Terwijl West-Afrika langzaamaan de strijd van ebola lijkt te winnen, is er aan de andere kant van de wereld een nieuw ziektegevaar opgedoken: het MERS-virus. Het virus waart sinds 2012 rond in het Midden-Oosten, maar heeft vorige maand de oversteek gemaakt naar het zuidelijke deel van het Koreaanse schiereiland.
Het Middle-East Respiratory Syndrome-coronavirus (MERS-CoV) dankt haar naam aan de regio waar het is ontstaan en waar het de meeste patiënten veroorzaakt. In 2012 werd het virus voor het eerst vastgesteld bij een man uit Saudi-Arabië. Hij overleed. De man had last van een ernstige longontsteking en nierfalen. De artsen wisten niet wat de doodsoorzaak was en stuurden materiaal naar Nederland. Een onderzoeksteam, onder leiding van viroloog Ab Osterhaus (Universitair Medisch Centrum Rotterdam), stelde toen vast dat het ging om een nieuwe type coronavirus, dat het MERS-virus werd genoemd.
Dromedarissen en ziektebeelden
Inmiddels weten we een stuk meer over het virus, dat hoogstwaarschijnlijk via de dromedaris wordt overgedragen op de mens, vertelt Osterhaus. In de eenbultige beesten zijn antilichamen tegen het MERS-virus gevonden. Dat suggereert dat dromedarissen een mogelijk dierlijk reservoir vormen voor het virus. Bovendien blijken veel van de patiënten in contact te zijn geweest met de beesten.
Overdracht van mens op mens vindt minder makkelijk plaats. “Besmetting van mens op mens is mogelijk, maar daar is intensief contact voor nodig”, zegt Osterhaus. “Door hoesten, speeksel en andere lichaamsvloeistoffen kan het virus zich onder de mens verspreiden.” Hierdoor zijn vooral familieleden, artsen en verplegers kwetsbaar voor besmetting.
De symptomen van het virus zijn koorts, kortademigheid en in sommige gevallen diarree. In een later stadium kunnen patiënten ernstige longontstekingen krijgen en vallen soms cruciale organen (vaak de nieren) uit. In die gevallen is de ziekte dodelijk. “Vooral ouderen of mensen die bijvoorbeeld al longklachten hebben zijn kwetsbaar”, aldus Osterhaus. Voor deze specifieke groep is het ziektebeeld strenger. “Iemand met een optimaal werkend afweersysteem heeft uiteraard minder kans om te overlijden aan het MERS-virus.” Het is daarom mogelijk dat jonge, vitale mensen het MERS-virus dragen zonder dat ze daar noemenswaardige hinder van ondervinden.
MERS-gevallen in Nederland
Sinds de eerste dode in Saudi-Arabië zijn er bij de wereldgezondheidsorganisatie meer dan dertienhonderd personen met een door een laboratorium bevestigde infectie van het MERS-virus bekend. Hiervan overleden meer dan 470 personen. Veruit de meeste gevallen (meer dan duizend) zijn in Saudi-Arabië geïdentificeerd.
Door de globalisering was het onvermijdelijk dat het virus zich zou verspreiden buiten het Arabische schiereiland. MERS dook dus al snel op in andere landen, waaronder Groot-Brittannië, Tunesië en de Verenigde Staten. Ook Nederland kreeg in mei 2014 te maken met twee reizigers die het MERS-virus hadden. Beide personen bezochten in een groep van 29 mensen Saudi-Arabië, één van hen was daar al ziek geworden en had last van zijn luchtwegen. Zijn zus kreeg thuis dezelfde type klachten.
“Mei 2014 belde het RIVM dat er een mogelijk geval van MERS in de regio Zwolle was”, vertelt internist-infectioloog Jolande Bouwhuis van het Isala ziekenhuis in Zwolle. Een paar dagen later werd de 73-jarige patiënte het ziekenhuis binnengebracht. Bouwhuis, destijds behandelend arts van de patiënte, vertelt dat toen al bekend was dat de broer van de patiënte in een ziekenhuis in Den Haag lag en dat hij het MERS-virus opgelopen had.
