Het Sanskriet ligt aan de basis van veel Europese talen. Maar ook de vele fabels en mythen die in het Sanskriet zijn opgetekend, drongen in de westerse vertelcultuur door. Een tentoonstelling van de Universiteitsbibliotheek Leiden laat zien hoe nauw deze taal en cultuur zijn verweven.
Het Sanskriet kennen de meeste mensen als een mystieke taal uit India. Van de Veda’s wellicht, de oudste Hindoegeschriften die in Europa vooral onder yogi’s bekend zijn. Wat veel mensen níet weten, is dat het Sanskriet in feite aan de basis ligt van veel Europese talen en culturen. Zo is het een van de oudste leden van de Indo-Europese taalfamilie. Vandaar dat Sanskrietwoorden als nasa, matar en nava wel wat lijken op onze woorden ‘neus’, ‘moeder’ en ‘nieuw’. Ook in de Europese vertelcultuur vind je Indiase invloeden. Zo liet de Franse schrijver Jean de la Fontaine zich inspireren door de Indiase traditie. De vos Reinaert, een van de bekendste fabeldieren uit de middeleeuwen, vertoont parallellen met de grijze jakhals die opduikt in Sanskrietteksten.
In de Universiteitsbibliotheek van Leiden is deze zomer een kleine tentoonstelling ingericht over het Sanskriet. Er zijn allerlei manuscripten en beeldjes te zien, voornamelijk afkomstig uit het archief van de universiteit. De tentoonstellingsmakers willen vooral laten zien hoe het Sanskriet zich heeft verspreid binnen en buiten India. En hoe dat bijvoorbeeld heeft gezorgd voor een grote variatie in het schrift.
Palmbladeren
Een van de tentoonstellingsmakers is Liz Cecil. Zij onderzoekt de religieuze en materiële cultuur van Zuidoost-Azië in het algemeen en Sanskriet in het bijzonder. Ze legt uit waarom de uitgestalde manuscripten zo van elkaar verschillen: “Deze geschriften komen uit verschillende gebieden in Azië, en allemaal hebben ze invloeden ondergaan uit de lokale talen. Tijdens het vertalen komen we af en toe betekenissen van woorden tegen die in geen enkel woordenboek zijn terug te vinden.”
Wat ook opvalt, zijn de verschillende vormen die het schrift aanneemt. De teksten uit Noord-India hebben scherpe hoekige letters, die uit het zuiden kenmerken zich door een rond schrift. Dat heeft volgens Cecil te maken met het materiaal waarop de teksten geschreven zijn, zoals palmbladeren in het zuiden. “De schrijvers moeten dan meeschrijven met de richting van de bladnerven.”
Missionarissen
De Universiteit Leiden heeft een grote collectie manuscripten in Sanskriet. “Voorheen lagen die te verstoffen in archieven, tegenwoordig is een groot deel vindbaar via online catalogi. Het onderzoek naar Sanskriet heeft daardoor een enorme impuls gekregen”, zegt Cecil. Overigens heeft Leiden een lange onderzoekstraditie naar het Sanskriet. Al sinds 1865 heeft het de aandacht van wetenschappers. Zij kregen manuscripten en andere objecten onder ogen die vroege missionarissen meebrachten uit India. In de negentiende eeuw verspreidde de Sanskrietstudie zich ook naar Groningen, Amsterdam en Utrecht. Maar inmiddels zijn die studies allemaal wegbezuinigd.
Overigens is het aantal studenten dat alleen voor Sanskriet kiest, ook hier op twee handen te tellen. Maar binnen de studie Zuid- en Zuidoost-Azië Studies is het een belangrijk onderdeel. Leiden heeft zelfs een heel internationaal team van wetenschappers aangetrokken die onderzoek doen naar de Hindoestaanse mythologie, die toegankelijk is via het Sanskriet. Cecil, die zelf Amerikaanse is, vertelt hoe haar eigen fascinatie voor Sanskriet begon: “Ik ging voor een jaar naar India in een uitwisselingsproject en raakte meteen gefascineerd door de cultuur, de taal, de rituelen en de kunst.”
Culturele traditie
In Leiden worden al deze aspecten in hun onderlinge samenhang onderzocht. “In India is het Sanskriet een taal van religie en rituelen. De belangrijkste verhalen van deze cultuur zijn opgetekend in het Sanskriet. Onze studenten willen we daarom ook bijbrengen dat je het Sanskriet niet geïsoleerd kunt onderzoeken, maar dat het deel uitmaakt van een culturele traditie.”
Het Sanskriet als heilige taal vinden we terug in op palmbladeren geschreven teksten in de vitrine. Deze werden opgezegd en herhaald tijdens openbare boeddhistische rituelen. De manuscripten komen mogelijk uit de twaalfde eeuw en zijn daarmee de oudste Sanskrietteksten uit de collectie. Verder zijn er veel teksten over Indiase goden en godinnen.
Kamasutra
Maar het Sanskriet is ook een taal die door de tijd heen is gebruikt door politieke leiders, om hun macht te tonen. Zo is het gebruikelijk onder Aziatische leiders om hun familiestamboom in een steen vast te leggen in Sanskrietletters. Een ook de god Vishnu vind je in heel Azië terug als koninklijk symbool.
Tot slot speelt Sanskriet een belangrijke rol in het leven van de ‘gewone man’. Zo is het gebruikelijk in India om een ‘geboortemerk’ te laten maken voor een pasgeborene, waarin de astrologie uiteen wordt gezet. En hoewel veel Sanskrietteksten gaan over goden en godinnen, zijn er ook veel waarin de gezondheid van het menselijk lichaam centraal staat. Zoals in de boeken over yoga en ayurveda (de Indiase gezondheidsleer) en natuurlijk de wereldberoemde Kamasutrateksten.
Scheppingsverhaal
Dat het Sanskriet in India nauw verweven is met de hele cultuur, laten ook de beeldjes en gebruiksvoorwerpen in deze tentoonstelling zien. In feite kun je die ook lezen als verhalen. Zo staat er een beeld van Ganesha, de vierarmige god met het olifantenhoofd uit Java. “Als je goed kijkt zie je dat hij een slagtand mist”, vertelt Cecil, “Volgens de legende brak hij een van zijn slagtanden af om te gebruiken als pen om een belangrijke epische vertelling op te schrijven, de Mahabharata.”
En ook de poster van de tentoonstelling laat een detail zien van een van de tentoongestelde manuscripten, waarin taal en cultuur samenkomen: “Het verbeeldt het Indiase scheppingsverhaal. Vishnu, de oppergod, zet het proces van creatie in beweging, en op dat moment groeit een lotus uit zijn navel. Uit de lotus ontstaat de god Brahma, die de religieuze autoriteit is op het gebied van de taal.”