De Vlaamse Emmy Van Daele (30) woont met haar vriend in een woongroep in Renkum. Van jongs af aan is ze bezig met het klimaat. In de woongroep vindt ze gelijkgestemden.
“Op de lagere school leerde ik dat tomaten in de zomer groeien, en dan kwam mama in hartje winter terug van de winkel met verse tomaten. Dat klopte niet, het riep allerlei vragen op. Waarom koopt iemand elk nieuw model van een smartphone als het zoveel kost om te maken en het oude toestel het nog prima doet? Hoe kan een shirt bij H&M maar een paar euro kosten? Waarom bouwen mensen grote huizen en rijden ze rond in een eigen auto als je die ook kan delen? Ik was de enige in mijn omgeving die zich zorgen maakte. Dat gaf een machteloos gevoel. Maar me slecht voelen loste niets op aan de problematiek. Als tiener zocht ik een alternatief voor die levensstijl: wat wil ik dan wel?”
Voor haar werk verhuisde Emmy naar een woongroep in Wageningen. “De eerste reden was duurzaamheid: je deelt veel apparaten, de wasmachine, klusgereedschap. Duurzaam hoeft niet duurder te zijn. Het gaat om keuzes maken. Als student kocht ik een kwaliteitsshirt, maar dat was een investering voor langere tijd. Ik vond het prima om het jaren te dragen en zelf te repareren. Tweedehands kopen en spullen delen is ook goedkoop.”
De woongroep beviel zo goed dat ze sindsdien zo is blijven wonen. Inmiddels heeft ze met haar vriend en vier anderen een huis gekocht. In alles wat ze doet als consument weegt ze het milieu mee. “Ik eet veganistisch, zoveel mogelijk lokaal, seizoensgebonden en verpakkingsvrij. Ik maak veel zelf, bijvoorbeeld afwas- en schoonmaakmiddel. Ik neem de fiets of het OV, als dat niet kan een deelauto. Op vakantie naar Ierland nam ik de trein en boot, vliegen vermijd ik het liefst. Door in een woongroep te wonen delen we niet alleen ruimte en spullen. Maar we hebben ook het gezinsgevoel en sociale netwerk zonder allemaal zelf kinderen te hebben. Dat is wel iets in het huis dat bewust overwogen wordt, ook door de milieu-impact van een kind.”
Inmiddels werkt ze als projectleider bij Recycling Netwerk Benelux. “Dat brengt veel rust. Ik ben ook realistisch geworden: ik doe wat ik kan, maar een mensenleven is kort in het klimaatprobleem. Ik ben kritisch op hoe ik mijn tijd besteed.” Het lastigste vindt ze het omgaan met mensen met heel andere waarden, waarvan ze de goede bedoeling wel waardeert. “Ik wil niet met mijn vinger wijzen, zo ben ik niet. Tegelijk wil ik echt geen kleding cadeau krijgen van de Primark. Met mijn keuzes probeer ik anderen te inspireren als voorbeeld. Ik hoop dat mensen bewust gaan leven, dat ze stilstaan bij een keuze en denken ‘oei, heb ik dit gedaan’ en met dat schuldgevoel iets doen: een andere keuze maken.”