We kunnen ons een beeld vormen van de toekomst van het internet, maar accuraat voorspellen kan niet. “Vraag je eens af hoe je zou willen dat die toekomst eruitziet.”
Het dak van NEMO Science Museum geeft uitzicht over de oude binnenstad van Amsterdam. In de verte is de moderne hoogbouw aan de rand van de stad te zien. Hier ontmoet ik Loes Damhof, van de UNESCO Leerstoel in Futures Literacy aan de Hanzehogeschool in Groningen. Toevallig draagt Damhof een zwart vest met roze flamingo’s. Het doet me denken aan 2017 en 2018, toen toekomstdenkers binnen technologie alles inzetten op blockchains. De roze flamingo was hier destijds een populaire mascotte van en dook steeds op rond bepaalde evenementen.
Blockchains zouden, samen met kunstmatige intelligentie, in korte tijd niet meer weg te denken zijn uit het dagelijks leven. Allerlei spullen zouden volautomatisch dingen doen met behulp van smart contracts, eigenlijk heel simpele computerprogammaatjes, en AI. Wij als mens hoefden er niks meer voor te doen. Mensen redden in rampgebieden? Zou helemaal vanzelf gaan met drones, AI en blockchains. Energie opslaan, afstaan, laden of ontladen? Alles zou vanzelf gebeuren. Computers zouden met elkaar praten alsof het mensen waren. En wij zouden het accepteren en daardoor een beter, fijner leven leiden. Vooralsnog is er echter weinig van terechtgekomen.
Kennis van nu
Er is geen pasklaar antwoord te geven op onze vraag of we ons een beeld kunnen vormen van hoe het internet, dat natuurlijk al een tijdje bestaat, in de toekomst verandert. Dát het verandert staat buiten kijf. Damhof zegt dat dit soort vragen eerder valt onder trendwatching. Trendwatchers kijken naar signalen waarvan ze denken dat er iets mee gaat gebeuren. Ze kijken naar opkomende trends en hoe die zich zouden kunnen ontwikkelen. Bedrijven en organisaties maken gebruik van die voorspellingen om beslissingen te nemen. Damhof is hier sceptisch over, al zijn sommige trendwatchers volgens haar best goed in het aanvoelen van bepaalde, vaak zwakke signalen om te weten hoe de markt zich beweegt.
“Het probleem zit er vooral in dat je te zeer gehecht raakt aan bepaalde voorspellingen. En als je dat doet, dan ga je heel erg uit van een bepaalde toekomst, op basis waarvan wordt gepland en voorbereid. Zo zie je snel dingen over het hoofd”, zegt Damhof. Dit komt doordat voorspellingen gedaan worden met de kennis van nu. En de kennis van nu, die is gebaseerd op ervaringen tot nu. “Je kunt de aanname doen dat internet in ons leven blijft. We denken niet meer zonder te kunnen. Probeer eens echt verder weg te denken, zeg vijftig jaar. Hoop je dat er nog internet is? Wil je dat het er nog is?”
Verschillende toekomsten
Voordat we dieper op deze vraag ingaan, is het goed om te weten dat anticiperen op de toekomst een natuurlijke eigenschap is. Alle levende organismes doen het. Bij de mens werd het in de naoorlogse jaren vijftig van de twintigste eeuw ingezet door overheidsdiensten en later door grote bedrijven in de Koude Oorlog in de jaren zeventig.
Het draait om het loslaten van alles maakbaar te willen hebben
“De toekomst bestaat niet, alleen in onze verbeelding”, zegt Damhof. Ze noemt een hele rij aan mogelijke toekomstbeelden, maar van geen enkele weet je of die werkelijkheid zal worden. “Je hebt een mogelijke toekomst, een waarschijnlijke, een onwaarschijnlijke, enzovoort. Daar zeggen we allemaal intelligente dingen over en dat is allemaal gebaseerd op data uit het heden en verleden. Daarmee extrapoleren we en doen we stellige uitspraken. Geen enkele voorspelling komt volledig uit zoals verwacht, en regelmatig worden we verrast door onverwachte gebeurtenissen, zoals de versnelde effecten van klimaatverandering.”
