Naar de content

De waterspagaat

Weg van water: gedragsverandering

Ingezoomde douchekop waar waterstraaltjes uit komen. De foto is blauw van tint.
Ingezoomde douchekop waar waterstraaltjes uit komen. De foto is blauw van tint.
Freepik

We willen wel minder drinkwater gebruiken, maar we doen het niet. Kennis blijkt nauwelijks invloed te hebben op ons gedrag. Hoe zorgen we er dan toch voor dat we water gaan besparen?

20 september 2024

Er staat een emmer in de douche. Ik heb hem er zelf neergezet drie weken terug, in een opwelling van goeddoenerij. Het idee is dat de emmer het koude water opvangt, de eerste minuut nadat ik de kraan opendraai. In die minuut is het water naar mijn smaak nog niet warm genoeg, maar het kan natuurlijk prima andere doeleinden dienen, zoals plantjes water geven. Toch staat de emmer al drie weken op exact dezelfde plek.

Nederlanders verbruiken gemiddeld 128 liter water per dag. Dat is 30 liter meer dan een gemiddelde Belg. Reden genoeg voor de Nederlandse overheid om gedragsverandering als speerpunt te omarmen in de Nationale Aanpak Drinkwaterbesparing, een onlangs gestarte campagne met als ultiem doel: onder de 100 liter waterverbruik per Nederlander per dag in 2030 – evenveel als de Belgen nu.

Luiheid

Een vlugge rekensom over mijn emmer: stel dat ik elke dag vijf minuten douche – dankzij het ludiek gekleurde waterdichte wekkertje dat met zuignappen tegen de wand naast de douche is geplakt – met mijn waterbesparende douchekop (wel een regendouche, want het moet natuurlijk wel comfortabel blijven), dan verbruik ik daarbij zo’n 45 liter water. Een minuut lang koud water opvangen terwijl ik wacht op warm water, betekent dus dat ik 9 liter water per dag bespaar. Best een significante besparing, En tóch is het moeilijk voor mij om dit vol te houden. Niet omdat het veel moeite is, want dat is het helemaal niet, en ook niet omdat ik het niet wil. Gewoon, omdat het niet lukt om vol te houden. Discipline? Wilskracht? Ik schaam me er zelfs een beetje voor. Maar zelfs dat helpt niet.

Deze ‘luiheid’ is een bekend fenomeen in de wetenschap van duurzaam gedrag. Psychologen noemen het de klimaatspagaat: we willen wel, maar we doen het niet. Het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) becijferde eerder dit jaar nog dat meer dan driekwart van de Nederlanders bezorgd is over het klimaat en vindt dat er iets gedaan moet worden, maar échte gedragsverandering blijft uit. Zo ook bij drinkwater. Waar komt die spagaat vandaan, en hoe helpen we Nederlands om eruit te klimmen? Ik leg het voor aan Ellen van der Werff, adjunct-hoogleraar psychologie van milieuvriendelijke gedragsverandering aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Vertel! Hoe komen we uit die spagaat?

“Nu verwacht je natuurlijk dat ik een kant-en-klaar antwoord heb. Maar het is niet zo simpel, helaas. Het gaat om heel veel verschillende dingen en die verschillen ook per onderwerp. Wat we wél weten bij milieuvriendelijk gedrag, zoals drinkwater besparen, is dat kennis bijna geen invloed heeft op ons gedrag.”

Mensen vertellen hoe het zit, is dus niet genoeg.

“Dat verwacht ik inderdaad niet. Maar ik kan me ook voorstellen dat het in het geval van drinkwater nóg even anders is, omdat het in Nederland eigenlijk nooit een issue is geweest. In Australië of de Amerikaanse staat Californië weten ze al jaren: je moet je tuin niet sproeien, je moet kort douchen et cetera. In Nederland is er wel een klein groepje dat milieu heel belangrijk vindt en dat je makkelijker meekrijgt door hen kennis te geven, maar dat blijft altijd een beperkt groepje. Voor de meeste mensen geldt: je vindt milieu en klimaat belangrijk, maar je vindt ook andere dingen belangrijk. Je vindt het fijn om een lekkere warme douche te nemen ’s ochtends, je wil dat je tuintje er mooi uitziet, enzovoorts. En dat is heel begrijpelijk.”

Het milieu is belangrijk, maar een mooie tuin ook.

Mohammad Rezaie, via Unsplashed, publieke domein

Maar dan vinden we ons mooie tuintje en die warme douche dus belangrijker?

