Koeien zijn geen biefstukken, maar onze beste vrienden. Tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’, laten een wereld zien waarin dieren eten iets uit het verleden is. Met goede alternatieven voor vlees en zuivel is het mogelijk.
In een weiland staat een lachende koe naast een persoon met een vegan hamburger in de hand. Op een tweede tekening heeft het hakmes boven de koe, de situatie zoals die nu is, plaatsgemaakt voor een hartje. Een bloederige biefstuk op een bord bestaat niet meer in 2050. Tegen die tijd kunnen dieren rekenen op liefde en respect, als het aan de tekenaars ligt.
Kan dieren eten echt iets uit het verleden worden? Bijna alle Nederlanders vinden het welzijn van dieren erg belangrijk. We zien dierenmishandeling als iets slechts en bij zes op de tien Nederlanders zijn megastallen impopulair, omdat er niet genoeg aandacht kan zijn voor de gezondheid en welzijn van het vee. Dit blijkt uit onderzoek van de Raad voor Dierenaangelegenheden, waar dierethicus Bernice Bovenkerk van de Wageningen Universiteit in zit. Die cijfers ten spijt is slechts zeven procent van de Nederlanders vegetariër en een minieme één procent veganist. “Veel mensen noemen zich tegenwoordig wel flexitariër, maar desondanks is de totale hoeveelheid gegeten vlees weer iets gestegen”, aldus Bovenkerk
Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:
Ontbossing
Wat Bovenkerk interessant vindt, is dat de tekenaars denken vanuit het dier. Hun rechten en welzijn zijn redenen om over te stappen op plantaardig eten, niet zozeer duurzaamheid. Al is het glashelder dat stoppen met vlees- en zuivelproductie helpt om de CO2-uitstoot in te dammen en bossen te behouden. “We hebben een systeem waarin we te veel gedomesticeerde dieren houden en daarmee de aarde uitputten. Het gaat om extreme aantallen. Die dieren moeten allemaal eten. In verschillende werelddelen, waaronder in de Amazone, worden bossen gekapt om soja te telen, die hierheen wordt verscheept om aan vee te geven. Wij eten vervolgens de dieren. Dat is inefficiënt en slecht voor het milieu. En dan heb je ook nog het risico op zoönosen, infectieziektes die van dier op mens kunnen overgaan. Veel dieren op elkaar vormen een reservoir voor virussen.”
Volgens haar collega’s van de Universiteit Wageningen is het qua landgebruik trouwens het duurzaamste om wel wát dieren te houden. De aarde herbergt stukken land die niet te verbouwen zijn voor voedsel voor de mens. Op die plekken kan vee grazen om het gras om te zetten in eiwit, oftewel vlees en zuivel, voor menselijke consumptie. “Mijn collega’s berekenden dat mensen tussen de 9 en 23 gram vlees per dag kunnen eten (het equivalent van één a twee plakjes ham). Dat zou duurzamer zijn dan volledig plantaardig eten. Althans, kijkend naar het landgebruik.” Wat betreft methaanuitstoot, van de mest, en dierenwelzijn is geen enkel dier houden het duurzaamst. Dat laatste aspect is precies wat de tekenaars aan het hart gaat. “Er zijn overigens start-ups die uitzoeken of ze gras geschikt kunnen maken als eiwitbron voor mensen, zodat we ook voedsel kunnen halen uit de onherbergzame stukken land.”
Kweekvlees en -melk
Terug naar de vraag of dieren eten iets uit het verleden kan worden. Want ondanks hun afkeer van dierenleed zijn veel mensen niet bereid dierlijke producten op te geven. De flexitariër wil minderen, maar vindt het moeilijk. Hoe moet het dan met die gezellige barbecues in de zomer? “Mensen zijn de smaak en de cultuur eromheen gewend. Deze groep haal je niet over met peulvruchten. Je moet met iets komen dat smaakt naar vlees en waarvoor mensen hun gewoontes niet hoeven te veranderen.”
Kweekvlees en kweekmelk, daar zit potentie in, denkt Bovenkerk. In Singapore liggen de gekweekte kipnuggets al bij McDonalds. Vlees kweken zonder een dier te gebruiken lukt nu nog niet. Om de cellen voor een hamburger te laten groeien is bloedserum van gedode kalveren nodig. Maar bedrijven als Mosa Meat, waarvan de hoogleraar fysiologie aan de Universiteit Maastricht medeoprichter is, zijn hard bezig om dat te veranderen.
Op het moment dat er een alternatief is dat goed wordt gemarket, komt er beweging in, verwacht Bovenkerk. “De Vegetarische Slager werkt bijvoorbeeld aan diervrije kaas die echt naar kaas moet gaan smaken. Van havermelk kun je geen goede kaas maken, van kweekmelk wel. Uit onderzoek weten we dat een grote groep vegetariërs niet de stap zet naar veganisme vanwege de kaas.”
Een wereld zonder bio-industrie lijkt nu nog ver weg. “Ik ben wel optimistisch dat het zo ver gaat komen. Tachtig procent van de bevolking vindt dat dieren rechten en een morele status hebben. Alleen is die mening nog niet direct verbonden aan het eten van vlees. Processen van bewustwording duren lang.” Maar als het eenmaal zo ver is? “Wanneer we dieren niet langer gebruiken als dingen, krijgen we een heel andere maatschappij, waarin mens en dier op een gelijkwaardige manier gaan samenleven.”