Bij onderzoek naar niet-Westerse ideeën bij Europese denkers ben je soms net een detective, vooral bij de Duitse filosoof Martin Heidegger. Want wat is de Aziatische invloed op zijn denken?
Tijd voor een waarachtige filosofische detective! Verdachte in de zaak is de beroemde Duitse filosoof Martin Heidegger (1889 – 1976). Er zijn aanwijzingen dat Heidegger putte uit Oost-Aziatische filosofische tradities, zoals het Taoïsme en Zen. Zelf heeft hij dat altijd ontkend, omdat het zijn reputatie als ‘serieuze’ filosoof destijds wel eens op de tocht had kunnen zetten. Maar wie is Heidegger? En waarom is deze speurtocht überhaupt van belang?
Laten we beginnen met de verdachte. Heidegger kennen we van zijn hoofdwerk Zijn en Tijd uit 1927. Dit boek vormt een keerpunt in de moderne Europese filosofie: niet alleen blaast Heidegger de vraag naar de zin van ‘het Zijn’ nieuw leven in, ook sorteert hij voor op een ‘destructie’ van de geschiedenis van de Westerse filosofie. Want alleen een dergelijke ‘destructie’ leidt tot een ‘nieuwe’ manier van filosofisch denken, meent hij.
Als we wat dieper naar Heideggers eigen denken kijken, dan valt op dat de dood en ‘het Niets’ een belangrijke rol spelen. Volgens Heidegger proberen wij in ons dagelijks leven de dood zo veel mogelijk uit de weg te gaan en zodoende – in Heideggers woorden – het Zijn af te sluiten voor het Niets.
In Zijn en Tijd neemt Heidegger daarom een ander pad. Hij neemt namelijk de eindigheid van ons bestaan als uitgangspunt. Gaandeweg toont hij aan dat juist deze eindigheid – de dood en het Niets – de mogelijkheid opent om de weg van het eigenlijke (eigentliche) filosofische vragen te gaan.
Toeval?
Voor sommige lezers klinkt dit verhaal misschien nu al te zweverig. Aan de andere kant, wie bekend is met het boeddhisme, waar het omarmen van de universele vergankelijkheid het hoofddoel vormt, rinkelt er waarschijnlijk een belletje.
Inderdaad wijzen commentatoren van Heidegger, waaronder zijn tijdgenoot en vriend Karl Jaspers (tevens filosoof), al jaren naar de gelijkenissen tussen Heideggers denken en de filosofische tradities van Oost-Azië. De vraag die ons bezighoudt, is of deze gelijkenissen louter op toeval berusten, of dat er meer aan de hand is.
Met name met betrekking tot Japan zijn er een verdacht aantal toevalligheden. In willekeurige volgorde: het eerste artikel over Heideggers filosofie verscheen in Japan. Ook het eerste boek over Heideggers filosofie werd gepubliceerd in het Japans. En in welke taal verscheen voor het eerst Heideggers werk in vertaling? Inderdaad: het Japans.
De lijntjes met Japan zien we ook op persoonlijk vlak: Heidegger onderhield al vroeg in zijn carrière contact met Japanse filosofen als Tanabe Hajime en Kuki Shuzo. In 1922, toen Heidegger drieëndertig was en Zijn en Tijd nog vijf jaar op zich zou laten wachten, voerde Heidegger dus wijsgerige gesprekken met de beroemdste Japanse filosofen van zijn tijd.
Ander begin?
Hoewel Heidegger zelf heeft toegegeven dat Japan hem als eerste echt begreep, veel eerder dan Europa, was hij tamelijk dubbelzinnig in zijn uitlatingen over de mogelijkheden van een interculturele filosofische dialoog. Enerzijds riep hij op tot een ‘destructie’ van de Europese filosofische traditie om tot een ‘ander begin’ van ons denken te komen – dat wil zeggen: anders dan Griekenland. Opmerkelijk genoeg stelde hij anderzijds dat dit ‘nieuwe begin’ slechts gemaakt kon worden door terug te gaan naar de wortels van het Griekse denken.
Sceptische mededetectives zeggen misschien: ‘Maar Heidegger citeerde vrijwel nooit Aziatische bronnen in zijn werk!’ Voordat je denkt dat dit inderdaad een doodlopend spoor is: het probleem met Heidegger is dat hij sowieso nooit duidelijk was over de bronnen van zijn denken – iets dat tegenwoordig absoluut niet door de academische beugel kan. Toch maakt het gebrek aan bronvermelding het uiterst moeilijk om te ‘bewijzen’ dat Heidegger onder ‘Oosterse invloed’ stond.
Gelukkig zijn er filosofische detectives die verder hebben gezocht, zoals Reinhard May, wiens onderzoek door Graham Parkes is vertaald onder de veelzeggende titel Heidegger’s Hidden Sources. In zijn onderzoek laat May zien dat Heidegger wel degelijk goed ingelezen en diep geïnteresseerd was in het Oost-Aziatische denken.
