Een studiereis in het eerste jaar van mijn geneeskundestudie opende mijn ogen voor ongelijkheid in gezondheid. Deze reis maakte mij enthousiast voor de wetenschap en loopt stiekem als een rode draad door mijn onderzoek.
Een studiereis naar San Francisco? Dat zag ik als eerstejaarsstudent geneeskunde wel zitten! Misschien op dat moment stiekem wel meer door de bestemming dan de inhoud van de reis. Bij het thema ‘etnische diversiteit in de geneeskunde’ had ik nog niet zo’n concreet beeld. Uiteindelijk was de studiereis voor mij een ware eyeopener, die mijn blik op de gezondheid en de geneeskunde liet kantelen.
Hoger risico op hartaanval
De studiereis bleek te gaan over etnische verschillen in gezondheid. Met andere woorden: hoe kan het dat mensen met een bepaalde etnische achtergrond meer kans hebben op bepaalde ziektes dan anderen? Zo bleken zwarte Amerikanen een hogere kans te hebben op een hoge bloeddruk, wat het risico op bijvoorbeeld een hartaanval of een hersenbloeding sterk verhoogt. Ik wist voor deze studiereis natuurlijk wel dat er verschillen waren tussen mensen met betrekking tot hun gezondheid, maar dat deze verschillen tussen bevolkingsgroepen zo systematisch en hardnekkig waren, realiseerde ik me als bleue eerstejaarsstudent nog niet.
Ik herinner me nog goed dat ik terugkwam van de studiereis en alleen maar dacht: deze gezondheidsverschillen zijn een heel urgent probleem, hier moeten we als medische wereld meer mee doen! Ik was naarstig op zoek naar een manier om zelf hier aan bij te dragen, maar hoe? Niet lang daarna liep ik langs het prikbord in de medische bibliotheek in het AMC. Mijn oog viel op een oproep voor studenten op mee te helpen met een onderzoek naar de gezondheid van Nederlanders met een Molukse achtergrond (afkomstig van de Molukken in Indonesië). Op dat moment voelde het voor mij of alles samen kwam: een groot onderzoek naar verschillen in gezondheid, en dan ook nog over de groep waar ik zelf als half-Molukse jongen onderdeel van uitmaak!
Onderzoek naar de gezondheid van Molukkers
Door het onderzoek naar de gezondheid van Molukkers maakte ik voor het eerst kennis met het doen van wetenschappelijk onderzoek. Zo hielp ik mee met het verzamelen van data uit gezondheidsenquêtes die we verspreidden in Molukse wijken. En ik kreeg de kans om, samen met anderen die bij het onderzoek betrokken waren, mijn eerste twee wetenschappelijke artikelen te publiceren.
Deze eerste artikelen gingen over hoge bloeddruk en kanker, zaken die te maken hebben met het veld van de interne geneeskunde. In die periode dacht ik namelijk nog dat voor mij een toekomst als internist was weggelegd. Toen ik tijdens mijn coschappen steeds meer interesse kreeg in de psychiatrie, begon ook mijn onderzoek zich hierop te richten. Wel probeerde ik altijd een focus te houden op onderzoek wat zich bezig houdt met ongelijkheid in gezondheid. Zo schreef ik, nog voor ik aan mijn promotietraject begon, een artikel waarin we onderzochten of een bepaalde behandeling voor depressie in Indonesië effectief is voor iedereen, ook voor mensen in de lagere inkomensgroepen.
In deze periode werden voor mij twee dingen duidelijk: ik wil uiteindelijk psychiater worden, maar ik wil mezelf ook heel graag echt bekwamen in de wetenschap. Ik begon te praten met verschillende mensen op het Amsterdam UMC, en zo kwam mijn huidige promotietraject langzaam in zicht. Ik doe momenteel onderzoek naar de invloed van wonen in een stedelijke omgeving op het risico op depressie. Ik richt mij daarbij in het bijzonder op wat voor factoren meespelen voor extra kwetsbare groepen, zoals bepaalde etnische minderheidsgroepen met een hoger risico op depressie.
Bestrijden van ongelijkheid in gezondheid
Toen ik, inmiddels alweer drie jaar geleden, de grote lijnen van mijn promotietraject besprak met mijn huidige supervisors voelde het voor mij alsof de cirkel rond was. Datgene wat mij als eerstejaarsstudent zo greep tijdens die studiereis, de noodzaak tot het bestrijden van ongelijkheid in gezondheid, werd in dit onderzoek gecombineerd met mijn nieuwe passie voor de psychiatrie. En ook drie jaar later sta ik nog steeds enthousiast en gedreven in mijn onderzoek.
Die ene reis die mij als jonge student de ogen deed openen heeft uiteindelijk voor een groot deel bepaald waar ik me nu nog mee bezig houd. En ik hoop ook in de toekomst als psychiater, in de praktijk en in het onderzoek, te kunnen blijven bijdragen aan het verhelpen van ongelijkheid in gezondheid.