Bij duurzaam gedrag hebben mensen de neiging om zichzelf te vergelijken met anderen die minder duurzaam leven dan zij. “Dan heb je het idee dat je beter bezig bent dan de rest en voel je je goed.”
Stel: je gaat met twee vrienden uit eten, naar dat ene burgerrestaurant. Bij binnenkomst ruik je de aantrekkelijke lucht van grill en frituur – je krijgt er honger van. Wat mag het zijn? Je twijfelt, alle burgers op dit menu zijn ongetwijfeld om je vingers bij af te likken, ook de vegetarische opties, maar een echte vleesburger is toch ook wel heel erg lekker. Hoewel, die oesterzwamburger die je vorige keer bestelde toen je alleen met vriend #1 was – wat was die ongelofelijk goed! Vriend #1 bestelt als eerste: de oesterzwamburger, maar dan 100 procent plantbased, ook zonder kaas dus. Uiteraard, hij deugt altijd. Je kijkt vriend #2 aan. Die rolt met z'n ogen en bestelt de dubbele 400 gram Angus King Royal met kaas. En extra kaas.
Dilemma. Of eigenlijk niet, want je bent er snel uit. Een enkele burger, alsjeblieft. Zo, dat is al een stuk duurzamer dan vriend #2. Fijn dat je het in ieder geval niet het slechtst doet in dit gezelschap. En zeg nou zelf, die rundvleesburger komt vast van goed vlees, dus één keer kan geen kwaad, toch? Nou vooruit, ook met extra kaas. Je bent vanochtend immers ook met de trein in plaats van met de auto naar je werk gegaan.
Neerwaartse neiging
Dit soort sociale vergelijkingen komt je, in meer of mindere mate, vast bekend voor. Zo’n vergelijking kan twee kanten op: je kunt jezelf vergelijken met mensen om je heen die meer duurzaam gedrag vertonen (opwaarts), of juist met mensen die minder duurzaam leven dan jij (neerwaarts). Die vergelijkingen beïnvloeden vervolgens je eigen gedrag: als je (denkt dat je) het beter doet dan anderen, ben je gauw tevreden, maar als je kijkt naar iemand die meer doet, kan dit je juist motiveren om zelf ook meer te doen.
Het hamburgerdilemma hierboven is natuurlijk overdreven, maar als de hoofdpersoon zich meer had laten motiveren door vriend #1 in plaats van door vriend #2, was de wereld een heel klein beetje beter af. En heel veel kleine beetjes van heel veel mensen kunnen een hoop schelen: volgens het klimaatpanel IPCC kan gedragsverandering tot maximaal 70 procent vermindering van de wereldwijde CO2-uitstoot leiden. Geen kattenpis, dus. Probleem is dat mensen bij duurzaam gedrag juist de neiging hebben om veel meer neerwaarts dan opwaarts te vergelijken. Klimaatpsycholoog Reint Jan Renes, lector psychologie voor een duurzame stad aan de Hogeschool van Amsterdam, helpt ons met begrijpen waarom.
Hoe belangrijk is de rol van sociale vergelijkingen wanneer iemand voor een duurzame keuze komt te staan?
“Ontzettend belangrijk! Dat komt doordat het iets is wat we meestal niet vanzelf leuk vinden om te doen. We zijn nog best wel onzeker over ons klimaatgerelateerd gedrag. Je vraagt je jezelf al gauw af: wat is het nut ervan? Wat heb ik eraan? Je moet dus nogal wat overwinnen, omdat er nog zo veel afremmende elementen in zitten. Daardoor ga je sneller naar andere mensen kijken en vergelijken. En wat nou als die andere mensen het gedrag ook niet vertonen?”
Dan ga jij het dus ook niet doen. Dat blijkt ook uit recent onderzoek van wetenschappers aan de Duitse Universität des Saarlandes. Mensen vergelijken zichzelf vooral met mensen die juist minder duurzaam gedrag vertonen, waardoor ze ‘lui’ worden en denken: laat eerst anderen maar wat meer stappen zetten. Dat is opvallend, want uit dat onderzoek blijkt ook dat bij andere vormen van gedrag, zoals sport, je jezelf juist liever vergelijkt met iemand die het beter doet. Is Lionel Messi motiverender dan Greta Thunberg?
“Kijk, als ik aan iemand vertel dat ik niet zo goed kan voetballen als Messi, dan zegt hij: ja, dat snap ik wel. En daar word je niet een minder mens van. Maar als we het over Greta Thunberg hebben, voel je je veel sneller op je eigen gedrag aangesproken. Dan voelt het alsof je niet deugt – dat is een morele lading die op dit type gedrag zit. En vanwege die morele lading vergelijk je jezelf niet met mensen die het beter doen, want dan voel je je slecht over jezelf. Dus kijk je naar mensen die het juist minder doen, want dan voel je je goed, omdat je het idee hebt dat je beter bezig bent dan de rest.”
