Hedy Lamarr was ooit een van Hollywoods beroemdste actrices. Maar voor haar geniale uitvinding tijdens de Tweede Wereldoorlog zou ze nooit de eer gekregen hebben die haar toekwam. Dit meeslepende en liefdevol gemaakte filmportret laat helaas na om deze mythe kritisch tegen het licht te houden.
Het leven van Hedy Lamarr laat zich makkelijk beschrijven als een sprookje. Geboren als Hedwig Kiesler in een rijke, joodse familie in Wenen, trouwde ze al heel jong met een nog veel rijkere munitiefabrikant. Na een paar jaar ontvluchtte ze dit verstikkende huwelijk, en ontmoette in Parijs Louis Mayer, de baas van de grootste filmstudio in Hollywood, die zo van haar onder de indruk was, dat hij haar een contract aanbood.
De decennia daarna speelde ze hoofdrollen in grote Hollywood-producties als Algiers en Samson and Delilah, trouwde en scheidde ze nog vijf keer, kreeg drie kinderen en deelde het bed met mannen die nog beroemder waren dan zij.
En zoals dat gaat met Hollywood-diva’s op hun retour, kreeg ook zij haar portie aan pillen- en alcoholverslaving, liet ze een reeks plastisch chirurgische ingrepen doen waardoor ze veel lelijker dan nodig oud werd, om te eindigen in eenzaamheid.
Nostalgisch banket
Dit verhaal wordt vakkundig, liefdevol en met een rijk banket aan nostalgisch archiefmateriaal opgedist, maar onderscheidt zich tot zo ver nog niet van het levensverhaal van menig andere Hollywood celeb.
Wat Hedy Lamarr uniek maakt, is dat zij de laatste jaren door Amerikaanse feministen naar voren wordt geschoven als toonbeeld van het miskende vrouwelijke genie. Lamarr had een levendige interesse in techniek, en tussen het acteren door zat ze als een hedendaagse Leonardo Da Vinci apparaten en andere uitvindingen te bedenken. Verder dan schetsen kwamen deze uitvindingen nooit, met één uitzondering.
Torpedo’s
In het begin van de Tweede Wereldoorlog was het een groot probleem dat er geen geleidingssysteem voor torpedo’s bestond. In theorie konden ze met radio op afstand bestuurd worden, maar in de praktijk zou de vijand binnen de kortste keren door hebben op welke frequentie dat radiosignaal werd uitgezonden, en die frequentie dan met een krachtig stoorsignaal jammen.
Lamarr bedacht dat als de zender (het schip dat de torpedo afvuurde) en de ontvanger (de torpedo) in hoog tempo, onvoorspelbaar en gesynchroniseerd switchen tussen een groot aantal frequenties van het stuursignaal, jammen onmogelijk zou worden.
Samen met componist George Antheil vroeg ze octrooi aan op een systeem om dit zogeheten frequency hopping met papieren pianolarollen te synchroniseren. Antheil had hiermee al eens zestien piano’s synchroon een van zijn composities laten spelen.
Het octrooi, dat in 1942 werd verleend en in 1959 verliep, schonken ze aan de US Navy, dat het echter in een la liet liggen. En sinds de opkomst van digitale elektronica is mechanische synchronisatie hopeloos verouderd.
Miljarden aan royalties
Niettemin wordt geclaimd dat Lamarr voor haar uitvinding nooit de eer heeft gekregen die haar toekomt, dat bedrijven haar idee gestolen hebben, en dat ze dus voor miljarden aan royalties is misgelopen. Frequency hopping wordt sindsdien namelijk in allerlei draadloze communicatie gebruikt, waaronder in wifi en bluetooth.
De film neemt deze claim helaas veel te goedgelovig aan boord. Het idee van frequency hopping is zo elementair, dat het al meerdere malen was bedacht; het komt voor in een octrooi uit 1903 van Nikola Tesla, een van de grondleggers van de radiocommunicatie, en in een octrooi uit 1932 van de Nederlander Willem Broertjes. Ook gebruikte het Duitse leger de techniek al in de Eerste Wereldoorlog.
Waarschijnlijk heeft Lamarr dit nooit geweten, aangezien ze geen enkele technische kennis had en alleen maar haar ideeën de vrije loop liet. In de film noemt een vriend haar “een onwaarschijnlijke combinatie van kinderlijke onwetendheid en vlagen van genialiteit.”
Ook zelfoverschatting en naïeviteit waren haar niet vreemd. De film bevat geluidsfragmenten uit telefonische interviews van kort voor haar dood. Daarin vertelt ze hoe ze voor haar minnaar, de fameuze vliegtuigbouwer Howard Hughes, de pijlvleugel bedacht om vliegtuigen sneller te maken. Ze kwam op het idee door te kijken naar de stand van de vleugels van zwaluwen, die immers de snelste vliegers zijn. “Je bent geniaal” , zou Hughes tegen haar gezegd hebben toen ze hem haar schetsen liet zien. Zoals veel inventieve amateurs, lijkt ze zich er totaal niet van bewust hoe lang en onzeker de weg is van een leuk ideetje naar een echte technische innovatie.
Slotverklaring
De film besluit met een slotverklaring in de vorm van deze twee boodschappen:
‘Hedy’s uitvinding is nu de basis voor veilige wifi, bluetooth, mobiele telefoon, GPS en militaire technologie.’
‘Als de huidige trend doorzet, zal volgens experts binnenkort iedereen in de wereld met elkaar verbonden zijn door frequency hopping.’
Feit is echter dat frequency hopping niet als eerste door Lamarr is bedacht. Verder vormt de techniek slechts een aanvullend element van draadloze communicatie, dat soms nuttig is om te voorkomen dat apparaten elkaar onbedoeld jammen. Stellen dat wij allemaal zijn verbonden door frequency hopping, is net zo raar als zeggen dat autorijden slechts mogelijk is dankzij de witte strepen op de weg.
De mythe van Hedy Lamarr als geniale, miskende vrouw is inmiddels een vast onderdeel van de feministische geschiedschrijving. Jammer dat regisseur Alexandra Dean en producent Susan Sarandon zich niet geroepen voelden om deze mythe eens nuchter te onderzoeken.