May legt privébrieven en gespreksverslagen van vrienden en collega’s van Heidegger onder zijn vergrootglas. Maar hij gaat ook verder. May raadpleegt namelijk ook Duitse vertalingen van Oost-Aziatische filosofische teksten uit Heideggers tijd, waaronder de Taoïstische Lao Tse van Richard Wilhelm uit 1911 en het boek Zen. Der lebendige Buddhismus in Japan van Ohazama Shuei uit 1925.
Wat blijkt? Door fragmenten van deze teksten naast Heideggers eigen werk te leggen komt May tot de ontdekking dat Heidegger soms vrijwel letterlijk fragmenten uit deze klassieke Oost-Aziatische filosofische werken kopieerde. Met name met betrekking tot enkele cruciale filosofische begrippen, zoals ‘het Niets’, ‘taal’, ‘denkweg’ en ‘lichting’ (Lichtung), heeft het er alle schijn van dat Heidegger rechtstreeks uit Aziatische bronnen putte.
Mays onderzoek zou erop wijzen dat de overweldigende aandacht voor Heidegger in Japan, die daar tot op zekere hoogte nog altijd voelbaar is, inderdaad geen toeval was. In zekere zin was Heidegger namelijk gewoon zelf een Japans filosoof!
Bekentenis
Wie goed zoekt, kan volgens May zelfs een ‘bekentenis’ in Heideggers werk ontwaren. Deze bekentenis staat in een korte dialoog die Heidegger schreef, ‘Uit een gesprek over taal’, met de veelzeggende ondertitel: ‘tussen een Japanner en een vrager’. May laat zien dat dit gesprek grotendeels een fictieve dialoog is. De ‘Japanner’ met wie de vrager (Heidegger) dus spreekt, is niemand minder dan een alter ego van Heidegger zelf.
In de tweede helft van het gesprek merkt de ‘Japanner’ een “diep verborgene verwantschap” tussen het denken van de ‘vrager’ en het Japanse denken op. De ‘vrager’, Heidegger, duidt deze opmerking op zijn beurt aan als een “bekentenis” (Geständnis).
Volgens May hebben we daarmee de smoking gun gevonden. Omdat Heidegger zijn diepste geheimen niet vrij wilde geven, ontkende hij zijn Oost-Aziatische invloeden in het openbaar, terwijl hij in deze opmerkelijke dialoog een bekentenis voor de toekomst verstopte. Tot zover deze uiterst smakelijke detective. Wat levert deze ons op?
Europees jasje
Anders dan Heidegger moet ik mij wel aan academische regels houden. Ik moet er dan ook op wijzen dat we voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies uit Mays onderzoek. In ieder geval mogen we Heidegger niet reduceren tot een simpele spraakbuis van Taoïsme en Zen, die deze filosofieën in een Europees jasje stak.
Interessanter is de volgende vraag: als we May mogen geloven en Heidegger daadwerkelijk diep beïnvloed was door Oost-Aziatische filosofie, waarom durfde hij dat niet gewoon toe te geven? En zou dat tegenwoordig anders zijn? Ik vermoed dat het antwoord op de laatste vraag veel lezers zal teleurstellen.
Want ergens begrijp ik Heidegger wel. Wie interesse heeft in Aziatische filosofie wordt al snel als ‘spiritueel’ en ‘zweverig’ gezien. Twee kwalificaties die moeilijk samen lijken te gaan met de harde logica van de moderne universiteit. Toch kan Aziatische filosofie minstens zo logisch en rigoureus rationeel zijn als de zogenaamde ‘Westerse’ filosofie.
Bovendien wordt diezelfde ‘Westerse’ filosofie al eeuwenlang beïnvloed door de Aziatische. Leibniz schreef bijvoorbeeld al over China, Hegel besprak Indiase filosofie in zijn filosofiegeschiedenis (zij het wat gebrekkig) en Schopenhauer zei dat zijn filosofie zonder de Upanishads nooit tot stand was gekomen.
We leren dus twee dingen van bovenstaande filosofische detective. Ten eerste dat de Europese filosofie nooit helemaal ‘Europees’ is geweest – hoe vaak sommige Europese filosofen ons dat ook proberen wijs te maken. Ten tweede dat we kritisch moeten kijken hoe dit zelfbeeld, van een puur ‘Westerse’ filosofie die gevrijwaard moet blijven van Aziatische ‘spirituele’ invloeden, door de tijd heen is ontstaan. We moeten onderzoeken hoe de universiteit aan dit beeld bijdraagt. En belangrijker nog: hoe de universiteit dit onjuiste beeld kan rechtzetten. Wordt vervolgd!