“‘Belangrijker’ is hier niet het juiste woord; het kan ook gewoon zijn wat duidelijker en saillanter is. We doen in Groningen veel onderzoek naar waarden: idealen en overtuigingen, dingen die je belangrijk vindt. Keer op keer zien we dat veel mensen sterke zogeheten biosferische waarden hebben: ze vinden natuur en milieu belangrijk. Groot Europees onderzoek in verschillende landen laat zelfs zien dat mensen in alle landen het hoogst scoren op die waarden, nog hoger dan op waarden die te maken hebben met comfort en plezier.”

Dus belangrijker vinden betekent niet dat je daar altijd naar handelt, als de duurzame keuze niet voor de hand ligt. Een manier om het voor de hand liggend te maken is om er een financiële prikkel aan te verbinden. Men zegt ook vaak cynisch: mensen gedragen zich alleen milieubewust als het geld oplevert. Onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wijst dat ook uit.

“Dat kan zeker helpen, maar het probleem bij drinkwater is dat de perceptie is dat het financieel vaak ‘niet de moeite waard’ is om te besparen. Dat zie je zelfs bij energieverbruik, terwijl daar de kosten wel duidelijker en hoger zijn. Bovendien kan het dan zijn dat je het echt puur voor die beloning doet. En als die beloning dan stopt, is het ook meteen klaar. Uit een ander onderzoek over autorijden bleek dat wanneer mensen een financiële beloning krijgen als ze zich aan de snelheidslimiet houden, bijna iedereen zich aan de limiet hield. Maar zodra de beloning werd weggehaald, gingen mensen zelfs even iets harder rijden, als een soort compensatie-effect.”

Best wel teleurstellend eigenlijk, dat de mens zo in elkaar zit. Financiële prikkels zijn er niet, dus bij drinkwater ligt de keuze voor meer comfort veel meer voor de hand. Is het dan onmogelijk om ons drinkwatergedrag te veranderen?

“Zeker niet. Wat we weten uit onderzoek is dat mensen een goed gevoel krijgen als ze iets goeds doen voor het milieu. Ze denken dan: ik ben goed bezig! Dat goede gevoel noemen we warm glow en dat werkt motiverend voor mensen. Danny Taufik, een oud-collega van mij, heeft een keer een heel leuk onderzoek gedaan naar dat warme gevoel. Hij liet mensen naar het lab te komen, waar het constant 19 graden was. Daar vulden mensen een soort CO2-calculator in. Een willekeurige selectie mensen, ongeacht wat voor score er uit de calculator kwam, kreeg naderhand de feedback dat ze milieuvriendelijker waren dan gemiddeld. De rest van de mensen kreeg de feedback dat ze juist slechter presteerden. Daarna vroeg hij aan iedereen: hoe warm denk je dat het in deze kamer is? Je raadt het al: de mensen die dachten dat ze het relatief goed deden, dachten dat het in de kamer warmer was dan de mensen die dachten dat ze het slecht deden. Ze kregen het dus letterlijk warmer van het idee dat ze goed bezig waren voor het milieu.”

Dat is bizar. Dan kun je meteen je thermostaat lager zetten!

“Ja, haha. En mensen kunnen ook op dat gevoel anticiperen. Dus het is niet alleen maar dat je na het gedrag opeens denkt: hé, het is warmer. Je weet ook: als ik iets goeds doe, dan geeft me dat een goed gevoel. Dus je zou kunnen zeggen: als je meteen na korter douchen of water opvangen met je emmer heel erg voelt dat je bijdraagt aan de maatschappij, dan kunnen mensen daarop anticiperen en dat kan motiverend werken.”

Is dat dan ook de oplossing? Iets waarmee we blijvend gedrag kunnen veranderen?

“Ja, dat kan zeker. Heel erg benadrukken dat het belangrijk is dat we met z’n allen water besparen, doen we al redelijk. Als je dan ook nog op de een of andere manier feedback krijgt dat je het beter doet dan hoe je het voorheen deed, of misschien dat je het beter doet dan anderen, dan voel je je daar beter door. En op dat gevoel kun je dan anticiperen, waardoor je gemotiveerd bent om het te doen. Dat is, denk ik, ook een relatief makkelijke interventie voor drinkwaterbesparing: mensen bij hun maandelijkse waterafrekening feedback geven, bijvoorbeeld ‘jij hebt zoveel verbruikt en je buren zoveel’. Als je buren het dan beter doen dan jij, dan denk je sneller: ik moet ook drinkwater gaan besparen. Met energiebesparing gebeurt dit ook al, dus ik kan me niet voorstellen dat dat met drinkwaterverbruik niet mogelijk is. Het zorgt niet voor gigantische effecten, maar wel iets.”