Veel Nederlanders denken dat de polarisatie in onze samenleving toeneemt. Toch was het in de achttiende eeuw een stuk erger: patriotten en prinsgezinden gingen elkaar zelfs met wapens te lijf.
Driekwart van de Nederlanders denkt dat polarisatie op dit moment toeneemt, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Toch is de polarisatie in het heden niets vergeleken met de splijtzwam die de Nederlandse samenleving eind achttiende eeuw verdeelde: het conflict tussen de patriotten en prinsgezinden.
Toen in 1747 het zuiden van de Republiek werd aangevallen door de Fransen, was er behoefte aan een sterke leider. Een lange periode was er in de gewesten – met uitzondering van Friesland en Groningen – geen stadhouder geweest. Daar kwam een eind aan toen Willem IV werd benoemd tot stadhouder van de Republiek. Daarmee was hij de hoogste ambtenaar, een functie die bovendien erfelijk was.
— Joop Koopmans
Zijn aanhangers heetten de prinsgezinden of orangisten. Hun tegenstanders noemden zich vanaf 1780 de patriotten. Deze laatste groep bestond zowel uit regenten die zich bedreigd voelden in hun macht en hun oude rechten terug wilden, als uit burgers die onder invloed van de verlichting streefden naar democratisering en volkssoevereiniteit.
Politiek voor de elite
Halverwege de achttiende eeuw was politiek voorbehouden aan een kleine groep rijke burgers. Het was voor de pers verboden om zich uit te laten over de binnenlandse politiek en opiniestukken in de krant waren uit den boze. Daarmee verschilt de polarisatie van de patriotten en prinsgezinden met de huidige polarisatie, aldus Joop Koopmans, universitair hoofddocent vroegmoderne geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. “We zitten nu in een heel ander politiek krachtenveld, waarbij iedereen kan participeren: in een opiniestuk in de krant, via social media of bij een talkshow. Omdat men zich in de achttiende eeuw niet vrij kon uiten, was het aanzienlijk lastiger om politieke ideeën te verspreiden.”
Toch betekende dat niet dat burgers helemaal geen stem hadden. “Er was altijd wel iemand bereid om in het geheim een pamflet te drukken en onder de toonbank te verspreiden, waardoor politieke ideeën toch konden circuleren.” Dit gebeurde bijvoorbeeld in 1781 met het anonieme pamflet 'Aan het volk van Nederland', dat later geschreven bleek te zijn door de prominente patriot Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Daarin wees hij de lezers op de onderdrukking van het Nederlandse volk door de stadhouder en riep hij op tot verzet. Het pamflet werd in één nacht door de hele Republiek verspreid. “Dat getuigde van een enorme organisatie”, aldus Koopmans.
Achttiende-eeuwse echokamers
Vanaf de jaren tachtig van de achttiende eeuw kwam er in de media meer ruimte om over politiek te schrijven, bijvoorbeeld in politieke tijdschriften. Mart Rutjes, universitair docent Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, ziet een duidelijke parallel met hedendaags mediagebruik: “Er ontstond een situatie waarbij gelijkgestemden elkaars boodschap steeds verder radicaliseerden, omdat ze via aparte kanalen communiceerden. Patriotten lazen vooral patriotse tijdschriften, prinsgezinden vooral prinsgezinde. Tegenwoordig noemen we dat echokamers of filterbubbels. Door dit mediagebruik ontstonden er twee duidelijke kampen met hun eigen werkelijkheid en visie op de samenleving, die steeds verder van elkaar af kwamen te staan.”
Ook inhoudelijk ziet hij overeenkomsten. “Je ziet in de huidige politiek dat er steeds meer op de man – of vrouw – wordt gespeeld en dat zag je toen ook. Zo werd Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van de stadhouder, zwart gemaakt door de patriotten.” Koopmans voegt toe: “Tegenwoordig kunnen we iemand aanklagen voor smaad of haatzaaien, maar dat was vroeger wel anders. Er werd echt met modder naar elkaar gegooid. Er zijn bijvoorbeeld spotprenten over tijdschriften van politieke tegenstanders die verbrand of begraven worden en er waren allerlei scheldkanonnades met de meest afschuwelijke taal. Zo ver gepolariseerd zijn we nu gelukkig nog niet.”

