Met je idolen aan tafel: wie droomt daar nou niet van? Het overkwam mij deze maand… Nee, helaas niet met de mannen van Foo Fighters of Red Hot Chili Peppers, maar met de uitvinders van mijn vakgebied! Een beetje nerdy? Misschien, maar hier toch een poging om mijn enthousiasme met iedereen te delen!
Want naast de stapel CD’s van mijn favoriete bands heb ik ook een stapel met wetenschappelijke publicaties die je gelezen móet hebben als diffusie-MRI wetenschapper. De experts achter deze publicaties hebben een enorme invloed gehad op de technologie die we vandaag de dag kennen.
Je kunt het bijna een beetje vergelijken met de invloed van grootheden als Jimi Hendrix of Bob Marley op muziekgenres: hoe zou onze muziek vandaag de dag klinken als zij er niet geweest waren? Stoffig zijn deze beroemdheden allerminst: zelfs de pionier van het veld, ondanks dat zijn artikel al meer dan 50 jaar verschenen is blijkt nog haarscherp met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen.
Handgeschreven krabbels
Mijn professor organiseerde een workshop in Cardiff over de geschiedenis van diffusie MRI, die begint in 1965. In onze tijd van computers waarin wetenschappelijke ontwikkelingen bijna sneller gaan dan kledingtrends is het bijna onmogelijk in te beelden hoe dat toentertijd moet zijn geweest. Toen kon je niet effe snel een nieuw MRI-experiment uitproberen, wat vaak moest de benodigde apparatuur nog zelf in elkaar gezet worden.
Even opzoeken op internet of je idee niet al door iemand eerder was uitgevoerd ging ook niet op; hopelijk was de universiteitsbibliotheek een beetje up-to-date. En waar je tegenwoordig je artikelen probeert te pimpen met fancy plaatjes en 3D renderings, waren het vroeger vooral simpele handgetekende grafieken die functioneel moesten zijn. Je artikel moest je vervolgens op de post doen naar een wetenschappelijk tijdschrift; en dan maar hopen dat het aankwam!
Het allercoolst vond ik toch wel de handgeschreven krabbels uit oude logboeken die voor de gelegenheid weer eens van zolder waren gehaald. Vraagtekens bij onverwachte bevindingen die later grote impact bleken te hebben, en hier en daar een “doesn’t work” bij nieuwe ideeën die toch niet bleken te kloppen.
Dat geeft jonge wetenschappers als ik toch een beetje moed: geen man overboord als mijn experiment weer een keertje niet werkt, dat overkomt dus zelfs de besten!