Waarom versiert een heremietkreeft zijn schelp met anemonen? Wat motiveert een octopus om rommel naar een andere octopus te gooien? Hoe komt het dat vissen zich feilloos in scholen voortbewegen? In Metazoa gaat Peter Godfrey-Smith op zoek naar antwoorden aan de hand van de evolutie van het bewustzijn in het dierenrijk.
Het is mij welbekend dat dieren dromen: vaak zie ik de pootjes van mijn slapende poes vertrekken of de snorharen trillen. Toch heb ik er nooit bij stil gestaan dat dit betekent dat er op zo’n moment iets in de kat omgaat. Tijdens het slapen verliezen we ons bewustzijn, en ik ga er gemakshalve vanuit dat dat in elk dier zo is. Maar het feit dat de kat in feite ‘uit’ staat tijdens het slapen en toch reageert op prikkels van binnenuit, geeft heel mooi weer dat het bewustzijn veel meer is dan reageren op de omgeving. Peter Godfrey-Smith onderzoekt in zijn boek Metazoa wat bewustzijn is, in hoeverre dieren over bewustzijn beschikken en hoe dat te zien is in hun gedrag.
Godfrey-Smith is van huis uit wetenschapsfilosoof. Aan de Universiteit van Sydney verdiept hij zich in de filosofie van de biologie en de filosofie van het bewustzijn. Daarnaast is hij ook een fervent duiker. In dit boek combineert hij zijn twee passies: hij gaat op zoek naar de evolutie van het bewustzijn en gebruikt daarbij zijn duikervaringen om de verschillende fases van het ontstaan van bewustzijn te illustreren.
Nieuwsgierige garnaal
Zo beschrijft hij hoe hij tijdens een duik een kappersgarnaal tegenkomt die zich ogenschijnlijk niet zoveel van hem aantrekt. Hij voelt een verlangen opkomen om één van de vele sprieten van het beestje aan te raken. Hij geeft toe en verwacht dat het dier zich terug zal trekken onder een lange pijp die het als woonplaats heeft gekozen. Tot zijn verbazing registreert de garnaal de aanraking en komt hij vervolgens nieuwsgierig naar buiten gekropen. De beschrijving is zo levendig, dat het bijna voelt alsof je er zelf bij bent. Als Godfrey-Smith vervolgens schrijft over de waarnemingen die een kappersgarnaal kan doen, wordt duidelijk dat het dier niet alleen reageert op directe prikkelingen uit zijn omgeving, maar dat het ook geïnteresseerd is in nieuwe prikkels.
Gedurende het boek leren we dat dieren in de loop van de evolutie verschillende vormen van bewustzijn hebben gekend. Het begon bij dieren die zich aanpassen aan de omgeving, toen kwam daar waarneming bij en vervolgens kwamen er dieren die deze observaties registreren, zodat ze de gedane ervaringen mee kunnen nemen naar een nieuwe situatie. Er zijn dieren die zich bewust zijn van hun eigen lichaam, dieren die zich bewust zijn van hun eigen positie ten opzichte van anderen. Tot slot komen we bij de dieren die niet alleen in staat zijn om naar het verleden te kijken, maar die zich ook in een situatie kunnen voorstellen die zich (nog) niet heeft voorgedaan.
Persoonlijke stijl
Godfrey-Smith begint zijn boek met een uitleg over bewustzijn, geest, ziel en handelingsbekwaamheid, waarin hij allerlei modellen beschrijft. Hij zet uiteenlopende theorieën tegenover elkaar en legt uit welke volgens hem de beste is. Vanwege de abstracte natuur van deze begrippen en de vele mogelijke interpretaties, geeft dit eerste hoofdstuk een mooie kapstok voor de rest van het boek.
In de volgende negen hoofdstukken neemt hij je vervolgens mee langs verschillende aftakkingen van de evolutieboom. Ieder hoofdstuk start met een observatie die hij deed tijdens het duiken, gevolgd door een uitleg van wat er in het dier of zijn voorouders omging. Door de afwisseling van een persoonlijke schrijfstijl tijdens het optekenen van de duikervaringen en een meer zakelijke schrijfstijl tijdens het aanhalen van biologische en filosofische inzichten, blijf je als lezer bij de les. De beschrijvingen van Godfrey-Smith zijn bij vlagen verwarrend, maar door zijn toegankelijke bewoordingen in combinatie met de illustraties vorm je toch steeds een beeld van de dieren en hun innerlijke werking.
Godfrey-Smith neemt je mee in zijn onderwaterwereld en beschrijft de wonderbaarlijke dingen die zich daar afspelen. Hij observeert het gedrag wat dieren vertonen en linkt dat aan zintuiglijke en neurologische evolutie. Hij filosofeert en doet gedachte-experimenten die zijn theorieën ondersteunen of juist ontkrachten. Uiteindelijk bestaat ieder dier volgens Godfrey-Smith uit een combinatie van verschillende vormen van bewustzijn in verschillende gradaties. Tijdens zijn reis door de tijd ontstaan prooidieren, jagers, vechtersbazen, nieuwsgierige aagjes en uiteindelijk dromers.