De koekoeksmeerval laat haar eitjes in de mond van een baarsachtige uitbroeden. Biologen ontdekten dat baarsachtigen die samen met koekoeksmeerval geëvolueerd zijn, hier slim mee om gaan door een deel van de eitjes van de koekoeksmeerval uit haar mond te gooien. Waardoor haar eigen voortplantingssucces een stuk hoger is.
In het Tanganyikameer in Centraal Afrika, moeten baarsachtigen (Simochromis diagramma) hun kleintjes zien groot te brengen terwijl er een kaper op de kust ligt: de koekoeksmeerval. De baarsachtige (cichlide) legt haar eitjes op een nestje van zand en neemt ze vervolgens in haar mond waarna ze sperma verzamelt bij het mannetje door op zijn anale vin te duwen. De bevruchting vindt in haar mond plaats en hier blijven ze twee tot drie weken totdat de nieuwe visjes in staat zijn zichzelf te voeden.
Bek vol meervaljongen
De koekoeksmeerval heeft haar eitjes ook het liefst in de veilige omgeving van een mond uitgebroed maar doet dit liever niet zelf. Hiervoor aast ze op de mond van de cichlide. Terwijl de baarsachtige bezig is met het bevruchtingsritueel, legt de koekoeksmeerval snel haar bevruchte eitjes tussen die van de gastvrouw. Hoewel die eitjes er niet op lijken, neemt de baarsachtige ze toch in haar mond. De eitjes van de meerval komen eerder uit, waarna ze zich tegoed doen aan de zich ontwikkelende visjes van de gastvrouw. Hierdoor komt het voor dat er naar een paar weken alleen koekoeksmeervaljongen de bek verlaten.
Hoewel deze broedvorm van parasitisme bij verschillende vogelsoorten (waaronder de koekoek), en verschillende insecten voorkomt, is de koekoeksmeerval de enige gewervelde buiten de vogels die dit gedrag vertoont.
Van je fouten kun je leren
Een internationaal team van biologen onderzocht de bijzondere relatie tussen de meerval en de cichlide om te kijken wat de succesfactoren van deze broedvorm zijn. Ze plaatsten hiervoor koekoeksmeervallen in groepen met verschillende soorten baarsachtigen. Eén soort is samen met de koekoeksmeerval in het Tanganyikameer geëvolueerd, de andere drie soorten kwamen uit andere meren en hadden nog geen ervaring met de meerval. De resultaten verschenen 2 mei in Science Advances.
Ze zagen dat de soort die door de evolutie heen samenleefde met de koekoeksmeerval, veel vaker de parasitaire eitjes uit hun mond gooide in de eerste 24 uur. Hierdoor verloor ze ook eigen eitjes. Desondanks waren de individuen van die soort succesvoller in het veilig grootbrengen van hun eigen kinderen, dan de baarsachtigen die voor het eerst kennismaakten met de meerval. Bovendien zagen de onderzoekers een leereffect op individueel niveau. Individuen die al ervaring hadden met het gedrag van de meerval, waren sneller geneigd wat eitjes te lozen.
“Een spannend onderzoek”, zegt bioloog Roy Erkens van Maastricht University. “Tot nu toe kenden we buiten de vogels geen andere gewervelde dieren zulke co-evolutie. Het onderzoek laat verder mooi zien, dat er een evolutionaire wedstrijd gaande is tussen de cichliden en de koekoeksmeerval. Ook bijzonder is dat de onderzoekers individuele leereffecten aantonen, waarbij cichliden dus leren van vorige contacten met de koekoeksmeerval. Het is wel duidelijk dat parasitisme altijd een prijs heeft: ook al leren de cichliden om met de koekoeksmeerval om te gaan, ze verliezen zelf ook eieren door de verstorende acties van de meerval.”
Dat leereffect hoeft overigens niet altijd goed uit te pakken. Bij sommige vogelsoorten gebeurt het dat er een groot aantal eitjes van de parasitaire soort in het nest liggen. Hierdoor zien vogels die voor het eerst broeden, de verkeerde eitjes aan als goede soort. Waardoor ze juist hun eigen eitjes het nest uit gooien.