Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

De yuckfactor

twee jonge vrouwen kijken vol walging
twee jonge vrouwen kijken vol walging
Freepik

In het lab wordt van alles bedacht, maar van sommige ontwikkelingen lopen de rillingen je over de rug. Wat doe je als wetenschapper met deze afkeer of walging: de ‘yuckfactor’?

24 september 2024

Wat komt er in je op als je denkt aan het ontwikkelen van geslachtscellen in een laboratorium, vanuit huidcellen? Of bij het zien van een konijn dat licht geeft in het donker? Of het idee dat wetenschappers jouw cellen gebruiken om je te klonen?

Je kan het gaaf vinden, vragen hebben of twijfels. Het is ook goed mogelijk dat deze mogelijkheden een gevoel van afkeer bij je oproepen, een niet helemaal thuis te brengen – unheimisch – gevoel in je buik. Binnen de ethiek noemen we die reactie ook wel de ‘yuck’. Iets wat deze reactie op kan roepen, heeft zogezegd de ‘yuckfactor’.

Jong meisje met muts op steekt haar tong vol walging uit naar de kijker

De ‘yuck’ is een intuïtieve reactie van weerzin of afkeer op iets.

Freepik

De yuckfactor

De ‘yuck’ is een intuïtieve reactie van weerzin of afkeer op iets. Dat kan een afkeer zijn van een vergeten banaan van drie weken geleden onder in je tas of het dragen van een bezwete trui van een klasgenoot. Afkeer kan zich ook uiten tegen bepaald gedrag, zoals een wrede moord.

Nieuwe technologische ontwikkelingen en biomedische innovaties roepen soms ook de yuck op. Misschien gruwde jij wel bij de voorbeelden van het begin van het artikel. De vraag is hoe nuttig deze reactie is in de morele evaluatie van nieuwe, biotechnologische ontwikkelingen. Welk gewicht, if any, moeten we aan deze afkeer toekennen bij het beoordelen van een technologie?

Wijsheid van weerzin

Sommige ethici stellen dat de yuckfactor behulpzaam is in het bepalen van de geschiktheid of juistheid van een nieuwe ontwikkeling. Zij zien in de yuckfactor ook wel ‘de wijsheid van weerzin’. De afkeerreactie die je ervaart als je met bepaalde biotechnologische ontwikkelingen wordt geconfronteerd, kunnen we gebruiken in de ethische evaluatie van deze technologieën. De weerzin die een technologie oproept werkt als het ware als een soort ‘moreel alarm’. Het is dan een uiting van een ‘diepe wijsheid’ die we niet verder kunnen, en ook niet hoeven, te duiden.

Anderen zien het erkennen van de yuck, en het gebruiken ervan als onderbouwing voor het wel of niet goed zijn van een bepaalde ontwikkeling als gevaarlijk. Ze stellen dat veel vooroordelen of bepaalde soorten gedrag die we nu heel normaal vinden, vroeger afkeer opriepen. Bijvoorbeeld relaties tussen personen van hetzelfde geslacht. Het gebruiken van de ‘yuck’ als onderbouwing voor een oordeel is onder andere fout, omdat een afkeerreactie ook maatschappelijk bepaald kan zijn en mogelijk verandert met de tijd. Iets wat de ene generatie als slecht zag, is nu normaal of zelfs gewenst. Ideeën over wat goed of slecht is moeten om die reden ook niet gebaseerd worden op dit soort reacties, stellen ze.

Jonge man kijkt vol walging naar de kijker, steekt zijn tong uit

Sommige mensen zien het erkennen van de yuck, en het gebruiken ervan als onderbouwing voor het wel of niet goed zijn van een bepaalde ontwikkeling als gevaarlijk.

Freepik

Emotie en ratio

Een onderliggende vraag is wat de rol van emotie en relatie tussen emotie en ratio is bij ethische reflectie op een (biomedische) technologie. Is het antwoord op de vraag of het ontwikkelen van geslachtscellen in het lab een goede ontwikkeling is, te vinden door rationeel nadenken, of mogen emoties hierin ook een rol spelen? Of zijn emoties alléén zelfs genoeg om te bepalen wat wenselijk is?

Sommigen vinden dat emoties voldoende zijn om een oordeel te vellen. Anderen vinden dat emoties geen enkele rol mogen spelen in de overdenking van een nieuwe technologie: ethische beslissingen of conclusies mag je alleen rechtvaardigen als ze volgen uit een logische redenering. Emoties zijn ongeschikt als onderbouwing voor een oordeel. Deze ethici stellen dat als emoties nuttig zijn om te bepalen wat goed is om te doen, ze net zo goed een motivatie kunnen zijn om iets te doen wat niet goed is. Morele beslissingen die je baseert op intuïtieve reacties zijn om die reden geen goede ethiek.

Bovendien, stel dat geslachtscellen uit het lab weerzin oproept bij sommigen, dan hoeven ze alleen te stellen dat de ontwikkeling ‘niet goed voelt’, en dan is daarmee de beslissing gemaakt. Maar wat nu als verschillende personen andere (emotionele) reacties hebben op dezelfde ontwikkeling, wie heeft er dan gelijk?

Jonge vrouw deinst vol walging achteruit

Wat veroorzaakt de yuck?

Freepik

Intuïtie als startpunt

Er zijn ook tussenliggende standpunten. Je kunt je afvragen of het mogelijk is om alleen maar rationeel en objectief te zijn. Spelen gevoelens niet altijd een rol in het bepalen hoe je over iets denkt? Het gebruiken van emoties, zoals afkeer, als eindpunt van een ethische reflectie kan dan onvoldoende zijn. Maar emoties zijn mogelijk wel een goed startpunt voor ethisch nadenken. Als een bepaalde ontwikkeling een persoon de ‘yuck’ geeft, is dat misschien wel een teken dat er iets niet klopt voor diegene. Mogelijk betekent het dat er voor die persoon iets misplaatst voelt of dat er een conflict is tussen waarden. Als een ontwikkeling ‘yuck’ oproept, is het interessant om te onderzoeken waar die weerstand precies vandaan komt. Wat wringt er of voelt misplaatst? In andere woorden, wat veroorzaakt de yuck?

De 'yuckfactor' is een interessant maar ingewikkeld onderdeel van de ethiek rond nieuwe (biomedische) technologieën. Deze technologieën kunnen, om verschillende redenen een bepaald gevoel van afkeer oproepen. De ‘yuck’ kan helpen om ons idee over een nieuwe ontwikkeling te begrijpen, maar je moet het wel combineren met logisch nadenken. Emoties en logisch zijn beide onderdeel van het proces om nieuwe technologieën eerlijk te beoordelen. Kortom, de 'yuck' is geen eindstation, maar een uitnodiging om dieper te graven.