Naar de content

De veelzijdigheid van het archief

Kennislink bezoekt het Nationaal Archief in Den Haag

Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink

Het Nationaal Archief… dat klinkt indrukwekkend. Maar wat gebeurt er nu precies in dat enorme gebouw naast het Centraal Station in Den Haag? En wat bewaren ze daar precies? NEMO Kennislink gaat langs.

2 september 2016

Het is een hete zomerse dag en buiten loopt iedereen te puffen. Het perfecte moment om een archief te bezoeken, want daar koelen ze de bewaardepots. Het Nationaal Archief (NA) in Den Haag is het grootste archief van Nederland. In wel twintig depots bewaart het archief bijna duizend jaar aan geschiedenis: het oudste archiefstuk is een pauselijke oorkonde uit 1179. Deze bewaarplekken zijn niet dagelijks te zien voor bezoekers, maar wie meer wil zien kan in het weekend een rondleiding krijgen. Het bestuderen van archiefstukken gebeurt in een aparte studiezaal.

Vele kilometers papier

Samen met Elwin Hendrikse, collectiespecialist fotografie van het NA, maak ik een rondje door het gebouw en krijg meteen een kijkje achter de schermen. In een van de depots klopt Hendrikse op een dikke zuil: “Dit is het eerste moderne archiefgebouw, het stamt uit 1979, dat ook daadwerkelijk voor dat doel is gebouwd. Het heeft een waanzinnig draagvermogen en dat is ook wel nodig.” Hier liggen de schatten uit de Nederlandse geschiedenis opgeslagen, in de vorm van veel, heel veel papier. In totaal beheert het Nationaal Archief 125 kilometer aan documenten, kaarten, tekeningen en foto’s. De meesten hiervan zijn afkomstig van de centrale overheid en van de provincie Zuid-Holland.

Hendrikse legt uit: “In het archief bewaren we vooral overheidsarchieven. Hier ligt de geschiedenis van besluitvorming, het ontstaan van wetten en van ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld het aanleggen van een snelweg. Historici en archivarissen beslissen per archief wat belangrijk genoeg is om te bewaren. Naast politieke archieven bewaren we ook particuliere archieven, maar voor de geschiedenis van de gewone man moet je bij andere instellingen zijn, zoals het Meertens Instituut.”

Zelf wetenschappelijk onderzoek uitvoeren is geen hoofdtaak van het NA, maar het beschikbaar stellen van informatie aan derden wel. Volgens Hendrikse zijn de populairste archieven bij onderzoekers die van de Tweede Wereldoorlog en de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Van de laatste liggen ook veel gegevens overzee, in de archieven van de voormalige koloniën. “Je verwacht het misschien niet, maar het meeste onderzoek in het Nationaal Archief wordt gedaan door particulieren en niet door wetenschappers. Zoals gepensioneerden die op zoek zijn naar hun roots en jongeren die meer willen weten over de oorlog.”

Overheid controleren

Het archief is tot stand gekomen in 1802, ten tijde van de bezetting van Nederland door de Fransen. De Franse lijfspreuk uit die tijd, Vrijheid, gelijkheid en broederschap, heeft ook de Nederlandse wetgeving beïnvloed. Een belangrijke reden voor de oprichting van het archief was namelijk de democratische toetsing. Hendrikse: “Het NA is naast een bewaarplek ook dé plek om het handelen van de overheid te kunnen controleren, het startpunt voor de recht- en bewijszoekende burger.”

Educatie is tegenwoordig ook een belangrijke pijler van het Nationaal Archief. Scholieren krijgen rondleidingen en sinds 2013 stelt het archief wisselende tentoonstellingen samen uit hun eigen archiefmateriaal, waaronder het enorme fotoarchief. Met 15 miljoen foto’s is dit de grootste fotocollectie van Nederland. Veel foto’s komen van de overheid, bijvoorbeeld van de Rijksvoorlichtingsdienst. Maar het archief bezit ook heel veel foto’s uit persarchieven. Hendrikse: “Foto’s zijn belangrijk als bron, naast de geschreven bronnen die we in de collectie bewaren, om het beeld dat we van het verleden hebben in te vullen. Foto’s worden wat dat betreft alleen maar belangrijker.”

Zure vingers

Hendrikse gaat voor langs ellenlange rijen met dossiermappen, kasten met draaideuren en stellingen met dozen. “Foto’s zijn kwetsbaar en om ze niet te laten slijten bewaren we ze onder een constante temperatuur, opgeborgen in hoesjes en speciale dozen. Je mag ze ook niet aanraken zonder handschoenen in verband met het zuur en vocht dat standaard op je handen zit. Dit tast de foto’s aan.”

Elwin Hendrikse laat zien hoe ze in het Nationaal Archief foto’s bewaren.

Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink

In weer een ander depot staan rijen vol ladekasten waar de persfoto’s op thema en naam opgeborgen liggen. Hendrikse trekt een la open: “Deze foto’s zijn gebruikt voor publicatie in kranten en tijdschriften en op de redacties gingen ze er niet al te voorzichtig mee om. Er is zelfs op geschreven of in geknipt.” Een mooi voorbeeld is een gekuiste versie van een aangekochte Franse foto met daarop de actrice Pascale Petit. “Deze foto komt uit de jaren zestig en zoals je op de achterkant kunt lezen vonden ze in Nederland haar decolleté te opzichtig voor publicatie. Om dit op te lossen hebben ze er een ander stukje van de foto overheen geplakt. De voorloper van Photoshop”, lacht Hendrikse.

De foto van Franse actrice Pascale Petit uit 1965 vonden Nederlandse publicisten te bloot: het servies werd uit de linker foto geknipt en over haar decolleté geplakt. Linksonder het commentaar (‘nachtpon ophogen’ bij rode pijl) op de achterkant van de foto en rechtsonder zijn de plakbandranden te zien van de verknipte versie van deze foto. (De foto’s zijn onderdeel van de fotocollectie van het Nationaal Archief).

Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink

Geen beweging?

In dit fotoarchief liggen ook heel zeldzame oude foto’s, uit de beginjaren van de fotografie. De oudste foto uit de collectie is een portret van J.T. Boelen uit 1847. Voorzichtig, bijna teder, pakt Hendrikse de foto: “Deze vondst was een verrassing. De foto zat in een familiearchief, los tussen de papieren. De foto is nog gemaakt volgens het Franse procedé van de daguerrotypie, een van de eerste methodes in de fotografie. De technische ontwikkelingen gingen snel en al na een jaar of twintig zijn fotografen overgegaan op snellere en goedkopere methodes.”

Een andere bijzondere en oude foto die Hendrikse enthousiast laat zien, is die van een spoorbrug uit 1871: “In die tijd kon de camera nog geen beweging vastleggen. Het lijkt dus of er maar weinig mensen bij de bouw van deze brug aanwezig waren want je ziet alleen de figuren die stilstaan. Zelfs de drijvende wolken of kabbelende golven zijn niet terug te zien. In werkelijkheid was het een drukte van jewelste op zo’n bouwplaats.”

Foto Johann Georg Hameter. Brug over de Nieuwe Maas, Rotterdam, 1876

Nationaal Archief/ collectie Losse aanwinsten

Tentoonstelling reisfotografie

Hendrikse stelt ook de fototentoonstellingen in het Nationaal Archief samen. Op 9 september opent de nieuwe tentoonstelling Onderweg. Met de fotograaf op reis. Met 235 vintage prints krijgen bezoekers een overzicht van de reisfotografie sinds 1860 en zien ze hoe fotografen hun reiservaringen in beeld brachten. “Bij tentoonstellingen laten we alleen originele foto’s zien. Dit zijn de afdrukken die de fotograaf zelf heeft gemaakt of die stammen uit de tijd van de foto.”

De ontdekking van de fotografie in 1839 en de toename van het aantal reizigers gingen min of meer gelijk met elkaar op. De tentoonstelling vertelt het verhaal over de combinatie van die twee: de reisfotografie. Een deel van de reizigers ging aan het einde van de eeuw zelf met een camera op stap. We zien foto’s van vroege ontdekkingsreizigers die onbekende culturen en landschappen vastlegden tot aan zeldzame foto’s van afgesloten maatschappijen, zoals Rusland kort na de Tweede Wereldoorlog.

Hendrikse heeft de reisfoto’s gerangschikt onder de thema’s ontdekken, documenteren en verwonderen. “Onder ‘ontdekken’ valt bijvoorbeeld de reis van Robert Scott in 1910 naar Antartica. Deze serie is één van mijn favorieten. Scott nam voor het eerst een fotograaf, Herbert G. Ponting, mee naar dit onherbergzame gebied. Naast de sublieme foto’s die onder enorm moeilijke omstandigheden zijn gemaakt (- 40C), is het verhaal ook nog eens dramatisch. Scott overleefde de reis namelijk niet. Er zijn dus meerdere facetten die deze foto’s van Antarctica belangrijk maken, vandaar dat ze een plekje in de tentoonstelling hebben gekregen.”

Het Nationaal Archief is deelnemer van het Weekend van de Wetenschap. Het Weekend van de Wetenschap is het podium van de toekomst. Diverse organisaties – bedrijven, instituten, onderzoeksinstellingen, universiteiten, musea en sterrenwachten – openen op 7 en 8 oktober 2017 hun deuren om bezoekers van jong tot oud de kans te geven de wereld van wetenschap en technologie live te beleven. Zij organiseren unieke en exclusieve activiteiten, zoals proefjes, experimenten, demonstraties, open dagen, tentoonstellingen en meer.

Iedereen is welkom om backstage te gaan bij de deelnemende organisaties. Kijk hier voor alle activiteiten tijdens het Weekend van de Wetenschap.

Weekend van de Wetenschap logo
ReactiesReageer