De meeste mensen denken dat ze deugen, zeg maar.
“Ja, of vínden dat ze deugen.”
Dat is best een verdrietige conclusie, toch? Dat klinkt alsof we als groep niet in staat zijn om dingen te doen die we vervelend vinden en waar moraliteit een rol speelt, terwijl we juist meer mensen nodig hebben die duurzaam gedrag laten zien.
“Nou ja, het geeft in ieder geval aan dat we een setting hebben gecreëerd waarin mensen zichzelf niet heel erg openstellen. Blijkbaar zijn we in dit soort ‘veroordelende’ settings geneigd om met een iets vertekend en iets te rooskleurig beeld naar onszelf te kijken. Het is ook een heel gezond mechanisme, normaal gesproken. Stel je voor dat je je de hele dag heel bewust bent van wat je eigenlijk allemaal aan het doen bent en hoe dat bijdraagt aan een betere samenleving. Daar word je behoorlijk depressief van.”
Hoe komt het dat klimaatgedrag zo moreel geladen is; waarom is het ‘deuggedrag’ geworden? Hadden we daar iets aan kunnen doen?
“Nee, ik denk de mens nou eenmaal zo in elkaar zit. En het is overigens nog steeds heel erg contextafhankelijk. Bij vliegen bijvoorbeeld geeft het feit dat we het over vliegschaamte hebben al aan dat we daar die morele lading veel meer een plek hebben gegeven. Ik ken weinig mensen in mijn omgeving die je zouden aanspreken van ‘goh, heb je nog steeds zo’n tochtig huis?’. Ze vinden het feit dat je huis niet goed geïsoleerd is dan eerder zielig voor je. Mensen snappen beter waarom je bijvoorbeeld je huis nog niet helemaal geïsoleerd hebt, omdat dat best wel veel geld kost. Terwijl je bij vliegen en vlees eten eerder denkt dat het zo iemand is die het blijkbaar niet uitmaakt.”
En juist bij vliegen en vlees eten vergelijk je dus sneller met mensen die het minder goed doen dan jij, waardoor je minder snel je gedrag verandert. Extra jammer dat de mens dan zo in elkaar zit, want dat zijn twee belangrijke onderdelen van de footprint van een gemiddeld huishouden. Is er een manier waarop we moraliteit uit klimaatgedrag kunnen halen?
“Dat denk ik wel. Zoals je net al zei, werkt het in bijvoorbeeld sportgedrag, maar ook met geld anders. Daarbij vinden we het juist wel fijn om omhoog te vergelijken. Als het gaat over sportgedrag en je doet dat misschien wat minder dan Messi, dan is dat volledig begrijpelijk en wordt er niet gezegd dat jij dan als mens minder waard bent. Ik denk dat dát aspect belangrijk is in de vraag hoe we dit kunnen fixen.”
Is dat dan door het juist niet over moraliteit te hebben?
“We moeten het juist heel expliciet maken, want het zit er altijd in. Als ik naar een restaurant ga met mijn vrienden die graag vlees eten, en ik bestel een vegetarische hamburger, dan voelen zij zich – ook al zeg ik er niks over – in hun keuze ergens toch een beetje lullig door iets wat toch volledig mijn keuze is. Dus er zit altijd die morele lading op; dat is nou eenmaal wat het klimaatvraagstuk intrinsiek in zich heeft. Het is misschien zelfs wel juist nodig om heel duidelijk te benoemen: jongens, ik snap heel goed dat dit niet is wat jullie in één keer ook anders doen en ik begrijp dat dat helemaal niet zo makkelijk is.”
Die rol is dus weggelegd voor mensen die al wel het duurzame gedrag vertonen. Voor hen dan nog de vraag: hoe doe je dat zonder dat je een heel vervelende gesprekspartner wordt?
“Haha, dat is een hele goede vraag! Ik denk dat het heel belangrijk is dat je vooral gewoon nieuwsgierig bent naar de beweegredenen van de ander en dat je duidelijk laat blijken dat het je er ook echt niet om te doen is om de ander tot ander gedrag aan te zetten. En laten we duidelijk zijn: het is ook gewoon niet een eenvoudig probleem. Het zou dus goed zijn dat we meer laten zien dat iedereen worstelt, ook degene die het ogenschijnlijk al heel goed doen.”