Wie wil weten hoe een muis reageert op een medicijn, of wat een genetisch defect betekent voor zijn functioneren, moet een gedragstest doen. Maar het is soms zoeken naar de juiste test om de gewenste functie te testen. Bovendien zijn tests vaak stressvol voor de dieren. Voor onderzoek naar Alzheimer is de CognitionWall daarom een uitkomst.
Mensen met Alzheimer ontwikkelen steeds meer schade in het brein. De afbraak van oude hersencellen gebeurt bij deze patiënten niet volledig, zodat er schadelijke eiwitten achterblijven, de zogeheten ‘plaques’. Die hebben allerlei nare gevolgen voor het functioneren van het brein. Ook muizen die plaques in het brein hebben functioneren cognitief minder goed. Dat blijkt wel als je ze laat werken met de ‘CognitionWall’, vertelt Maarten Loos van bioinformaticabedrijf Sylics, het bedrijf dat deze test ontwikkelde.
Lastige taak
De ‘CognitionWall’ werkt als volgt: de muis kan kiezen uit drie poortjes om doorheen te klimmen. Kiest hij de goede – op de afbeelding hierboven de groene pijl – dan krijgt hij een snoepje. Kiest hij het verkeerde poortje, dan gebeurt er niets. Simpel genoeg; tenminste, zo lijkt het. Maar hij krijgt het lekkere hapje pas na elke vijfde keer dat hij door het juiste poortje kruipt. Het duurt bij een gewone muis een uur of twee voor hij leert welk gat hij moet kiezen.
Dit maakt de CognitionWall een geschikt middel om Alzheimer mee te bestuderen, zegt Loos. “Muizen met dezelfde schade in het brein als een Alzheimerpatiënt doen significant langer over deze taak; voor hun is het veel lastiger. Ze moeten tot wel 350 keer proberen voor ze de test doorhebben.” Geef je zo’n muis een stof die de ziekte van Alzheimer tegen moet gaan, dan kun je met deze test onderzoeken of die effectief genoeg is om de werking van geheugen te verbeteren en het leren te bespoedigen.
Stressloos testen
Voor andere hersenziekten kan de test ook een handig hulpmiddel zijn. Zoals voor schizofrenie: verander je namelijk na een poosje welke ingang de juiste is, dan moet de muis cognitief flexibel genoeg zijn om dat in de gaten te hebben. Schizofrene dieren vinden dat erg moeilijk, zo blijkt.
Binnen onderzoeksconsortium NeuroBasic – dat zich bezighoudt met allerlei hersenziekten – is deze test al voor verschillende potentiële medicijnen gebruikt. Een voordeel van deze techniek is dat de muizen niet opgetild hoeven te worden, zoals bij veel andere testen wel het geval is. Een veelgebruikte methode is bijvoorbeeld een doolhof waarin muizen de juiste route moeten leren om een snoepje te krijgen. Loos: “Muizen houden er niet van om opgetild en verplaatst te worden, daar raken ze te gestrest van. Hierbij zitten ze lekker in hun eigen kooitje terwijl ze een taak uitvoeren.”