Over een week – na het broodnodige snorkelen, hiken en fietsen hier in Townsville, Australië – vaar ik weg met het wetenschappelijke boorschip JOIDES Resolution. Die boot zal gedurende twee maanden op de Tasmanzee rondvaren om daar honderden meters diepe gaten in de zeebodem te boren. Niet op zoek naar olie of gas, maar om boorkernen met oeroude zeebodem naar boven te halen.
Wat voor nuttigs kunnen we dan met bakken vol zeebodemmodder? Lijkt me een terechte vraag. De zeebodem is ons belangrijkste archief van de geschiedenis van de aarde en haar klimaat. Maar eerst even een uitstapje: waarom zou het klimaat van het verre verleden ons moeten interesseren? Het gaat toch om wat er nu en in de toekomst gebeurt met het klimaat – global warming en zo? Belangrijke vragen zoals hoeveel graden warmer ons klimaat wordt als de CO2-concentratie in de lucht verdubbelt. Dat is zeker waar. Maar om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen moeten we het klimaatsysteem erg goed begrijpen, inclusief de snelle en langzame processen die daarin een rol spelen. De aarde is namelijk best wel groot en best wel traag. Om al die langzame processen te begrijpen, gaan onze metingen met thermometers en andere meetapparatuur niet ver genoeg terug. Daarvoor moet je verder het geologisch verleden in, bijvoorbeeld naar periodes met veel meer CO2 in de atmosfeer, zoals 50 miljoen jaar geleden, toen er nog palmen op Antarctica stonden en krokodillen rond de Noordpool zwommen. Door het maken van klimaatreconstructies van dat soort periodes kunnen we beter begrijpen hoe de warmere toekomst eruit gaat zien.
Zeebodemmodder dus!
Oké, excuses voor dat lange intermezzo, misschien vind ik klimaat van het verleden ook wel iets te leuk. Anyway, die zeebodem als klimaatarchief dus. De zeebodem zou je kunnen zien als een soort boek van de historie van de aarde, waarin de verschillende pagina’s van het boek de opeenvolgende aardlagen op de zeebodem zijn, die laagje na laagje door neerdwarrelende meuk gevormd zijn. Meuk zoals klei en zand, maar ook allerlei piepkleine oceaanbeestjes die na hun dood naar beneden zinken. Je zou dat laagjes-idee kunnen vergelijken met de jaarringen van een boom. Maar dan plat, dus meer zoals spekkoek (wat ook nog eens lekkerder is dan boom). Met elke diepere laag zeebodem kun je verder terug de tijd in ‘kijken’. Maar waar kijken we dan precies naar? Nou, bijvoorbeeld overblijfselen van dinoflagellaten, die de hoofdrol speelden in mijn vorige blog. Of fossieltjes van mini-beestjes die
kalkschelpjes maken. En daarnaast zijn niet alleen de fossieltjes interessant, maar kun je ook allerlei chemische eigenschappen van de modder meten. En met behulp van dat hele scala aan fossiele hints maak ik dan samen met collega’s een reconstructie van het klimaat van het verleden, waarbij we dingen als temperatuur, zeeniveau en zuurgraad van de oceaan kunnen bepalen.
Het boorschip de JOIDES Resolution maakt onderdeel uit van het International Ocean Discovery Program en is eigenlijk een varend laboratorium. Allerlei metingen aan de modder kunnen er direct uitgevoerd worden. Doel op het schip is vooral om er zo snel mogelijk achter te komen hoe oud het materiaal dat we naar boven halen precies is. Daar hebben we wel een globaal idee van, maar precies weten we het pas als we de zeebodemlagen gaan bekijken. Zo kan op basis van die informatie direct de boorstrategie aangepast worden.
Ook leuk: de JOIDES Resolution is vernoemd naar een ander gaaf schip, de HMS Resolution, het schip van Kapitein James Cook. Hij verkende tweehonderd jaar geleden als heldhaftige pionier de Pacifische en Arctische Oceaan – waaronder ook de Tasmanzee!
In mijn komende blogs zal ik uit de doeken doen hoe het eraan toegaat op zo’n boorschip, en hoe het is om heldhaftige werkweken van zeven dagen per week en twaalf uur per dag te maken. I’m going on an adventure!