De eerste maand van 2017 is voorbij en ik mag (van mezelf) nog nét terugblikken op twee belangrijke momenten van 2016: mijn promotie en mijn toekomstplannen.
Het hoogtepunt van 2016 was uiteraard mijn promotie! Met paranimfen Pamela en Geerte en een zaal vol familie, vrienden en collega’s achter me (met mijn oma op de eerste rij!), mocht ik het 45 minuten durende spervuur aan vragen beantwoorden. Ik weet niet of het een gebruikelijk gevoel is na een verdediging, maar ik vond het vooral ontzettend leuk door de grote diversiteit aan vragen.
Sommige vragen gaven inspiratie voor toekomstig onderzoek. Eén van de professoren vroeg bijvoorbeeld of het niet tijd werd voor een Nederlandse polypill trial (misschien had ze mijn eerdere Faces of Science blog gelezen?). Een mooie afsluiting van mijn tijd als promovendus was ook het interview dat ik samen met mijn promotor, Rick Grobbee, gaf in het Utrechtse Universiteitsblad Dub.
Wel of geen witte jas?
2016 stond ook in het teken van een andere Grote Vraag: word ik nu dokter (of doctor) met of zonder witte jas aan? Wil ik wel of geen gynaecoloog worden? Dit is één van de moeilijkste vragen geweest die ik ooit heb moeten beantwoorden. Vanaf het begin van mijn geneeskundestudie was het al duidelijk dat ik meer interessant vond dan ‘alleen’ een klinische dokter zijn in een ziekenhuis: onderzoek, nadenken over beleid dat onderzoek vertaalt naar de werkelijkheid en onderwijs geven heb ik altijd erg boeiend gevonden.
Maar werken met patiënten in een ziekenhuis is dat ook – en zeker aangezien de gynaecologie en verloskunde prachtige vakgebieden zijn die veel in zich hebben dat aansluit bij wat ik belangrijk vind als dokter: doen (het ‘doen’ van bevallingen bijvoorbeeld), en denken (zoals het nadenken over resultaten van bloedonderzoek en het stellen van een diagnose) en een mate van onvoorspelbaarheid van de dag met rennen en stilstaan (verloskamers zijn soms enorm druk met spoedgevallen, en soms is het juist enorm rustig) en de ruimte voor communicatie en compassie. Daarnaast zijn het vakgebieden die belangrijk zijn voor Nederland en lage- en middeninkomenslanden.
Na aanvankelijk mee gesolliciteerd te hebben voor de gynaecologieopleiding heb ik uiteindelijk toch besloten hier niet mee door te gaan. Waarom? Vanwege al die andere dingen die ik óók belangrijk en leuk vind, met name onderzoek. Daarnaast realiseerde ik me dat de combinatie praktijk en onderzoek mogelijk is, maar altijd op minder grote schaal dan ik nu voor ogen heb. Dus daarmee was 2016 ook het jaar van De Grote Keuze: ik blijf onderzoeker! (al laat ik wel een deur open naar beleid, onderzoek doe ik namelijk vooral om de praktijk te verbeteren!)
Oftewel, 2017 heeft weer mooie plannen in het verschiet. Ik ben ‘assistant professor’ (= postdoctoraal onderzoeker) bij mijn onderzoeksgroep geworden, en de afgelopen maanden druk bezig geweest met (nieuwe) onderzoeken in Zanzibar, Ghana, Nigeria, én Nederland.