De situatie van jonge ouders in de academische wereld laat nog te wensen over. Marie-Evie Aubin-Tam en Monique van der Veen zetten zich samen met een groep collega’s in voor verandering, en wonnen voor hun inspanningen de NWO Athenaprijs 2018.
Als vrouw in de academische wereld kan zwanger zijn een hoop problemen opleveren. Zeker als je nog aan het begin van je carrière staat als postdoctoraal onderzoeker of universitair docent. Je hebt dan vaak maar beperkte tijd om je te bewijzen en Nederlandse universiteiten geven geen verlenging voor zwangerschap. Maar dat gaat snel veranderen, hopen universitaire docenten van de TU Delft Marie-Eve Aubin-Tam (bionanoscience) en Monique van der Veen (chemische technologie). Voor hun inspanningen ontvangen ze op 4 december de NWO Athenaprijs 2018, een prijs voor excellente vrouwelijke chemici die een rolmodel zijn voor andere onderzoekers.
Verbazing
Aubin-Tam en Van der Veen zitten met drie andere docenten van de TU Delft in de _Dutch Tenure Track Reform_-groep, een groep van universitair docenten die de situatie voor ouders in de academische wereld willen verbeteren. De docenten komen uit allerlei vakgebieden, en zagen dat onderzoekers die kinderen krijgen geen verlenging krijgen voor de tijd die ze kwijt zijn. “Ik heb buitenlandervaring en in andere landen waar ik geweest ben, krijg je minstens een jaar verlenging per kind”, vertelt Aubin-Tam. “Ik vond het raar dat dit in Nederland niet bestond, dus sloot ik me aan bij de groep.” Ook Van der Veen was al snel gemotiveerd om zich in te zetten: “Een van de andere initiatiefnemers sprak me aan en ik besloot meteen om mijn schouders eronder te zetten. Er moest echt iets veranderen.”
De groep richt zich eerst op tenure trackers. Dat zijn onderzoekers die de universiteit aanneemt en die bij goede resultaten uiteindelijk hoogleraar worden. Na veel gesprekken met het college van bestuur en de rector kwam een doorbraak: de TU Delft wijzigde als eerste Nederlandse universiteit haar beleid, en geeft nu moeders een jaar en vaders zes maanden verlenging per kind. “We zijn blij dat de universiteit ook de vaders in het nieuwe beleid heeft opgenomen, dat zie je niet vaak”, zegt Aubin-Tam. “Ze liepen enorm achter, maar nu zijn ze juist een van de voorlopers.”
Ook voor de postdocs
Hoewel de onderzoekers blij zijn met de veranderingen in Delft, zijn ze nog lang niet uitgestreden. “Wij willen een dergelijk systeem ook graag voor postdoctorale onderzoekers”, vertelt Van der Veen. “Die gaan nu van tijdelijk contract naar tijdelijk contract, en je ziet dat ontzettend veel vrouwen daar afhaken.” Niet zo gek, want postdocs zijn vaak rond de dertig jaar oud, precies de leeftijd dat veel mensen aan kinderen beginnen.
De groep praat daarom ook met de Vereniging van Universiteiten, de VSNU. Aubin-Tam: “Het liefst willen we dat het recht op zo’n verlenging in het CAO komen te staan. Volgens de VSNU moeten we daarvoor nog wat juridische vraagstukken oplossen, maar in Delft is het ook gelukt dus het moet vast goed komen.” Van der Veen denkt dat hun inspanningen bij de VSNU wel helpen, maar dat het nog beter zou zijn als iedere universiteit zo’n reform-groep opricht: “Je moet uiteindelijk vooral het college van bestuur overtuigen, en die zijn gevoeliger voor argumenten van hun eigen werknemers.”
Metalen en membranen
Natuurlijk werken de wetenschappers naast hun inzet in de reform-groep voornamelijk ook aan onderzoek. Zo houdt Van der Veen zich bezig met metaal-organische roosters, ook wel MOFs genoemd. Deze flexibele roosters bouw je op uit een cluster van metaal en zuurstofatomen die verbonden zijn met elkaar door organische moleculen. “Wij proberen roosters zo te ontwerpen dat het elektriciteit opwekt als wij hem laten bewegen. Of dat hij juist gaat bewegen als wij hem in een elektrisch veld plaatsen. Dit noem je een piëzo-elektrisch effect.”
Met deze roosters wil Van der Veen uiteindelijk energiebronnen voor flexibele elektronica maken of zelfs een computergeheugen. Maar dan moet de omzetting van mechanische energie naar elektrische energie nog wel wat efficiënter: “Nu verliezen we nog te veel energie. Maar we proberen verschillende bouwstenen op een slimme manier uit en ik ben ervan overtuigd dat we in tien jaar een efficiënte MOF kunnen maken.”
Een mooie carrière
Het onderzoek van Aubin-Tam richt zich ook op technologie, maar dan meer in combinatie met biologie. Zij wil graag onderzoeken hoe de moleculaire machine in celmembranen precies werkt: “Wij ontwikkelen technieken om de processen in de celmembraan te volgen. Bijvoorbeeld met een optisch pincet.” Zo’n pincet bestaat uit een laserstraal die kracht uitoefent op een deeltje, en zo dit deeltje als het ware vasthoudt. Met dit systeem hebben andere onderzoekers al mechanismes van moleculen in de cel uitgevogeld, maar Aubin-Tam denkt dat het voor membranen ook kan werken. “Door zo’n systeem te combineren met microfluidica, een proces waarbij je het gedrag vloeistoffen op micrometerschaal controleert, kun je de condities rondom zo’n membraan precies controleren. Waardoor je heel precies naar één proces in het membraan kan kijken. Het is nog niet gelukt, maar het moet kunnen.”
De onderzoekers hopen zowel in als buiten het lab een goed voorbeeld te zijn voor andere vrouwen in de academische wereld. Van der Veen: “Ik vind het zo jammer mensen dat denken dat een wetenschappelijke wereld voor vrouwen ontzettend zwaar is. Volgens mij is dat nogal overtrokken. Lang niet overal heerst een vijandige sfeer, er zijn veel fijne groepen om onderzoek te doen waar ze je stimuleren.” Ook Aubin-Tam ziet graag een ander beeld: “Dit is een fantastische carrière voor vrouwen, ook voor moeders. Je hebt veel meer flexibiliteit dan bij andere banen. Er zijn natuurlijk nog verbeterpunten, maar ik hoop dat we die met zijn allen snel oplossen.”