Weet jij eigenlijk hoe je zo duurzaam mogelijk wast? En hoe je ervoor zorgt dat je kleren schoon worden maar wel lang meegaan? NEMO Kennislink duikt in de wereld van het wasgoed.
Ik sta eigenlijk nooit stil bij hoe ik de was doe. Het is een automatisme dat ik elke week opnieuw afdraai. Donkere, gekleurde en witte kleding, handdoeken en onderbroeken sorteer ik en daarna gooi ze in de machine op hun eigen temperatuur en hun eigen wasmiddel. Maar ik heb geen idee of ik het goed doe. Kan ik mijn wasbeurten ook verduurzamen of op de een of andere manier zorgen dat mijn kleren langer goed blijven? Daarom is het tijd om eens in de wereld van het wasgoed te duiken.
De Duitse onderzoeker Herbert Sinner van het bedrijf Henkel kwam tot de conclusie dat er vijf belangrijke factoren zijn die invloed hebben op je wasgoed. Het gaat om water, temperatuur, mechanische beweging, chemie en tijd. Van al deze elementen zijn mechanische beweging en water het belangrijkst vertelt Ger Koper, universitair hoofddocent interface-engineering aan de TU Delft. “Door de beweging trek je de vezels in je kleren een beetje uit elkaar. Dan kan water er makkelijker door stromen. En hoe vaker water heen en weer stroomt, hoe meer vuil het meeneemt.”
Hardnekkige vlekken
Eigenlijk kom je met alleen water en beweging al een heel eind. Maar sommige vlekken zijn zo hardnekkig dat je hulp nodig hebt van de chemie, oftewel zeep. “Zeep gaat tussen het vuil en je kleding zitten, en zorgt zo dat het vuil loslaat en met het water wegspoelt”, legt Koper uit. Om te zorgen dat deze zeep sneller werkt kun je de temperatuur omhoog gooien. Dan dood je bovendien een deel van de bacteriën, al kunnen die volgens Koper niet zo veel kwaad. “Normale bacteriën van bijvoorbeeld zweet spoel je wel uit je kleding. Alleen als je echt een bacteriële infectie hebt moet je je kleding heet wassen. Dat houdt je kleding alleen niet lang vol, want het slijt veel sneller.”
De tijd is de laatste belangrijke factor. Koper: “Hoe langer je wast, hoe meer tijd het water en de zeep heeft om de vlekken te verwijderen.” Voor een goede wasbeurt moet je echt een balans vinden tussen alle elementen in Sinner-cirkel, vernoemd naar de belangrijke elementen die Sinner aangaf. Dit vertelt Niels van Breemen, relatiebeheerder bij de Nederlandse Wasserij Combinatie (Newasco). “Hoe groter de cirkel, hoe groter je waskwaliteit. Maak je een van de componenten kleiner dan moet je een ander element vergroten om dezelfde kwaliteit te behouden.”
Minder water
Als voorbeeld noemt Van Breemen het verbruik van water: “Dit neemt de afgelopen jaren enorm af. Vroeger gebruikte je al snel twintig liter voor een kilo wasgoed, nu nog maar vier of vijf. Om dat te compenseren moet de machine sneller draaien of moet je de was langer in de machine laten zitten.” Dat onze wasmachines minder water verbruiken heeft ook een positief effect op het energieverbruik. “Je hoeft veel minder water te verwarmen, dus dat kost minder energie”, vertelt Koper. “Dit bespaart zelfs meer dan alleen op een lagere temperatuur wassen, hoewel dat natuurlijk ook wel iets helpt voor je energieverbruik.”
Het lijkt dus verstandig om met weinig water en zo koud mogelijk te wassen. Maar ik wil natuurlijk wel dat mijn kleren schoon uit de machine komen. Van Breemen: “Met weinig water en op lage temperatuur is de kans dat de vlekken uit je kleren gaan een stuk kleiner. En vuil kan je kleding ook beschadigen. Dus soms is het verstandig om toch wat warmer te wassen, bijvoorbeeld bij babykleding.” Om het vuil er toch bij lage temperaturen uit te krijgen kun je was langer laten draaien. “Hoe langer je draait, hoe meer je eruit haalt”, zegt Van Breemen. “Daarom duren koude programma’s vaak langer. Zeker als het een eco-programma is, dat zijn programma’s waarbij de machine minder water verbruikt.”
