Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

De mythe van de romantische zomer

Tropische zonsondergang met dramatische wolken en palmbomen
Tropische zonsondergang met dramatische wolken en palmbomen
Freepik

Deze zomer romantiseren wij er met z’n allen weer lekker op los. Daarmee voorzien wij in een diepe menselijke behoefte. Maar wat is romantiseren eigenlijk? En: wat zijn de gevaren ervan?

31 juli 2024

Je slentert door een mediterraan plaatsje als plotseling een zachte zoute zomerbries vol zongedroogde geuren door de straat heen stroomt. Uit een zijstraatje verneem je echo’s van een zangerig Italiaans gesprek en je weet zeker: nu ben ik echt even ver weg van huis. Ik ben ‘in den vreemde’.

Natuurlijk kan ik niet voor iedereen spreken, maar ik vermoed dat veel Nederlanders deze zomer er vooral op uit trekken om te jagen op deze ervaring van ‘vreemdheid’. Ook als je gewoon in Nederland op stap gaat, blijft een wezenlijk onderdeel van reizen namelijk: niet thuis zijn, je bekende omgeving ver achter je laten en er echt eventjes ‘uit’ zijn.

Jonge vrouw met hoed kijkt naar het kleurrijke Italiaanse plaatsje Cinque Terre

Je slentert door een mediterraan plaatsje als plotseling een zachte zoute zomerbries vol zongedroogde geuren door de straat heen stroomt.

Freepik

Het vreemde

De vreemdheid die wij deze zomer zoeken kan verschillende vormen aannemen: je dompelt jezelf onder in een vreemde taal, trekt door een vreemd landschap of stelt jezelf bloot aan vreemde geuren en kleuren. Ook kun je op zoek gaan naar een verloren tijd, door bij Romeinse ruïnes rond te hangen of Middeleeuwse burchten op te speuren. Je kunt de vreemdheid dus zowel in tijd als in ruimte zoeken.

Dat je op reis fanatiek ‘het vreemde’ najaagt, merk je vooral als ‘het bekende’ plotseling zijn kop opsteekt en de idylle bruut verstoort. Je hoort opeens een luid Nederlands gesprek als je over een Frans marktje strompelt of je baas belt of je volgende week een shift kunt overnemen van een collega. Gelukkig ben ik in Rome nog nooit een steegje ingelopen waar ik opeens de ijsblauwe kleuren van een Albert Heijn in mijn gezicht gesmeten kreeg, maar je begrijpt wel: dat is allesbehalve de ontdekking waarvoor je naar Rome afreist.

De wortels van het hedendaags toerisme gaan terug op de romantiek, een intellectuele en artistieke stroming van rond 1800, die obsessief zocht naar ‘het andere’. Er ontstond een grote fascinatie voor vreemde culturen en een drang naar het verleden. Deze ‘romantische’ blik hebben wij gezamenlijk geërfd en gebruiken we om in het alledaagse het absoluut andere en vreemde te ontdekken. Maar wat heeft dit romantiseren met filosofie te maken?

Ruines van Forum Romanum in Rome

Je kunt op zoek gaan naar een verloren tijd, door bij Romeinse ruïnes rond te hangen.

Freepik

Filosofische vragen

De Franse filosoof Emmanuel Levinas begint zijn hoofdwerk Totaliteit en Oneindigheid met de vaststelling dat filosofie zich steeds richt op ‘het andere’. Filosofische vragen rijzen pas op zodra je geconfronteerd wordt met het ongebruikelijke, het verwonderlijke, het absurde en ga zo maar door. Je zou kunnen zeggen: filosofie begint zodra jouw werkelijkheid zich opent voor een mogelijkheid, namelijk: de mogelijkheid dat de dingen anders waren. Pas dan heeft het zin om vragen te stellen over de manier waarop wij met elkaar samenleven, waarom de natuur zo in elkaar zit en niet anders, hoe de mens zich tot de natuur moet verhouden enzovoort.

Kortom: zonder de drang naar het vreemde kan er van filosofie (maar ook van wetenschap) geen sprake zijn. Ik ben ervan overtuigd dat deze drang naar romantiek ieder mens eigen is. Daarom zijn mensen van alle tijden en streken op zoek gegaan naar antwoorden op filosofische en wetenschappelijke vragen.

Soms zul je merken dat je ‘in den vreemde’ anders over zaken gaat denken. Je alledaags begrip van dingen wordt namelijk op de proef gesteld. Om deze reden zoeken sommige filosofen het vreemde van tijd tot tijd actief op, hopend nieuwe denkwegen op het spoor te kunnen komen.

zonsopgang in een tropisch gebied met palmbomen

De drang naar romantiek is ieder mens eigen.

Freepik

Japan

In mijn eigen onderzoek, waarin ik mij onder meer bezighoudt met Japanse filosofie, merk ik dat de drang naar romantiek altijd op de loer ligt. Het is erg verleidelijk om Aziatische denkers te begrijpen als filosofen die compleet anders denken dan ‘wij Europeanen’. De aanname dat Japanse filosofie een volstrekt andere manier van denken tentoonstelt dan de Europese, is voor veel mensen zelfs de belangrijkste reden om zich erin te verdiepen, vermoed ik.

Toch moet je daar ontzettend mee oppassen. De romantische blik vindt namelijk soms het vreemde waar het niet aanwezig is. Oftewel: romantiseren is vervormen. Als je Japanse filosofie romantiseert, zoek je slechts wat anders is en schep je zodoende een beeld van Japanse filosofie als tegenpool van de Europese. Waar Europa ‘rationeel’ is, blijkt Japan opeens ‘mystiek’ te zijn. Waar Europa zich richt op ‘wetenschap’, excelleert Japan in ‘religie’.

Neem maar van mij aan: van dit soort ideeën klopt niets. Bovendien kunnen ze tot zeer bedenkelijke vooroordelen leiden. Moeten we de romantische blik dan maar in de prullenbak gooien? Is het tijd om voorgoed naar huis terug te keren?

Bloesembomen met een pagode bij mount Fuji in Japan

Als je Japanse filosofie romantiseert, zoek je slechts wat anders is.

Freepik

Dat gaat wat mij betreft te ver. Zoals ik hierboven al zei: filosofie en wetenschap nemen juist hun aanvang met de menselijke drang naar ‘het andere’ en ‘het vreemde’. Je moet je gevoel voor romantiek dus vooral koesteren. Toch is het belangrijk dat je altijd kritisch blijft op je romantische blik. Zorg dat je hem herkent, dan kun je genieten terwijl je op je hoede blijft voor de verdraaiingen die aan die blik ten grondslag liggen.

De moraal van het verhaal is dus: romantiseer gerust, maar wel met mate. Ik wens je een hele fijne zomervakantie!