Sterven is allesbehalve vanzelfsprekend. Om te overleven moeten delen van ons lichaam juist afsterven. Uiteindelijk gaan we pas dood wanneer er teveel van ons lijf is versleten; eigenlijk een mysterie, want slijtage gaat niet voor alle dieren op. En zelfs wanneer het lichaam ermee ophoudt, is het voor artsen niet bepaald helder wanneer je nou écht dood bent. Om eindeloos twijfelen hierover te voorkomen, hebben wetenschappers afspraken gemaakt over wanneer het lichaam hopeloos is verloren.
Wanneer gaan we dood en hoe weten we zeker dat iemand dood is?
Waarom sterf je van ouderdom?
Sommige dieren gaan nooit dood. Vooral de beestjes die wij als meer ‘primitief’ zien lijken onsterfelijk. Is oud worden en van nature doodgaan dan een aanpassing die pas later is geëvolueerd? Het lijkt er wel op, maar evolutiebiologen zitten met de handen in het haar om te verklaren hoe dat kan.
De zelfmoordcellen
Ook vreemd: de cellen in je lijf plegen aan de lopende band zelfmoord, maar daaraan ga je dan weer niet dood. Sterker nog, het houdt je gezond. Cellen die doodgaan zijn onmisbaar voor het onderhoud in je lijf. Tot op zekere hoogte — teveel zelfmoord en je legt alsnog met huid en haar het loodje.
Doodgaan is een afspraak
Nog gekker is het sterfmoment zelf. Als je hart en hersenen ermee stoppen, ben je niet per se dood. Welk moment dat dan wel zou moeten zijn weten artsen niet zeker. Daarom hebben ze er maar een afspraak van gemaakt, om verwarring te voorkomen. Maar de medische verwarring over wanneer een mens ophoudt met bestaan, is levensecht.