Wilhelmina van Pruisen (1751-1820)
Het conflict escaleert
Anders dan in de hedendaagse politiek bleef het niet bij een woordenstrijd. De twee kampen grepen naar de wapens. “Tegenwoordig heeft de staat een monopolie op wapenbezit, maar vroeger was men van mening dat de burgerij voor zichzelf moest kunnen opkomen. Patriotten richtten daarom legertjes op, ook wel vrijkorpsen genoemd. Dat maakte de situatie veel bedreigender dan tegenwoordig, want met wapens kan je macht afdwingen”, vertelt Koopmans. En dat gebeurde ook; de patriotten veroverden een aantal steden en het kwam tot een gewapende strijd met de troepen van de stadhouder.
Hoe kon de situatie zo escaleren? Rutjes ziet de externe omstandigheden als een belangrijke voedingsbodem van het conflict: “Men had sterk het gevoel in een periode van crisis en verval te leven, waardoor het idee heerste dat alle zeilen bijgezet moesten worden om het tij te keren. Er was enkele jaren oorlog geweest met Engeland, er heerste een financiële crisis en er was veel onrust in Europa. De patriotten lieten zich daarnaast inspireren door het succes van de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd.”
Twee opties
Tegenwoordig kunnen Nederlanders uit een veelvoud van partijen kiezen, maar tweehonderd jaar geleden waren er slechts twee opties: de patriotten of de prinsgezinden. Rutjes vergelijkt het met de polarisatie tussen de Democraten en Republikeinen in de Amerikaanse politiek: “Het zorgde voor breuken tussen families en vrienden. Mensen besloten niet meer over politiek te praten of een verzoenende toon aan te slaan, want stel je voor dat de ander een andere politieke mening heeft? Dan kan je niet meer door één deur.”
Ook onderling was het niet altijd koek en ei, benadrukt Koopmans. “Het kwam voor dat de een verder ging dan de ander, waardoor er onderling regelmatig ruzie uitbrak.” De polarisatie was aanwezig in de hele samenleving. Waar de Republikeinse Amerikaan tegenwoordig een MAGA-pet draagt of een bumpersticker opplakt, zo uitten mensen in de late achttiende eeuw hun politieke voorkeur in de vorm van bijvoorbeeld theekopjes, speldjes, gegraveerde glazen of lintjes met het symbool of de kleuren van de voorkeurspartij.
Monddood
De patriotten waren succesvol. Maar toen ze de overhand leken te krijgen, schoot de Pruisische schoonfamilie van stadhouder Willem V te hulp. De kleine patriotse legers waren niet opgewassen tegen de getrainde Pruisische militairen en vluchtten naar het buitenland. De stadhouder voerde een grote zuivering door bij kranten en er heerste een strenge censuur, waardoor de patriotten monddood werden gemaakt.
Er volgden decennia van politieke onrust, waarbij de Republiek een speelbal was van buitenlandse machten. In 1795 grepen de patriotten, die zich op dat moment Bataven noemden, met hulp van Frankrijk de macht en stichtten de Bataafse Republiek, maar deze slaagde slechts deels in haar idealistische opzet. Vanaf 1806 bestuurde Lodewijk Napoleon namens zijn broer Napoleon Nederland en een paar jaar later was Nederland als vazalstaat onderdeel van het Franse keizerrijk. Na Napoleons val werd bij het Congres van Wenen bepaald dat de zoon van de voormalige stadhouder koning werd van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. Inmiddels waren de Bataven en prinsgezinden zo moe gestreden dat ze besloten zich neer te leggen bij het politieke systeem. Rutjes legt uit: “Er waren natuurlijk nog steeds politieke meningsverschillen, maar niet op het niveau dat mensen het systeem bevraagden of wilden bevechten.”

Kaart van de Bataafse Republiek
Door Mortier Covens & Zoon - Bibliothèque nationale de France - Publiek domeinVeel parallellen én verschillen
De parallellen tussen de moderne polarisatie en de polarisatie van tweehonderdvijftig jaar geleden zijn veelvuldig aanwezig – een beangstigend idee met de kennis over hoe het conflict tussen de patriotten en prinsgezinden is geëscaleerd. Toch is er ook goed nieuws. Hoewel twee derde van de mensen tegenwoordig dénkt dat polarisatie toeneemt, blijkt de daadwerkelijke polarisatie in Nederland al jaren stabiel, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Ook ten opzichte van andere landen, valt het mee met polarisatie in de Nederlandse samenleving. Bovendien is er voor elke parallel met het verleden ook een verschil. Zo is ons politieke stelsel ingrijpend hervormd en zijn er nu in plaats van twee kampen een veelvoud aan verkiesbare partijen. Polarisatie hangt misschien in de lucht, maar gelukkig vechten we tegenwoordig met woorden in plaats van wapens.