Dit jaar wordt het vak Big History twintig jaar gedoceerd aan verschillende Nederlandse universiteiten. Het vak, dat science, aardrijkskunde, biologie en geschiedenis wil samensmeden, wordt momenteel ook op vier Nederlandse middelbare scholen gegeven. Ooit is Big History begonnen als een serie colleges, met veel ruimte voor discussie en als voornaamste doel de student inzicht te geven in waar de mens nú staat in ruimte en tijd.
Big History heeft de ambitie de geschiedenis van het heelal, de aarde, het leven en de mens in het bijzonder met elkaar in verband te brengen en op één tijdlijn te plaatsen. Die tijdlijn begint bij de oerknal. “Bij het voortgaan van de tijd zie je een toename van complexiteit,” licht Fred Spier ‘zijn’ concept toe in zijn kamer in het Science Park van de Universiteit van Amsterdam. Na de big bang vormen zich in de loop van de tijd, als de eerder gevormde sterren aan hun einde komen, steeds complexere atomen en verbindingen.
Complexiteit op alle niveau’s
Diezelfde ontwikkeling in de richting van een toename van complexiteit zien we in een latere fase op de tijdlijn op onze aarde, in de evolutie van levensvormen en onze eigen aardgeschiedenis. Spier: “Als levensvorm is de mens uiteindelijk één van de meest complexe vormen, die zelf ook weer een complexe maatschappij vormt”. De belangrijkste wetenschappen die de fundamenten vormen onder het vak Big History zijn biologie, aardwetenschap, klimatologie, astronomie en natuurlijk archeologie en geschiedenis. Spier is een van de representanten van Big History in ons land.
Academisch verdomhoekje
Ondanks, of misschien dankzij de interdisciplinaire ambities van het vakgebied zit Big History enigszins in het academische verdomhoekje. “Het past eigenlijk overal maar daarom ook nergens bij,” vertelt Spier. Dat is dan ook de reden dat wetenschappelijk onderzoek vanuit deze filosofie niet echt van de grond komt.
De onderwijstak heeft zich dankzij de interesse en het vermogen van Bill Gates daarentegen wél verder kunnen ontwikkelen. Gates kwam met Big History in aanraking door het door de Australiër David Christian geschreven boek Maps of time, waarvan de inhoud hem als audioboek, gegoten in een twintigtal lezingen, ter ore kwam. Hij vond het “the best course ever”.
Een ander leven
De ex-topman van Microsoft had zelfs de overtuiging dat, als hij deze cursus had gevolgd op jonge leeftijd, zijn leven er heel anders zou hebben uitgezien. Kennis uit verschillende disciplines met elkaar ‘linken’, daar gaat het om in Big History. De gedachte ‘alles’ met elkaar in verband te kunnen brengen, daarvoor zal in de uitwerking onvermijdelijk het internet om de hoek komen kijken, moet hij gedacht hebben.
Gates stelde voor een website te financieren waarin al het materiaal over Big History beschikbaar zou worden gesteld, zodat iedereen de cursus zou kunnen volgen. Najaar 2013 is de website gelanceerd. De cursus, die vooral gericht is op middelbare scholieren, wordt inmiddels gegeven op het Hilversumse Roland Holst College en nog drie middelbare scholen in Nederland.
ChronoZoom
Microsoft is ook via het ambitieuze ChronoZoom bij de verdere uitwerking van Big History betrokken. Dit digitale project, dat vanuit de Amerikaanse Berkeley University wordt aangestuurd, beoogt een alomvattende digitale tijdlijn te maken die is gekoppeld aan een uitgebreide databank met wetenschappelijke kennis. Spier heeft echter zo zijn twijfels bij de bruikbaarheid van ChronoZoom. “Het is een leuk ding om mee te spelen, maar ik vraag me af wie gaat bepalen welke kennis je er in stopt, hoe alle discussies die wetenschappers voeren voldoende ruimte kunnen krijgen en of je alle kennis met een dergelijk instrument ook toegankelijk kunt maken.”
Energiestromen
“Gates ziet niet veel in het financieren van academisch onderzoek naar Big History,” aldus Spier. Maar welke onderzoeksvragen zou Spier vanuit het Big History-concept graag beantwoord willen zien? “De grote aantallen energiestromen op aarde zijn als samenhangend geheel nog niet grondig in kaart gebracht, terwijl de afzonderlijke kennis wel beschikbaar is,” aldus Spier. Dit zou volgens hem met een natuurwetenschappelijke exactheid uitgerekend moeten worden, zodat we beter weten wat er nog aan energie is en hoe onze complexe maatschappij zich op termijn van voldoende energie kan verzekeren.
Club van Rome
Hieruit spreekt de milieuwetenschapper die in de jaren ’70 studeerde en sterk maatschappelijk bewogen was, en nog steeds is. “Toen ik studeerde kwam het rapport van de Club van Rome uit: Grenzen aan de groei, met weinig fraaie berichten. Dat rapport voorzag de snel naderende eindigheid van grondstoffen en fossiele brandstoffen, en die verwachting is uitgekomen. Er is momenteel een toenemende strijd om grondstoffen gaande en wereldwijde conflicten gaan hier over.”