Aannames
Damhof legt uit dat ze binnen haar vakgebied vooral onderkent dat de toekomst niet bestaat en je toch bijna zeker weet dat iets gaat gebeuren, zoals dat de zon morgen opkomt. “Alles berust op aannames. Mijn werk is mensen bewust maken van aannames. Heel veel toekomstvoorspellingen zijn gericht op wat je denkt dat er gaat gebeuren en bijna nooit op wat je wil dat er gaat gebeuren.”
Hier gebeurt iets interessants, namelijk dat een spiegel voorgehouden wordt over voorspellingen: ze bestaan niet. Net als dromen, die bestaan ook niet. “We baseren ons toekomstbeeld nu vooral op voorspellingen en vrijwel nooit op een droom, dus een toekomstbeeld waarvan je zou willen dat het zou zijn.”
Het probleem van het vaste geloof in voorspellingen, die dus vaak gedaan zijn door mensen of bedrijven die daar belang bij hebben, is dat ze heel stellig overkomen. Dit idee is vooral sterk binnen de techindustrie, waardoor bepaalde toekomstvoorspellingen vast lijken te liggen, terwijl dat dus niet het geval is. Daarom moeten we van Damhof weer meer leren dromen over hoe we de toekomst vorm zouden willen geven.
Openstaan voor spontaniteit
Als het dan gaat om de vraag hoe het internet zich ontwikkelt, is het volgens Damhof relevant de vraag te stellen wiens toekomst het is. “Als je een dominant toekomstbeeld ziet, bijvoorbeeld op het nieuws of bij een congres, vraag je dan af wie het is die er spreekt. Vaak zit er een agenda achter.”
Nadenken over de toekomst (futures literacy of toekomstgeletterdheid) is een belangrijke eigenschap om met onzekerheid om te kunnen gaan, maar we moeten geen 'god willen spelen’. Damhof legt uit dat het moeite kost om open te blijven staan voor verandering en onzekerheid. “Het klinkt misschien wat verwarrend, maar het vereist discipline om open te blijven staan en spontaniteit toe te laten. Je moet openstaan voor emergentie, of het plotseling opdoemen van verschijnselen.”
Dit is tegenwoordig ook een belangrijk onderdeel bij UNESCO, de organisatie van de Verenigde Naties die als missie heeft bij te dragen aan vredesopbouw, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog met onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie. Sinds 2012 is er een speciale afdeling die zich bezighoudt met futures literacy. Het doel van UNESCO is toekomstgeletterdheid meer als vaardigheid te implementeren in het hoger onderwijs, bij inclusiviteit en diversiteit, bij vluchtelingen, bij afwikkelingen van voormalige koloniën en voor beleidsmakers.
Ander beeld
“Je ziet, mijn werk draait om het loslaten van alles maakbaar te willen hebben. Plannen, voorbereiden en emergentie – daarin navigeren is toekomstgeletterdheid. Welke aannames doen we over het internet? Welke doe je zelf? Bijvoorbeeld: je kunt alleen nog pinnen, niet meer met cash betalen; we hebben geen website meer, maar alleen een app. Is dat wenselijk? Wat doet dat met ons?”
“Vraag eens aan mensen die in de technologiesector werken, wat zij willen dat de toekomst is? Technologie schuift altijd naar achteren. De droom gaat vaak over gemeenschapszin en harmonie met de natuur. In die dromen komt zelden technologie voor als belangrijkste onderdeel. Mijn werk is dus: laten zien dat je er een ander beeld naast kunt zetten.” Damhof geeft meteen een opdracht mee: bedenk wat je eigen droom is voor de toekomst van het internet – of niet, als dat je droom is.