Wekenlang op je knieën in de brandende zon met een troffel en een kwastje bijzondere schatten blootleggen. Tussen de middag een vers broodje ‘mozpom’ (mozzarella/pomodori) bij de mannen die de lokale bar runnen. Onderzoek doen in Pompeii is geweldig.
Onderzoek doen in Pompeii: het begin
“Hey Suus, ik sta net bij Sgambati en zie daar het bidprentje van de oude baas. Weet jij of ie allang dood is? Ik bedoel: heb jij hem nog gezien de laatste paar jaar? Saluti, Miko.”
Toen ik dit bericht las, was ik ineens terug in Pompeii, juli 2007. Ik had net mijn bachelor gehaald en mocht met Miko Flohr mee om daar, in de stad die in 79 n.Chr. door de vulkaan Vesuvius werd bedolven onder de as, onderzoek te doen voor zijn promotieproject over Romeinse vollerijen. Zijn eigen onderzoek! En dat op zo’n fantastische plek! Het leek iets wat heel ver van me af stond. Wist ik veel hoe het allemaal zou lopen…
Knipoog van de oude baas
Ik leerde Pompeii langzaam kennen in 2007 en ook in de zomer erna, toen we met hetzelfde team teruggingen om verder te werken aan het onderzoek. Wekenlang zaten we op onze knieën op een kussentje in de brandende zon met een troffel en een kwastje om de bewaard gebleven resten van vollerijen bloot te leggen. In de pauzes rustten we op de enige schaduwrijke plek van de stad, het Forum Triangolare naast het grote theater en we aten onze lunch op dezelfde plek waar we ook elke dag ontbeten: Bar Sgambati. Luigi, Salvatore, Sebastiano, Domenico en de oude baas achter de kassa waren elke dag blij de olandesi weer te mogen begroeten. Toen ik in het najaar van 2008 in mijn eentje naar Pompeii afreisde om onderzoek te doen voor mijn masterscriptie, herkenden ze me nog als ‘een van de Nederlandse meisjes’. Ik kreeg een knipoog van de oude baas. En zo zou het blijven in de jaren die volgden. Elke keer als ik in Pompeii kwam, was ik voor de mannen van Sgambati la ragazza olandese.
Terug naar Pompeii, terug naar Sgambati
In 2010 schreef ik mijn promotievoorstel en het stond als een paal boven water dat Pompeii daarin een belangrijke rol moest krijgen. Ik wilde iets met huizen, ja, iets met schilderingen, oké, iets met marmer, misschien, maar vooral iets met Pompeii. Ik moest en zou in die stad onderzoek doen. En het lukte. Sinds september 2011 heb ik mijn eigen project en moet (mag!) ik elk jaar terug naar Pompeii. En elke keer als ik daar ben, loop ik even binnen bij de mannen van Sgambati. Maar vanaf nu zonder knipoog van de oude baas achter de kassa.