In de zomer van 2012 is het Virgo-consortium betrokken bij de ontdekking van MERS (Middle East Respiratory Syndrome coronavirus). Een nieuw virus, dat wordt overdragen door dromedarissen. Hoogleraar virologie Marion Koopmans, hoofd van de afdeling Viroscience in het Erasmus MC Rotterdam, focust zich op verspreiding van infecties en hoe je dat kan tegengaan.
Een patiënt in Saoedi-Arabië overlijdt door een nieuw virus. Dat roept bij virologen direct een aantal vragen op, stelt Koopmans. “Waar komt dat virus vandaan? Omdat we weten dat nieuwe virussen vaker uit dieren komen, rijst het vermoeden dat dit nu ook het geval is. Hoe kun je dat snel en betrouwbaar aantonen? En naar de andere kant, wat betekent dit verder? Is dit ook een virus dat zich makkelijk kan verspreiden? Dat is waar je bang voor bent.”
Toolkit van genomicstechnieken
“Om snel de ontdekking van zo’n nieuw virus door te vertalen naar een follow up heb je kennis nodig van de genen en pathogenen, en van de interactie van het virus met de gastheer”, vervolgt Koopmans. “Daarvoor is door het Virgo-consortium een _toolkit_aan genomicstechnieken ontwikkeld. Dat is een soort platformtechnologie geworden die je in staat stelt heel snel de belangrijkste vragen bij zo’n verspreidende infectie te tackelen.”
Begin 2014 vraagt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de groep van Koopmans onderzoek te doen naar een uitbraak van MERS in Qatar. Op een kleine boerderij zijn twee mensen ziek en een aantal dromedarissen heeft een soort verkoudheid. Die mensen en de dromedarissen hebben hetzelfde virus. De vraag is: wie geeft het aan wie? Koopmans onderzoekt in Qatar verschillende groepen dieren: bij het slachthuis, op de markt en bij de dromedarisraces.
Snelkookpan voor verspreiding
“Die regio is booming, vanwege de olie en gasrijkdom”, vertelt ze. “Er is een enorme welvaart en bedrijvigheid, waar veel mensen op afkomen en dat creëert weer een vraag naar voedsel, waardoor er een grote markt voor dromedarisvlees is ontstaan. Tien jaar geleden liep de dromedaris daar vrij rond in the middle of nowhere, maar die sector is zo gegroeid dat ze nu veel dieren dicht bij elkaar houden in fokkerijen. In Qatar is één centraal slachthuis. Het land importeert ook veel dieren uit de Hoorn van Afrika en Australië en die komen allemaal bij elkaar op dezelfde markt, waar ze soms maanden staan voor ze naar dat slachthuis gaan. Dat is werkelijk een ‘snelkookpan’ voor virusverspreiding.”
“Daarnaast is de racerij heel populair in die regio. Dat zijn internationaal georganiseerde wedstrijden waar de toplaag van die landen bij betrokken is. Racedieren zijn kostbaar, en die racewereld is een rondreizend circus. In Qatar is een grote racebaan. Daar zitten allemaal kleine bedrijfjes langs met de Qatarese dromedarissen. Als er races zijn, krijgen die andere dromedarissen daar ook onderdak, dat is de ‘Arabische gastvrijheid’. Maar dat betekent dus ook weer: verspreiding naar andere dieren.”
In het slachthuis test de helft van de dromedarissen positief voor MERS. Koopmans verwacht verspreiding van het virus te kunnen terugdringen door bijvoorbeeld de dromedarissen uit Australië – die geen MERS hebben – te vaccineren of ze rechtstreeks van de boot naar het slachthuis te brengen. “Want dat zijn de dieren die makkelijk geïnfecteerd kunnen raken en het virus dan heel snel kunnen gaan verspreiden.”
Druppelsgewijze infectie
In Saoedi-Arabië lijkt het virus zich vooral in de ziekenhuizen van mens tot mens te verspreiden. Verspreiding in het ziekenhuis kun je aanpakken door ziekenhuispersoneel te vaccineren en goede hygiëne. “Maar”, zegt Koopmans, “dan hou je nog steeds druppelsgewijs infectie vanuit die dieren. Wij proberen dat deel van de overdracht te blokkeren. Daarom overwegen wij dromedarissen te vaccineren, zodat mensen er niet meer ziek van worden. Dat is een hele fundamentele aanpak.”
Lees ook:
—-