Hoewel men altijd dacht dat de longen vrijwel steriel waren, hebben studies de afgelopen tien jaar het tegendeel bewezen. Het longmicrobioom is wel dun bevolkt; ongeveer duizend keer minder dan het mondmicrobioom, en een miljoen tot miljard keer minder dan het microbioom van de darm. Dit komt met name door de functie van de luchtwegen, en de ingebouwde beschermingsmechanismen die de longen hebben tegen infectie en invasie, zoals de werking van trilhaarcellen en de hoestreflex.
Bij elke ademtocht staat het slijmoppervlak van de luchtwegen via de neus en de mond, via de keel tot aan de longen in contact met de buitenwereld, waar het wemelt van microben. De neus-en-keelholte herbergen dan ook een zeer diverse bacteriële gemeenschap, waaronder commensalen en potentiële ziekteverwekkers. De microben in de bovenste luchtweg en de longen vertonen veel overeenkomst met het mondmicrobioom.
Geboortewijze en borstvoeding
De wijze van geboorte is voor de eerste ontwikkeling van het microbioom in de luchtwegen even bepalend als voor de darm en huid. Bij een vaginale geboorte komen de eerste bacteriën in de luchtwegen overeen met het vaginale en darmmicrobioom van de moeder. Kinderen geboren met een keizersnede komen aanvankelijk voornamelijk in contact met huidbacteriën, en dat zijn dan ook de eerste bacteriën die je tegenkomt in de luchtwegen van deze kinderen.
Ook het geven van borst- of flesvoeding beïnvloedt in de eerste fase van het leven de ontwikkeling van het luchtwegmicrobioom. Bij de zuigelingen die borstvoeding krijgen, komen vroeg in het leven minder ziekmakende bacteriën voor en deze baby’s lijken uiteindelijk ook minder luchtweginfecties te vertonen, alhoewel het nog onduidelijk is of dit oorzakelijk met elkaar verbonden is.
Infecties bij kinderen
Luchtweginfecties als verkoudheid maar ook oorontstekingen zijn één van de meest voorkomende gezondheidsproblemen bij jonge kinderen. Luchtweginfecties worden vaak veroorzaakt door virussen en bacteriën, waaronder Streptococcus
pneumoniae, Haemophilus influenzae en Staphylococcus aureus, die zich nestelen in de neus en keel.
Het gebruik van antibiotica veroorzaakt een afname van gunstige commensalen in het luchtwegmicrobioom en lijkt daarmee ‘ruimte’ te creëren voor ziekmakende bacteriën. Dit wordt op zichzelf weer in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen van acute infecties en chronische problemen zoals astma.
Virale infecties gaan vaak vooraf aan een bacteriële infectie en kunnen, net als bij antibioticagebruik, leiden tot verstoring van het microbioom in de luchtwegen en zo bijdragen aan kolonisatie en overgroei van potentiële ziekteverwekkers. Hierdoor ontstaat een verhoogd risico op de ontwikkeling van ademhalingsziekten als astma op latere leeftijd.
Verstoring luchtwegmicrobioom bij volwassenen
Acute en chronische luchtweginfecties zijn ook een zeer groot gezondheidsprobleem bij volwassenen en ouderen. Recent onderzoek toont aan dat ook hier de overgroei van ziekmakende bacteriën geassocieerd lijkt met een minder divers luchtwegmicrobioom en afwezigheid van sommige commensale soorten. De combinatie van afwezige, commensale bacteriesoorten met overgroei van potentieel ziekmakende bacteriën lijkt mogelijk een rol te spelen bij verergering van klachten van chronische luchtwegziekten zoals astma en COPD.
Ook hier moet nog verder onderzocht worden wat oorzaak en gevolg is, met andere woorden veroorzaakt de chronische ontstekingsreactie een verstoring van het microbioom of vice versa. Verder lijken antibiotica ook een rol te spelen in het verminderen van de diversiteit en verstoring van het microbiële evenwicht in de luchtwegen bij ouderen.
Het bestuderen van het luchtwegmicrobioom in relatie tot het risico op luchtwegproblemen is nog een relatief jong onderzoeksgebied. Studies naar het effect van geboortewijze, omgevingsfactoren, type voedsel, antibiotica en vaccins kunnen een basis leggen voor nieuwe manieren om luchtwegproblemen te voorkomen en te behandelen.