Naar de content

'Deze vergeten stad kende zijn gelijke niet in Zuid-Afrika'

Archeoloog ontdekt dat ruïnes bij Johannesburg samen een stad vormden

Karim Sadr

Archeoloog Karim Sadr ontdekte een vergeten grote stad vlakbij Johannesburg, Zuid-Afrika. Het onderzoek is nog in volle gang, maar NEMO Kennislink spreekt via een krakende telefoonlijn met hem over zijn bevindingen tot nu toe.

5 december 2018

In het natuurreservaat Suikerbosrand bij Johannesburg zijn een hoop ruïnes te vinden. Dat hier mensen hebben gewoond was dus bekend en ook dat de burgeroorlog tweehonderd jaar geleden een einde aan maakte aan die bewoning. Professor Karim Sadr (Witwatersrand Universiteit, Zuid-Afrika) wilde hier meer over weten en begon tien jaar geleden met zijn archeologisch onderzoek naar de ruïnes.

Door planten heen kijken

Eerst maakte Sadr samen met zijn studenten een database aan de hand van Google Earth-beelden van het gebied. Maar omdat de vegetatie te veel van het zicht ontnam, kwam LIDAR in beeld. Met deze lasertechnologie kun je vanuit de lucht door de vegetatie heen ‘kijken’.

LIDAR werkt als radar, maar dan met laserlicht in plaats van met radiogolven. Je vliegt met het apparaat boven het gebied en straalt laserlichtbundels uit. Wanneer ze iets raken, ketst het terug en die afstand in tijd wordt gemeten”, legt Sadr uit. Hiermee zagen de wetenschappers vier keer zo veel gebouwen als via Google Earth. Waar ze bij Google Earth nog last hadden van vegetatie, maakte LIDAR het mogelijk om daar doorheen te kijken en de omvang van deze stad te zien.

Google Earth compilatie stad

Een compilatie van Google Earth van de Suikerbosrandheuvel in Zuid-Afrika. De groene markeringen zijn hofstedes: boerderijen inclusief bijgebouwen en erf. Ze zijn gebouwd in drie clusters, in het noorden, het zuiden en in het midden van de stad. Het centrale cluster is waarschijnlijk de plek waar de koning zijn hofstede had.

Vorig jaar is de archeoloog begonnen met het analyseren van de LIDAR-data, en wat zich toen langzaam aan hem ontvouwde, overtrof alle verwachtingen. “De verhalen over een oude stad waren bekend en de ruïnes zichtbaar, maar voor het eerst hebben we nu in kaart kunnen brengen hoe verstedelijkt dit gebied is geweest. Het waren niet wat los verspreide gebouwen her en der, zoals we dachten, het was de grootste stad van de regio.”

Klimaatverandering

De bevolkingsgroep die toen in dit gebied leefde, de Tswana-gemeenschap, was georganiseerd in politiek onafhankelijke koninkrijkjes. Deze koninkrijkjes bestonden uit een hoofdstad met land daaromheen. “Nergens in het oosten en het zuiden van Zuid-Afrika was een stad te vinden van deze omvang. Alleen verder naar het westen vind je aan het begin van de negentiende eeuw zulke steden”, aldus de archeoloog.

De ooit bloeiende stad is vernietigd tijdens oorlogen in het begin van de negentiende eeuw, die veroorzaakt werd door klimaatverandering en kolonialisme. Het werd steeds kouder, waardoor het moeilijker werd om te boeren. Boeren uit het zuiden en nieuwe Britse kolonisten vertrokken vanuit de kustgebieden meer landinwaarts op zoek naar betere gronden. Ook Zulu-koning Shaka Zulu vergrootte zijn koninkrijk vanuit het zuidoosten. Dit veroorzaakte een domino-effect, waarbij de vluchtende mensen en plunderende legers steeds verder landinwaarts trokken.

Sadr: “Iedereen vocht met iedereen. Vanuit het zuiden kwam er een grote groep Ndebele die zich tussen 1824 en 1827 met een sterk leger in de buurt van de stad vestigde. Ze zorgden voor veel problemen en hebben de stad gedeeltelijk vernietigd. Wat er met de achtergebleven bevolking is gebeurd weten we niet, maar wel dat dit het einde betekende voor de welvarende stad.” Kolonisten claimden echter een leeg land aangetroffen te hebben, waardoor ze het mochten innemen en de mijnstad Johannesburg konden stichten.

Vertrokken in haast

De huizen die zijn vernietigd tijdens de oorlogen bleken echter niet de oudste gebouwen. Sadr heeft stenen muren teruggevonden die dateren uit de vijftiende eeuw: “Tot ongeveer 1550 lagen de boerderijen her en der verspreid, maar daarna veranderde de architectuur en gingen de bewoners hofsteden bouwen, bij elkaar geclusterd op de heuvel.”

