Zonder humor zou je waarschijnlijk geen vrienden hebben en ook een goede relatie is gebouwd op samen geintjes maken. Grappen maken is een bindmiddel en ontzettend belangrijk, stelt Madelijn Strick in haar uitstekende boek ‘Humor is een van de vier pijlers onder het universum’.
Tijdens een optreden in Glasgow vraagt U2-zanger Bono om stilte. Het even daarvoor nog joelende publiek is plots muisstil. De zanger klapt in zijn handen en dan nog een keer. Om de paar seconden klinkt alleen die klap. “Elke keer als ik in mijn handen klapt, sterft een kind”, zegt Bono. Het publiek blijft stil, laat de boodschap even op zich inwerken. Dan verbreekt een man op de derde rij de stilte. ‘Nou, stop er dan verdorie mee, gemene idioot’, roept hij.
Het is een van de grappen die in het boek ‘Humor is een van de vier pijlers onder het universum’ van gepromoveerd sociaal psycholoog Madelijn Strick (Universiteit Utrecht) staat. Ze schrijft over dijenkletsers, harde grappen en flauwe moppen. En ze verbindt ze met wetenschappelijke onderzoeken. Neem de net vermelde grap over Bono. Daarmee kan je uitleggen dat er een verschil is tussen correlatie en causatie. Het is een correlatie dat Bono klapt en een kind sterft, natuurlijk is het geen causaal verband.
Zijn mannen grappiger dan vrouwen?
Humor is de belangrijkste bijzaak in het leven, wordt wel gezegd. Maar daar is Strick het niet mee eens. ‘Het is een van de belangrijkste sociale vaardigheden die er zijn’, schrijft ze in het boek. Veel belangrijker dus dan een bijzaak, daarmee doe je het tekort. Ze noemt het een bindmiddel in de samenleving. Zoals apen met elkaar vlooien om ervoor te zorgen dat ze zich op hun gemak voelen in een groep en saamhorigheid ervaren, op diezelfde manier gebruiken wij de lach. Daarnaast bouw je door humor ook vriendschappen op en blijkt uit onderzoek dat mensen die heel lang samen zijn opvallend vaak dezelfde geintjes maken.
Zonder humor is het leven, kortom, niet veel aan. Strick noemt moeiteloos allerlei interessante onderzoeken over lachen. Ze schuwt daarbij ook de beladen onderwerpen niet. Zoals de vaak gehoorde stelling dat vrouwen niet grappig zijn. Uit studies met Amerikaanse, Britse, Canadese en Australische deelnemers bleek dat zij in grote getale vonden dat vrouwen veel minder grappig zijn dan mannen. Maar is dat ook zo? Uit onderzoeken blijkt dat vrouwen niet minder vaak lachen dan mannen en ook niet dat vrouwen minder vaak grappen maken.
Tegelijkertijd is er iets geks aan de hand als mannen en vrouwen in groepen zijn. In gemengde gezelschappen maken mannen vaker grapjes. Er is geen overtuigend bewijs dat dit door de evolutie komt. Waarschijnlijk is het een klassiek rollenpatroon dat vrouwen de lachers zijn en mannen de grappenmakers, dat ervoor zorgt dat ze zich zo gaan gedragen. Een humorkloof door sociale normen dus.
Vertel eens een leuke mop
Ook interessant is de relatie tussen humor en genezen van een ziekte, die meerdere malen is gelegd. Dat blijkt onzin. Er is geen bewijs dat lachen gezond is. Het geneest je niet van een ziekte. Ja, door te lachen maak je wel endorfine aan in je brein en daardoor voel je je beter, maar een medicijn is dat niet. ‘Humor maakt onze levens misschien niet gezonder of langer, maar wel aangenamer’, schrijft Strick.
En dit boek doet dat ook. Het is heel vlot geschreven en Strick weet kundig humor te analyseren. Als lezer vraag je je af of Strick zelf ook grappig is. Maar die vraag vindt ze maar vervelend. ‘Soms krijg ik weleens de vraag of ik een leuke mop wil vertellen. Dan kan ik wel door de grond zakken. (Het is sowieso een vreemde vraag. Je vraagt een terrorismedeskundige toch ook niet of ze een bom wil gooien)’. Ontzettend grappig is ze dan misschien volgens eigen zeggen niet. Strick laat wel zien dat ze een uitstekend boek over een leuk onderwerp kan schrijven. Waarmee je niet alleen leert hoe belangrijk humor is, maar ook best veel leuke grapjes tegenkomt.