Een zwembad waar nu startups inzitten, een woonboerderij waar ook vleespakketten worden gemaakt en een hufterproof kantoor met schitterend uitzicht. Voor ‘Architectuur in Nederland 2017/2018’ selecteerden de auteurs de meest markante, nieuwe panden.
Vroeger roetsjten Rotterdamse kinderen er van de glijbaan, relaxten er in het bubbelbad of doken er naar de bodem. Maar het voormalig subtropisch zwemparadijs Tropicana is inmiddels niet meer in gebruik als zwembad. Het is omgebouwd tot een plek voor allerlei startups, zoals RotterZwam. Zij maken doosjes waarmee je met koffieprut paddenstoelen kunt kweken.
Tropicana is een van de blikvangers van het jaarboek ‘Architectuur in Nederland 2017/2018’, dat werd samengesteld door architecten en onderzoekers Kirsten Hannema, Robert-Jan de Kort en Lara Schrijver. In het boek verzamelen de auteurs de meest bijzondere gebouwen van 2017 en 2018. Ze baseerden hun keuze niet alleen op ‘wat beloftevol is’ of ‘rendabele oplossingen’, maar keken ook naar ‘idealen’. Projecten dus die ‘tegen de puur economische logica in, iets doen – hoe klein ook – om een droom na te streven’.
Tiny House
Die voorkeur is duidelijk terug te vinden in dit boek; voormalig zwembad Tropicana past er goed in. Het gebouw uit 1988 was al na 25 jaar afgeschreven en er waren plannen voor de sloop. Maar Superuse Studio’s wist het om te bouwen tot het succesvolle bedrijfsverzamelpand BlueCity. Met prachtig uitzicht over Rotterdam en de Maas. In plaats van een puinhoop, staat er dus nog een toonaangevend gebouw waar nu nieuwe dingen worden gemaakt.
De auteurs noemen het gebouw een voorbeeld van upcycling architectuur. Bij upcycling geef je een product of object een nieuwe functie, zonder dat de kwaliteit ervan verloren gaat. Het geldt vooral voor producten, maar kan ook voor gebouwen opgaan volgens Hannema, De Kort en Schrijver.
Vernieuwend is ook de Tiny House-buurt in Almere. Deze eerste wijk van kleine huisjes in Nederland bestaat uit dertien zeer diverse en duurzame ontwerpen, zoals het torentje Slim Fit van DaF-architecten. Dit smalle pand van drie verdiepingen is niet breder dan twee naast elkaar geparkeerde auto’s. Beneden is de keuken, op de eerste verdieping de woonkamer en daarboven een slaapkamer met badkamer. Het lijken haast wel drie op elkaar gestapelde blokken, waarmee kinderen spelen. Hierdoor heeft de woning niet alleen een verrassende eenvoud, maar het ontwerp zorgt ook voor een prachtig uitzicht vanaf alle etages over de omgeving. Daarnaast staat een huis van dezelfde hoogte, maar dan met een spits puntdak, dat door hetzelfde architectenbureau werd ontworpen. De combinatie van rechthoek en driehoek zorgt voor een mooi contrast.
Hufterproof
Andere ontwerpen doen iets conventioneler aan, maar gewoontjes wordt het nooit. De auteurs stellen dat ze de meest opmerkelijke gebouwen kozen en dat is gelukt. Neem het regiokantoor van Natuurmonumenten in Zierikzee. Dat ligt midden in een moerassig poldergebied. Het kantoortje wordt onder meer gebruikt als startpunt voor wandelingen. Een belangrijke voorwaarde was dat het nieuwe ontwerp hufterproof zou zijn, want de boerderij waarin het kantoor eerder huisde, werd twee keer in de fik gestoken.
Architectenbureau Max Rink & Niels Tilanus kozen voor een gebouw dat op het eerste gezicht veel weg heeft van een bunker, vanwege het grijze glasschuimbeton waarvan het grotendeels is gemaakt. Maar als je beter kijkt, zie je dat er grote ramen inzitten, waardoor je een magnifiek uitzicht hebt over de natuur om je heen. Ook de inrichting is helemaal gericht op deze panoramavensters. De ruwe buitenkant van glasschuimbeton zorgt ervoor dat mossen en planten zich eraan hechten, zodat het opgaat in de natuur.
Het regiokantoor blijkt interessanter dan het op het eerste gezicht leek. En dat geldt voor meer gebouwen in ‘Architectuur in Nederland 2017/2018’. Neem de boerderij in Ransdaal, die Maurer United Architects ontwierp. Het woonhuis lijkt op de stal, waar de koeien verblijven. Maar dat is niet alles. Het pand is ingegraven en geeft niet alleen een uitzicht op de dieren, maar ook op de heuvels en het bos in de omgeving. Bovendien is het meer dan een woning: naast het gastenverblijf in de kelder zit nog een ruimte waar de geslachte koeien tot vleespakket worden verwerkt. Dit soort verhalen en prachtige foto’s zorgen ervoor dat veel huizen verrassen. En dat maakt dit boek zo interessant om te lezen en te bekijken.