De archeologen hebben bij elkaar negenhonderd hofsteden geteld, maar ze weten nog niet of die ook tegelijkertijd bewoond werden. Dit maakt het lastig om het aantal inwoners van de stad te kunnen schatten, zegt Sadr. “Er woonden gemiddeld tussen de tien en twintig mensen in hofsteden, wat een inwoneraantal van negen- tot achttienduizend mensen zou betekenen. Ik hou mijn schatting op tienduizend inwoners tijdens het hoogtepunt van de stad.”

Reconstructies hofstedes

Deze reconstructie van de koninklijke hofstede op de Suikerbosrandheuvel is gemaakt aan de hand van LIDAR-beelden. Te zien is de stenen buitenmuur die om het erf van de ronde huizen ligt. Tussen de huizen staan nog meer ronde stenen omheiningen, bedoeld voor het vee. De grote waarschijnlijk voor enkele koeien en de kleinere voor kleiner vee. In ditzelfde gebied bevinden zich een paar ronde torens waarvan de functies nog niet duidelijk zijn.

Een belangrijke vraag is of de oorlogen de hele stad in één keer heeft verwoest of dat er mensen zijn blijven wonen. “Je ziet aan de resten dat de mensen in haast zijn vertrokken. Ze hebben veel spullen achtergelaten, zoals potten, pannen en werktuigen. Dit blijkt uit de drie hofsteden die we tot nu toe hebben kunnen onderzoeken.” Maar omdat de archeoloog ook heel eenvoudige huizen heeft gevonden die niet lijken op de rijkere architectuur van de hofsteden, denkt hij dat er mensen zijn blijven wonen na de verwoestingen.

Democratie

Een hofstede bestond uit een erf met hoofdgebouw en bijgebouwen. Hier woonde het mannelijke hoofd van een familie, met zijn (soms wel vijftien) vrouwen. Zij hadden allemaal een eigen huis op het erf. Bij de grootste hofstede, die van de koning, hoorde een centrale ontmoetingsplek. Sadr heeft in deze stad ook zo’n grote open ruimte gevonden. “Het is een natuurlijke heuvel waar de koning kon overleggen en over de stad kon uitkijken.”

Er was een sterke hiërarchie binnen de Tswana-gemeenschap. De koning wees per district hoofdmannen aan en onder de hoofdmannen vielen de mannelijke hoofden van de families. “Deze volwassen mannen waren dus allemaal politici. Ze onderhandelden met elkaar over alles, de koning maakte geen beslissingen in zijn eentje. Het was een erg democratisch systeem. De jonge en volwassen mannen die lager in de hiërarchie stonden, hoedden de kuddes. Er was geen religieus centrum, maar er zullen wel enkele priesters en medicijnmannen hebben gewoond. Daarnaast hebben we gereedschappen gevonden, wat duidt op ambachtslieden. De vrouwen deden al het werk op het land en zorgden voor het huishouden.”

Bij de Tswana-gemeenschap was je rijk als je veel vee had. De archeologen weten nog niet hoeveel vee er in de stad moet zijn geweest, maar wel dat de gebouwen groot waren en van rijke architectuur. “Vee moest beschermd worden en verschillende gebouwen wijzen op de aanwezigheid van een grote veestapel. Dit is nog een bewijs dat de stad zo rijk was dat het zijn gelijke niet kende in dit gebied.”

Op deze kleurige LIDAR-foto zijn verschillende paden te zien. De cirkels bij de paden vormen hofstedes. Deze paden lopen langs de zuidkant van de stad. Of het hier om veeroutes gaat, paden die de vrouwen naar de velden leidden of misschien wel ceremoniële wegen zal volgend jaar worden onderzocht. Karim Sadr

De waarde van de veestapel is ook terug te vinden in de begrafenisrituelen van de Tswana-gemeenschap. “Er zijn geen gemarkeerde graven of begraafplaatsen in de stad. De gewoonte was om de vrouwen te begraven achter het huis en de mannen onder de omheining rond de veekraal. We hebben wel een toren gevonden bij de centrale veekraal van de koning. We weten nog niet wat de functie hiervan is, maar het zou een markering kunnen zijn van elitegraven.”

Verder onderzoek

De stad is nu wel in kaart gebracht, maar er staan nog veel grote vragen open voor Sadr en zijn studenten. “We willen weten hoeveel mensen hier leefden, wie tot de elite behoorden en waar die dan woonden. Ook weten we nog niet welk deel van de stad oud is en welk deel jong en of ze abrupt verlaten is. We hebben nu al wel wat aannames maar het bewijs hiervoor moeten we nog vinden. Daar zijn we nog wel een paar decennia mee bezig.”
Wordt vervolgd…

ReactiesReageer