Niet gecharmeerd
Spier, die ooit biochemie studeerde, maakte na zijn studie een behoorlijke ommezwaai. Hij was niet zo gecharmeerd van de in die tijd revolutionaire techniek van de genetische modificatie, die toen in de mode kwam en voor hem een voor de hand liggend werkgebied zou zijn. Onder laboratoriumpersoneel werd in die tijd een open discussie over gmo’s gevoerd (“veel opener dan nu in het publieke domein”). De technologie werd destijds “verkocht” door het nut voor kankeronderzoek te benadrukken; tegenwoordig worden naast de toepassingen in de gezondheidszorg de zegeningen in de grootschalige landbouw breed uitgemeten.
Met het oog op het tackelen van “de grote problemen van de mensheid” zag Spier voor zichzelf het nut niet in van het gesleutel aan genen en gooide hij het over een andere boeg. Na een tijd gewerkt en gereisd te hebben, ging hij als twintiger antropologie studeren en verdiepte zich grondig in de religie van Andesbewoners, met name in het dorp Zurite in Peru.
Aardreligies niet zo duurzaam
Ook bij de natuurvolken vond Spier niet echt een verantwoorde omgang met de aarde. Volkeren die een natuurgodsdienst aanhangen, gaan, zolang er geen besef van schaarste is, niet duurzamer om met de aarde dan wij dat doen, was zijn ervaring in Zuid-Amerika. En ook een besef van eindigheid helpt niet altijd.
“De twee jaar die ik in Peru heb gewoond, kwam ik er achter dat geen enkele beschaving 100% duurzaam kan zijn. Ik vermoed wel dat duurzaamheid en kleinschaligheid met elkaar in verband staan.”
Eenheid van denken
Is de mens eigenlijk dezelfde gebleven op de lange tijdlijn die Big History wil omvatten? Spier: “Inmiddels wordt aangenomen dat de anatomisch moderne Homo sapiens al sinds 200.000 jaar bestaat, alhoewel sinds die tijd de biologische evolutie ook voor onze soort is doorgegaan. Door nieuwe gewassen te telen zijn er bij sommige groepen bepaalde resistenties opgebouwd, denk aan lactose-intolerantie. Ik denk dat mensen vanaf zo’n 50.000 jaar geleden behoorlijk hetzelfde waren als nu. Ze dachten waarschijnlijk wel anders, maar een eenheid van denken is er nooit geweest, ook nu niet. De vormen van logica kunnen wel universeel zijn geweest sinds die tijd, maar de uitgangspunten zijn steeds weer anders”.
“Ook de uitgangspunten in de Zuid-Amerikaanse aardereligies zijn volstrekt logisch. Als er een kind ziek is en kan overlijden, dan komt de gedachte op dat Moeder Aarde honger heeft. Dus moet je haar te eten geven, een offer brengen dus, zodat het kind weer beter wordt. De aardereligies zijn behoorlijk hard, het is niet zo romantisch als het hier vaak wordt voorgesteld. Panchamama is helemaal geen lieve moeder. Aardereligies zijn probleemgerichte religies, gebaseerd op angst en onzekerheid, emoties die ook in het rooms-katholieke geloof van Zuid-Amerika zijn overgenomen.”
De Grote Geschiedenis van een mier
Big History presenteert een tijdlijn die de geschiedenis tot aan de oerknal omvat. Toch staat de mens in dit vak centraal. Spier legt uit: “Het is inderdaad een mensgericht verhaal. Je zou ook een Grote Geschiedenis van mieren kunnen schrijven. Vanuit dat perspectief zijn mensen vermoedelijk een voorbijgaand verschijnsel. Jonathan Markley heeft bijvoorbeeld zo’n big history van gras geschreven, gezien vanuit het perspectief van grassen, dat is gepubliceerd in World History Connected”.
Het vak Big History, dat onder meer aan de Universiteit van Amsterdam wordt gegeven, wil de hele geschiedenis, inclusief de mensheidgeschiedenis, in al zijn facetten laten zien. De gastdocenten kijken allemaal over hun eigen grenzen heen. Spier: “In de begintijd van de wetenschap hád je nog helemaal geen specialisten, zoals geologen of biologen”.
De natuuronderzoekers van het eerste uur noemden zich ‘naturalisten’, zoals bijvoorbeeld Charles Darwin, die zich zowel voor biologie als geologie interesseerde. Zonder zijn brede kennis had hij zijn evolutietheorie wellicht niet bedacht.
Spier: “Ik denk dat specialismen belangrijk zijn, maar dat het ook belangrijk is om een brede blik te behouden. De spannendste dingen gebeuren aan de grenzen van vakgebieden”. Eén bepaalde voorkeur voor een grensgebied heeft hij niet. “Ze hebben allemaal iets verrijkends.”
Van groot naar klein
Veel promovendi die vanuit het concept van Big History hun onderzoek uitvoeren zijn er (nog) niet. Spier noemt één project in het bijzonder, namelijk dat van zijn jongere collega Esther Quaedackers, die momenteel een Grote Geschiedenis schrijft van een bijzonder gebouw in China: het poortgebouw dat toegang geeft tot de Verboden Stad aan het Plein van de Hemelse Vrede.
Spier: “Quaedackers plaatst de geschiedenis van dat ene gebouw binnen de ‘geschiedenis van alles’ – een voorbeeld van Little Big History – waarbij ze zowel kijkt naar de architectuur als naar de oorsprong van de chemische elementen die als bouwmateriaal zijn gebruikt. Waarom is eeuwen geleden juist een keuze voor schaarse grondstoffen gemaakt? Ook kijkt ze naar de wijze waarop dieren hun onderkomen bouwen. Het is een voortdurende beweging van groot naar klein en vice versa”.