Steeds vaker worden robotjournalisten ingezet om artikelen te schrijven, onder meer door het grote persbureau Associated Press. Het levert meestal onleesbare stukken op. Een blikken journalist kan een goede redacteur niet vervangen en dat moeten we ook niet willen. Het levert alleen maar meer frustratie, geldverspilling en saaie artikelen op. Maar robots kunnen journalisten wel uitstekend aanvullen. Daar moeten we vol op inzetten.
Dit artikel werd niet geschreven door een robot. Maar dit had wel zo kunnen zijn. De blikken reporters zijn namelijk bezig aan een opmars. Ze schrijven al zo’n tien jaar artikelen, en hun inzet is de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen. Zo maakt persbureau Associated Press er al gebruik van: duizenden artikelen worden daar al door robots geschreven.
Misvatting
Robotreporters worden nog met name ingezet bij financiële berichten en sportverslagen. Daar draait het toch vooral om de cijfertjes en die kan een robot prima weergeven, is de gedachte. Tel daar bij op dat journalisten het steeds drukker hebben, robots geld kunnen besparen, en het lijkt een gouden combinatie.
Toch is het dat helaas niet. Zeker bij de sportwedstrijden komen robots niet goed uit de verf. Wie hun artikelen leest, valt al snel op hoe verschrikkelijk saai ze zijn. De stukken bestaan vooral uit opsommingen van cijfers, waarin je leest hoeveel punten een honkballer of basketballer maakte, maar geen idee krijgt hoe goed hij speelde. Want dat kan de robot niet analyseren. Ik heb de meerwaarde ten opzichte van een blik werpen op de statistieken nog niet kunnen ontdekken. Wetenschappelijk onderzoek onderstreept overigens dat de lezers de berichten saai vinden.
Natuurlijk worden deze robojourno’s steeds beter. Daar twijfel ik niet aan. Het lukt ze binnen afzienbare tijd vast wel om de sportverslagen minder saai op te schrijven. Maar daarmee zijn ze er nog lang niet. Schrijven is een creatief proces en juist daarin schieten robots te kort. Een artikel maken is meer dan een kunstje dat in een vast stramien zit ingekapseld. Om te denken dat je robots op grote schaal kunt inzetten binnen de journalistiek is een misvatting.
Slimheid
Opmerkelijk genoeg zijn er ook al interviewbots, zoals Charlotte die het Fontys Future Media Lab ontwikkelt. Stel je voor dat een robot jou vragen stelt voor een artikel?
Uit onderzoek van het lab blijkt dat journalisten een interviewbot in zouden zetten om een quote te halen voor een artikel of om na te gaan of een persoon interessant genoeg is voor een artikel. Dat liet onderzoeker Hanna Zoon weten aan journaliste Armanda Verdonk. Voor NRC Handelsblad schreef zij een zeer interessante artikelenreeks over robotjournalisten.
Een robot inzetten om een quote te halen? Ik kan me er niets bij voorstellen. Een goede quote krijgen, heeft te maken met het onderwerp, de vraagstelling en hoe goed je iemand kent. Het lijkt eenvoudig, maar dat is het zelden. En als je al makkelijk een quote krijgt, dan komt dat meestal door de ervaring, of noem het de slimheid van een journalist. Een interviewbot komt op mij eerder over als een tool voor luie redacteuren en die moeten we het hoe dan ook niet te makkelijk maken. Bovendien vraag ik me af hoe een robot omgaat met een inzage op feitelijke onjuistheden? En een eindredacteur kan een robot lastig vragen waarom hij bepaalde keuzes maakte of vragen voor een andere insteek te kiezen.
Aanvulling
Nu klinkt het misschien alsof ik tegen iedere vorm van technologie ben. Maar dat is niet zo. Ik vind de opkomst van robots razend interessant en heb er niet voor niets een thema over opgezet op NEMO Kennislink. Maar we moeten ze niet inzetten op de manieren die ik hierboven heb beschreven. Ik zie het nut niet in van interviewbots of geautomatiseerde reporters die saaie sportverslagjes schrijven. Overigens heb ik geen angst voor een robot die mijn baan in pikt. Ik vind het vooral zonde van het geld om een robot te ontwikkelen die er nooit in zal slagen om hetzelfde kunstje te doen als menselijke journalisten.
Toch denk ik dat journalisten wel veel baat kunnen hebben bij robots. Maar dan moeten we ze slim inzetten. Want als ze ons aanvullen in plaats van vervangen, ontstaan fascinerende mogelijkheden. Gebruik ze om lastige berekeningen te maken, heel veel data door te ploegen en zet drones in om op lastig bereikbare plekken te komen of mooie plaatjes te schieten en beelden op te nemen.
Een mooi voorbeeld komt van de universiteit van Tilburg, waar een afstudeerder dankzij algoritmes financiële onregelmatigheden ontdekte in datasets van de Slowaakse overheid. Of zet sensoren en slimme rekenprogramma’s in tijdens sportwedstrijden, zodat ze meer inzicht geven in hoe wielrenners of voetballers een wedstrijd beleven. Welke wielrenner spaart zich voor een grote klim of wie snijdt tijdens de Elfstedentocht een stukje af? Kunstmatige intelligentie en robots zijn een aanvulling, geen vervanging.