Plakkerige enzymen
Ook een wasmiddel kan het proces versnellen, zelfs bij lage temperatuur. “Vroeger gebruikten we gewoon zout water, en dat werkte prima”, vertelt Koper. “We hebben dus eigenlijk niet zo veel nodig. Maar we willen sneller klaar zijn, dus gebruiken we zeepmoleculen.” Van deze zeepmoleculen zijn veel varianten, ook steeds meer bio-wasmiddelen die bio-afbreekbare ingrediënten bevatten. Koper: “Deze wasmiddelen gebruiken enzymen in plaats van zeepmoleculen. Die werken in principe even goed, je moet ze niet bij temperaturen boven de 45-50 graden gebruiken. Dan vallen de enzymen uit elkaar en vormen ze een plakkerige laag op je kleding.”
Maar hebben al deze verschillende varianten wasmiddelen echt toegevoegde waarde? Volgens Van Breemen niet echt: “Het is absoluut goed om je kleding op kleur te scheiden en apart te wassen. Maar zo’n wasmiddel voor bijvoorbeeld witte was bevat deeltjes die je kleding witter laat lijken. Dat is op zich nuttig, maar die deeltjes blijven na de was wel in je machine hangen en draaien de volgende keer ook weer mee. Het heeft dus alleen zin als je voor elke was een aparte machine hebt, zoals bij een wasserij. Daar is de schaal ook veel groter, voor een consument kan dat simpelweg niet uit.” Daar is Koper het mee eens: “Het is vooral marketing. Eigenlijk kunnen we het beste gewoon groene zeep gebruiken, net als onze opa’s en oma’s.”
Kwaliteitskleding
Zouden onze kleren ook langer goed blijven als we van al die verschillende wasmiddelen afstappen? Van Breemen: “De ene zeep is agressiever dan de andere, maar over het algemeen hebben ze allemaal hetzelfde effect. Wat je ook doet, de vezels in je kleren worden na verloop van tijd sowieso kleiner en vallen uiteindelijk uit.”
Onderzoekers van de Universiteit van Leeds zagen in ieder geval dat kleren die je koud en kort wast het langst meegaan en het minste vezels verliezen. Maar volgens Koper hoeven we ons niet zo veel zorgen te maken over al die microvezels. “Onze kleren verliezen voortdurend vezels, ook buiten de wasmachine. De afgelopen jaren verliezen we juist veel minder vezels in vergelijking met bijvoorbeeld de wollen truien van twintig jaar geleden.”
Als je duurzaam wilt wassen, moet je volgens beide mannen vooral kijken naar het watergebruik en de energie. En niet alleen datgene dat de wasmachine verbruikt. Van Breemen: “Katoen is een natuurproduct, dus we denken al snel dat het duurzaam is. Maar het verbouwen van katoen verbruikt ontzettend veel water en bovendien de helft van alle pesticiden die we op aarde gebruiken.” Daarom staat en valt eigenlijk alles met de kwaliteit van de kleding die je koopt. “We schaffen steeds dunnere kleding van slechte kwaliteit aan”, zegt Koper. “Daar vallen nou eenmaal snel gaten in, ook als je het op koude temperaturen wast.”
Continu recyclen
Volgens Van Breemen moeten we ons richten op synthetische kleding. “Synthetische vezels houden het langer vol, en als ze wel uit elkaar vallen kun je ze weer smelten en recyclen. Dat lukt met katoen minder goed, als die vezels eenmaal uit elkaar zijn gevallen, krijg je ze niet zo snel weer aan elkaar.” Maar zelfs met een kledingkast vol katoen hoef je je niet te schamen. “Je moet het wel in perspectief zien”, zegt Van Breemen. “Door te wassen ben je eigenlijk je kleren voortdurend aan het recyclen. Stel je voor dat we wegwerpkleding zouden gebruiken, dat zou nog veel slechter zijn.”
Koper raadt ons vooral aan om wat meer geduld te hebben. “We willen graag dat onze was snel klaar is, maar daarna hangt het nog een paar dagen aan de waslijn te drogen. Dan kun je net zo goed voor een iets langer programma kiezen. Tenzij je een droger hebt, maar die kosten ook veel energie.”
Ik merk in ieder geval dat ik inmiddels de was doe met meneer Sinner in gedachten. Al die verschillende soorten wasmiddel zijn de deur uit, en waar mogelijk zet ik de eco-stand aan zodat ik minder water en energie verbruik. En tijdens het winkelen ga ik meer letten op materialen. Dan was ik hopelijk niet alleen mijn kleren schoon, maar ook mijn geweten.