We moeten een leefbare planeet achterlaten voor onze kinderen. Tegelijkertijd is de speelgoedindustrie voor die kinderen zeer plasticintensief. Veel duurzame alternatieven zijn er echter niet.
In een oud rapport van de Verenigde Naties, uit 2014, staat een interessante grafiek met daarin de sectoren die de meeste plastic producten gebruiken per één miljoen dollar omzet. Eén bolletje stijgt ver uit boven de rest: de (relatief) meest plasticintensieve sector is de speelgoedbranche. Sinds 2014 lijkt de VN het onderzoek niet meer te hebben herhaald. Evelien Bossuyt van de Belgische hogeschool UCLL denkt echter niet dat de situatie enorm is verbeterd. De milieubewuste onderzoeker ging als moeder van een vierjarig meisje op zoek naar duurzame speelgoedalternatieven en -merken. Ze vond die nauwelijks.
Volgens haar is de speelgoedsector ‘een typische branche waarbij veel verschillende materialen worden gebruikt en waarbij het moeilijk is om één speelgoedstandaard te ontwikkelen’. Recyclen is namelijk makkelijker als producten zijn gestandaardiseerd. Gek genoeg lijkt nauwelijks iemand zich druk te maken om de milieudruk van speelgoed; Bossuyt voelt zich een roepende in de woestijn. Ze schreef daarom een opiniestuk over haar onsuccesvolle zoektocht in het bekende Belgische weekblad Knack. Tot veel resultaat leidde dat niet. “Ik heb het gevoel dat niemand zich er echt over buigt en dat het consumentenbewustzijn zeer laag is.”
Sophie de giraf
Er bestaan wel wat initiatieven. Zo kwam LEGO in 2022 met steentjes van bioplastic, gemaakt van rietsuiker (normaal gesproken is dat aardolie). Er zijn speelgoedwebwinkels die zeggen duurzaam te zijn. En volgens onderzoek van Bol, op basis van online zoek- en koopgedrag, wint duurzaam speelgoed aan populariteit. ‘Barbie en Playmobil kozen ervoor om te verduurzamen met barbiepoppen van gerecycleerd plastic en de duurzame Playmobil-set Wiltopia. Andere merken ontstaan door die duurzaamheid, zoals Sophie de Giraf, gemaakt uit 100% natuurlijk rubber’, schrijft de webshop.
Toch is het allemaal veel te weinig, meent Bossuyt. “Als ik naar duurzame kleding zoek, zijn er tal van duurzame keuzes. Voor speelgoed geldt dat niet. Ook is er te weinig informatie. Het zou fijn zijn als consumenten via een label kunnen aflezen of iets goed te recyclen is. Dat vind je nauwelijks terug. We moeten ons als onderzoekers laten horen, zodat de cruciale mensen weten dat er nauwelijks duurzaam speelgoed is te krijgen.” In haar ogen zijn niet alleen politici ‘cruciaal’, maar ook ‘dappere ondernemers’. De oplossing ligt vaak bij individuen, vertelt ze. Bijvoorbeeld bij ingenieurs die er genoeg van hebben en ‘een deftige pop’ gaan ontwikkelen die niet van plastic is gemaakt, of in ieder geval van beter plastic. “Zodat dit aanslaat en andere bedrijven dat weer zien.”
Bossuyt vertelt dat alle poppen die ze tijdens haar zoektocht vond van pvc zijn gemaakt, een stof waartegen Greenpeace zich al heel lang verzet en die volgens Bossuyt ‘erg lastig te recyclen is’. “Buiten dat worden aan de pop vaak allerlei stoffen toegevoegd om het pvc zacht te maken of naar vanille te laten ruiken. Dat zijn stoffen waarvan je niet wil dat ze in het milieu komen en die recyclen nog lastiger maken.”
Tijdelijk entertainment
Bossuyt is opgeleid als psycholoog en later ‘bijgeschoold rond duurzaamheid’. Ze doet onderzoek naar hoe je de boodschap van duurzaamheid kan overbrengen. “Als psycholoog leer je om informatie die complex is zo behapbaar mogelijk te maken, zodat mensen op basis daarvan beslissingen kunnen nemen. De boodschap overbrengen in milieuwetenschappen is niet veel anders: je vertaalt een complexe, chemische uitleg naar een boodschap die overkomt bij de consument.”
Vaak is het zo dat de consument zichzelf iets aanleert, simpelweg door het te doen. Bossuyt noemt de omgang met speelgoed aan het strand als voorbeeld. “Waar ik heel hard mee worstel aan zee, zijn alle plastic netjes, emmertjes en schepjes. Je moet al met de auto komen om die dingen mee te nemen, want in het ov gaat dat nauwelijks, omdat het niet in een rugzak past. Ouders zijn snel geneigd die dingen voor één dagje of één vakantie aan te schaffen, als tijdelijk entertainment. Dit speelgoed blijft heel vaak achter op het strand. Soms niet eens bewust, want het leven van ouders is zo hectisch dat je snel iets vergeet. Het plastic verdwijnt echter wel in het zand of in de zee.”
Daarom stelt ze een verhuursysteem van strandspeelgoed voor. Je huurt de spullen zolang je aan zee zit. Hartstikke makkelijk, want je hoeft het niet mee te slepen. “Het is qua invloed een detail in de hele speelgoedsector, maar zorgt wel voor een andere mindset. Mensen willen immers consistent zijn in hun gedragingen en gaan wellicht meer huren en delen, ook op ander gebied. Een mooi voorbeeld van zelfeducatie.”
Beetje de baas
Het is online moeilijk om cijfers te vinden die specifiek laten zien hoeveel plastic speelgoed er wordt verkocht. Het CBS houdt sinds 2017 geen financiële gegevens van speelgoedwinkels meer bij, meldt een woordvoerder. In 2017 bedroeg de totale netto omzet 595 miljoen euro (plastic en niet-plastic speelgoed). Volgens statistiekwebsite Statista bedroegen de totale inkomsten uit verkoop van speelgoed en spellen in Europa 32 miljard euro in 2023. De markt kan veel kleiner, denkt Bossuyt, door niet alleen strandspullen, maar nog veel meer speelgoed te verhuren. “Thuis speelt mijn dochtertje de ene maand met een poppenhuis, een andere maand met een pop. Nou, laat dat poppenhuis dan naar een volgend kind gaan.”
Je wilt de ontwikkeling van je kinderen niet remmen door je eigen principes
Van te veel plastic zijn toekomstige generaties de dupe. Bossuyt noemt het dan ook ‘superboeiend’ dat ouders, ook veel milieubewuste ouders zoals zijzelf, toch massaal plastic speelgoed kopen. Thuis heeft ze een vierjarige met een stevige mening. Haar dochter kreeg ook houten, ongeverfde blokjes aangeboden, maar daar speelt ze niet mee. “Het komt onder meer doordat er bij speelgoed niet veel aantrekkelijke duurzame opties zijn. De pvc-pop is veel populairder dan een volledig natuurlijke pop, hoewel ik ervan overtuigd ben dat het technisch mogelijk moet zijn als de juiste mensen wakker worden. Vandaag is het echter makkelijker om duurzaamheid als criterium overboord te gooien en speelgoed te kopen dat het makkelijkst verkrijgbaar is, er mooi uitziet en blinkt.” Kinderen zijn een beetje de baas, weet Bossuyt. En dat is een deel van het probleem. “Bovendien is speelgoed nodig voor hun ontwikkeling en je wil die niet remmen door je eigen principes. Je voelt je geen betere, maar juist een slechtere ouder als je zegt: dit komt er niet in.”