Een extra laag zand in zee spuiten om de Engelse kust te beschermen. Dat is het idee van de Zandmotor die daar net is aangelegd. Het is geïnspireerd op een groot Nederlands project voor de kust van Zuid-Holland.
Spuit vlak voor of aan de kust een heleboel zand op, zodat een enorme zandbank ontstaat. En laat daarna de natuur het werk doen, zodat de wind en zee het als het ware uitsmeren. Op die manier is het land beter beschermd tegen overstromingen. Dat is het idee achter de Nederlandse Zandmotor, die in 2011 bij Ter Heijde (Zuid-Holland) werd aangelegd.
Dit Nederlandse project krijgt nu navolging over de grens. In Engeland werd afgelopen week het laatste zand voor de kust van graafschap Norfolk gespoten. Daar ligt nu 1,8 miljoen kuub zand. Dat is iets meer dan een gevulde de Kuip, het stadion van Feyenoord. Het is opgespoten in de vorm van een haakvormig eiland en beschermt de komende twintig jaar een gascentrale en twee dorpen. “In 2011 was het een experiment om op deze manier aan kustbeheer te doen. Doordat we nu konden laten zien dat het in Nederland goed werkt, ontstond interesse vanuit Engeland”, zegt adviseur flood and coastal managent Jaap Flikweert van RoyalHaskoningDHV, dat voor het ontwerp tekende.
Dorpen verplaatsen?
Voor de kust van het Engelse Bacton was een nieuwe zeewering hard nodig. Begin december 2013 hield een storm daar flink huis. De storm, die in Nederland bekend staat als de Sinterklaasstorm, richtte ook in Groot-Brittannië een ravage aan. Bacton heeft een gasterminal, die op eroderende kliffen staat. Daar wás nog genoeg veiligheidsmarge, al moest er op termijn een nieuwe zeewering komen. Na de storm van 2013 moest sneller naar een oplossing worden gezocht. “Toen brokkelde een deel van de klif af en moest er een betere kustverdediging komen. Een derde van de Britse gasvoorraad komt daar aan land. Dus het is een belangrijke plek.”
Bovendien liepen de dorpjes in de buurt gevaar. In 1953, wat bij ons bekend staat als het jaar van de watersnoodramp, overstroomde dit gebied in Engeland. Daarna werden zeeweringen van beton gebouwd. Met als gevolg dat het strand steeds een stukje verdwijnt. De huidige zeewering heeft nog een houdbaarheid van zo’n tien jaar. “Het is te duur om het te laten herbouwen, omdat het maar twee dorpjes beschermt. In Engeland gaat er anders aan toe dan in Nederland. Er zijn geen wettelijke normen om dorpen te beschermen.”
Maar wat nu als de gascentrale beschermd wordt en ook nog eens die twee dorpen? Dan sla je twee vliegen in een klap. De afgelopen jaren ontstond daarom het plan om alles te beschermen met een Zandmotor. RoyalHaskoningDHV wist Shell en de mede-eigenaren van de gascentrale en de (lokale) overheid in Engeland te overtuigen dat dit de beste aanpak was. Bovendien was het veel goedkoper dan een betonnen zeewering.
Kleine zandkorrels
Het zand is in een grote bult bij de centrale opgespoten. De wind en de zee verplaatsen het de komende jaren. Ook wordt het strand voor de dorpen een stuk breder. Deze gezamenlijke aanpak maakte de ingreep betaalbaar voor de dorpen, omdat er al een baggerschip gebruikt werd voor de aanleg van de zandmotor voor de gascentrale en daar de meeste kosten in zaten.
Onderzoekers van RoyalHaskoningDHV berekenen met behulp van modellen hoe het zand opgespoten moet worden. Daarin nemen ze onder meer de windrichting en -snelheid en de waterstroming en -snelheid mee. “We gebruiken ook de kennis die we op hebben gedaan in Nederland. Daar leerden we dat de verspreiding van het zand langzamer gaat dan gedacht. In het begin worden de kleine zandkorrels snel verdeeld. De grotere korrels en schelpen blijven juist weer langer liggen. In 2011 wisten we niet precies hoe dat werkte, maar de afgelopen zeven jaar deden we deze kennis op. En dat is goed nieuws, want doordat de verspreiding van het zand niet zo snel verloopt, blijft de Zandmotor vermoedelijk langer liggen.”
Deze zomer werd in vijf weken tijd het zand in de vorm van een bult met staart aan de kust aangebracht. Een groot baggerschip, een zogeheten sleephopperzuiger, zuigt dan zand zo’n dertig kilometer verderop van de zeebodem. “Dat komt in het ruim terecht. Bij de Zandmotor in Nederland konden ze het ruim openen en het op de juiste plek storten. Dat ging nu niet, omdat het schip net te ver van het strand moest blijven. Daarom heeft Van Oord, dat de werkzaamheden uitvoerde, een pijpleiding geplaatst van het schip over de zeebodem naar het strand. Daar werd het weer naar de juist locatie gepompt. Op die manier lag er zo’n twee kilometer aan leidingen. Waar het zand werd opgespoten werd het verdeeld door bulldozers. Het was een fantastisch ballet om te zien hoe ze alles op de juiste plek schoven.”
Zandmotor op nog meer plekken?
Nu moeten we er afblijven, zegt Flikweert. En wachten. De natuur gaat het zand de komende twintig jaar verdelen. Ondertussen wordt gemonitord of dat volgens plan verloopt en wat de gevolgen zijn voor dieren in de omgeving, waaronder platvissen, schelpdieren en aas voor de visserij. Uit onderzoek vooraf kwam naar voren dat de verwachting is dat de invloed op de bestaande populaties niet groot zal zijn.
En na vijftien tot twintig jaar? “Dan is een nieuwe oplossing nodig. Voor de gascentrale is dat een periode die te overzien is, want niemand weet precies hoe de gasmarkt er dan voor staat.” Voor de dorpen is het een ander verhaal. Het is geen goed idee dat de dorpen daar liggen, zegt Flikweert. Met de nieuwe Zandmotor wordt alleen wat tijd gekocht. Hij verwacht dat de dorpen uiteindelijk landinwaarts verplaatst moeten worden, omdat er geen betaalbare oplossing voor de lange termijn is. Maar dat is zeer ingrijpend voor de bewoners, die hopen op een andere uitkomst dan verhuizen.
De Zandmotor, Sandscaping in het Engels, is nu voor de tweede maal toegepast en dat is niet de laatste keer, verwacht Flikweert. Alleen al in dat land zijn meerdere plekken geschikt. Voorwaarde is wel dat er een zandkust, zoals een strand, is. Bij een steile rotskust werkt het niet, want dan verdwijnt het zand in de diepte. “Onder meer in Cornwall in het zuiden van Engeland wordt er nu serieus naar gekeken. Dat is een project van een vergelijkbare schaal als in Norfolk. Ik verwacht dat we de komende jaren nog veel meer Zandmotors zien.”