forensisch onderzoek leren studenten over digitale sporen op een plaats delict en wat ze uit die sporen kunnen afleiden. Vragen als “Waar in het computersysteem is een hacker geweest?” en “Welke data wijzen richting een dader?” passeren de revue.
In deze minor verzorg ik de lessen over Network Forensics, wat behoorlijk technisch is. De afgelopen jaren heb ik voor mijn onderzoek naar cybercrimineel gedrag wel wat opgepikt over hoe je gegevens worden verstuurd over het internet en wat voor apparaten (bijv. servers) en partijen (bijv. internetproviders) daarbij komen kijken. Toen ik mij inlas in Network Forensics was ik dan ook aangenaam verrast dat vrij veel mij toch al redelijk bekend was.
Inmiddels heb ik vaak genoeg gepresenteerd dat ik dat riedeltje wel ken. Maar een heel vak voorbereiden is echt andere koek. Ik krijg nu mee hoe zo’n minor helemaal wordt opgezet. Nadenken over wat studenten moeten leren, wat aansluit bij hun niveau, het verzamelen van lesmateriaal en verzinnen van werkgroepopdrachten; dit moet allemaal worden bedacht, besproken en uitgewerkt. Dat is best een hele klus!
Intermezzo: Mijn eerste online les
Over lesgeven gesproken, onlangs gaf ik een college over mijn onderzoek aan een 5VWO klas van het Alkwin Kollege. Dit was mijn eerste online college en ik bedacht me dat mijn hoofd gereduceerd zou worden tot een klein vierkantje op hun scherm en mijn PowerPoint groot in beeld zou zijn. Nou vind ik design van presentaties altijd belangrijk, maar het leek mij nu extra belangrijk. Via de HvA kon ik met een soort webPowerPoint werken die allemaal fancy designs en bewegende openingsslides had: overwaaiende wolken, wapperend gras, stromend water, de keuze was reuze. Na twee uur (oeps) spelen met verschillende designs ging ik voor bewegende sterretjes. Met een goed verhaal en bewegende sterretjes kon niks meer misgaan.
Maar natuurlijk gaat er altijd iets mis. De docent van het Alkwin had me heel goed geholpen met alles voorbereiden en de fysieke setting leuk opgezet. Zo zag ik de leerlingen via haar webcam binnenstromen. Toen ze allemaal zaten en hun laptop en mijn presentatie voor zich hadden, kon ik beginnen. “Dag allemaal, mijn naam is Renushka Madarie en ik…” En toen ging het brandalarm af. Aaaahh. Maar gelukkig zat iedereen na tien minuten weer op zijn plek en was het loos alarm. Uiteindelijk heb ik nog bijna alles kunnen vertellen en misschien wel iemand een leuk idee gegeven voor een profielwerkstuk.
Online congressen
Me verdiepen in digitaal forensisch onderzoek kan met boeken en artikelen, maar de afgelopen weken waren er ook veel congressen over dit onderwerp. Tijdens deze pandemie zijn die congressen een stuk toegankelijker. Online kan je gratis meekijken en je hoeft er niet naar toe te reizen.
Eén van de verrassendste dingen die ik tegenkwam op zo’n congres was een experiment met forensisch onderzoekers (de mensen die na een misdrijf sporen verzamelen en evalueren). De wetenschapper vond dat wanneer verschillende forensisch onderzoekers dezelfde sporen onder de aandacht krijgen, ze die verschillend evalueren en zo heel verschillende conclusies kunnen trekken. Oftewel, op basis van dezelfde gegevens zegt de ene onderzoeker dat een verdachte waarschijnlijk schuldig is en de andere onderzoeker dat de verdachte waarschijnlijk onschuldig is. Daar is dus nog ruimte voor verbetering.
Goed, de komende tijd ben ik dus druk met mij verdiepen in de wereld van digitaal forensisch onderzoek en natuurlijk met mijn nog lopende onderzoeken over cryptomarkten en datalekken. Misschien daarover binnenkort meer :)