“We waren uiterst alert. We troffen een hele reeks aan maatregelen. De patiënt kwam aan via de ambulancesluis waarna ze direct naar een speciale isolatiekamer werd geleid. Zo’n kamer is voorzien van alle noodzakelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een badkamer, om de patiënt in isolatie te kunnen houden”, schetst Bouwhuis de situatie. “Een beperkt aantal artsen en verpleegkundigen mocht naar binnen waarbij ze een schort, handschoenen, een muts, een spatbril en een speciaal mondkapje droegen.”
Bouwhuis legt uit dat de patiënt niet heel erg ziek was. Met name de onrust en het potentiële gevaar voor een grootschalige besmetting verklaarde het voorzichtige handelen. Omdat er geen medicijn voor MERS is, boden de artsen vooral een ondersteunende behandeling. Mede door deze strikte maatregelen heeft Nederland na deze twee gevallen geen last meer gehad van het MERS-virus. Beide patiënten zijn van de ziekte genezen.
De huidige uitbraak in Zuid-Korea
Overdreven of niet, het is precies deze alertheid waaraan het de afgelopen maand ontbrak in Zuid-Korea. Hier ontregelde een onverwachtse uitbraak het leven van de Zuid-Koreanen volledig. Een Zuid-Koreaan werd ziek bij terugkomst van een zakenreis uit Saudi-Arabië. Door onzorgvuldig handelen van de artsen heeft de man veel mensen besmet. Vooral familieleden en verpleegkundigen kregen het MERS-virus. Zo ontstond er paniek in het land. Honderden scholen werden gesloten en de Koreanen leken het publieke leven even nadrukkelijk te mijden. E-Mart, een Zuid-Koreaanse winkelketen, meldde dat hun online voedselverkoop van 1 tot 11 juni met meer dan 77 procent was gestegen.
Het virus heeft inmiddels aan meer dan 25 Zuid-Koreanen het leven gekost. De Zuid-Koreaanse autoriteiten houden meer dan vijfendertighonderd mensen in quarantaine. Meer dan 170 Zuid-Koreanen hebben het MERS-virus opgelopen, waarvan er nog 95 worden behandeld. Nergens vonden meer MERS-besmettingen buiten Saudi-Arabië plaats.
Met man en macht en een scala aan rigoureuze maatregelen proberen de Zuid-Koreanen het tij alsnog te keren. Dat lijkt ze te gaan lukken. Het aantal nieuwe besmettingen per dag loopt terug. Toch blijft het merkwaardig dat het virus zo om zich heen greep in een land met een modern gezondheidssysteem. Volgens de wereldgezondheidsorganisatie waren Zuid-Koreaanse artsen onvoldoende op de hoogte van het bestaan van het MERS-virus. Daar komt bij dat de spoedeisende hulp vaak overbevolkt was. Ook is het in Zuid-Korea de gewoonte meerdere dokters om een diagnose te vragen, het zogenaamde doctor-shopping. Dit heeft als gevolg dat patiënten in nauw contact komen met meerdere dokters, wat de spreidingskans vergroot. Tot slot heerst er in Zuid-Korea een cultuur waarin vrienden en familie de patiënten snel en frequent in de ziekenhuizen komen opzoeken.
Mutatie van het MERS-virus?
Het gevaar dat door de uitbraak in Zuid-Korea op de loer ligt, is dat er een nieuwe versie van het virus ontstaat die in staat is om efficiënter van mens op mens over te gaan. “Die circulatie onder mensen moeten we voorkomen”, meent Osterhaus. “Coronavirussen hebben de neiging om te muteren.” En dus valt het niet uit te sluiten dat er in de toekomst een gemuteerd virus ontstaat dat wél heel besmettelijk is onder mensen. Osterhaus maakt zich geen al te grote zorgen. “Met de juiste maatregelen en een goede hygiëne kunnen we het onder controle houden.”
Voor de huidige MERS-patiënten blijft het probleem echter dat er nog geen medicijn beschikbaar is. Op de vraag hoe het staat met de voortgang van de zoektocht naar een medicijn, laat Osterhaus weten dat zijn team momenteel druk bezig is met het onderzoek naar eventuele vaccins. De Zuid-Koreaanse uitbraak laat in ieder geval onmiskenbaar zien dat waakzaamheid voorlopig geboden is.