De zes scholieren die Nederland vertegenwoordigden op de jaarlijkse ‘wereldkampioenschappen wiskunde’ behaalden als team de 43ste plaats van 105 landen. Na de prima prestaties van de afgelopen vijf jaar zakt Nederland met dit resultaat terug naar de middenmoot. In de top vijf van het klassement valt opnieuw de dominantie van Zuidoost-Azië op.
De International Mathematical Olympiad (IMO) wordt elk jaar in een ander land gehouden. In 2011 was hij in Amsterdam, dit jaar in Chiang Mai, in het noorden van Thailand. Meer dan honderd landen selecteren in nationale competities de zes allerbeste scholieren om hun land te vertegenwoordigen.
In twee dagen moeten de scholieren proberen zes zeer lastige wiskundeproblemen op te lossen. Alleen de allerbesten lukt het om de maximale score van 42 punten (6 × 7) te behalen. Sommige IMO-winnaars zijn uitgegroeid tot wereldberoemde wiskundigen, zoals de Amerikaan Terence Tao of de excentrieke Rus Grigori Perelman. De laatste bewees in 2003 het fameuze vermoeden van Poincaré, weigerde vervolgens de prijs van een miljoen dollar en verdween in de anonimiteit.
Brons geen derde plek
De betekenis van ‘goud’, ‘zilver’ en ‘brons’ op de Wiskunde Olympiade is heel anders dan op de Olympische Spelen. Iedereen die een bepaalde puntengrens overschrijdt, wint een medaille, en daaronder ligt nog de categorie ‘eervolle vermelding’. Dit jaar wonnen van de in totaal 577 deelnemers er 39 goud, 100 zilver en 143 brons, waaronder ook Bob Zwetsloot, Evan van Ammers en Yuhui Cheng. Tim Brouwer won een eervolle vermelding.
Wat betreft de teams won dit jaar met de meeste punten de Verenigde Staten, gevolgd door China, Zuid-Korea, Noord-Korea en Vietnam. IMO-teams bestaan natuurlijk uit zeer slimme jongens en meisjes, maar net als voor elke competitie is intensieve training noodzakelijk om mee te kunnen doen voor de prijzen. In Zuidoost-Azië en China wordt van oudsher veel belang gehecht aan goed presteren op de IMO, zodat de selectie en training er op hoog niveau staan. Of heeft het toch ook met erfelijk bepaald talent te maken? In dit verband mag niet onvermeld blijven, dat de helft van het winnende Amerikaanse team ook nog van Aziatische komaf is.
Als team eindigde Nederland op de 43ste plaats. Vergeleken met de voorafgaande jaren, toen Nederland plaats 13, 25, 22 en, 28 en 38 opeiste, is dat niet geweldig. Verstrekkende conclusies over het niveau van het Nederlandse wiskundeonderwijs of de intelligentie van de huidige generatie middelbare scholieren moeten we daar vooral niet uit trekken. De IMO is een podium voor wiskundig toptalent dat niet representatief is voor het niveau in de breedte. Sommige leden van het team zijn volgend jaar ook nog scholier en kunnen meedoen aan de IMO 2016. Ook voor deelname aan de IMO geldt, dat ervaring helpt.
Uitdagend en origineel
Een Nederlands succesje is, dat wedstrijdopgave 1 is bedacht door Merlijn Staps, oud-IMO-deelnemer en nu een van de trainers van het Nederlandse team. Het is namelijk een hele eer als je een opgave voor de IMO mag leveren. Wiskundigen van over de hele wereld sturen problemen in, die van het juiste niveau moeten zijn, maar ook uitdagend en origineel. De selectie van de zes wedstrijdopgaven vond op de IMO zelf plaats, in de week voor de twee wedstrijddagen.