Met een grote installatie op het Stadhuisplein in Eindhoven testen onderzoekers of ze de luchtkwaliteit kunnen verbeteren. Zo hopen ze ook hun modellen te verbeteren waarmee ze het effect van zulke installaties voorspellen.
In parkeergarages, tunnels en op drukke verkeerspleinen kun je maar beter niet te diep ademhalen. Door het drukke verkeer en de dichte bebouwing in Nederlandse steden blijven vervuilende deeltjes zoals fijnstof vaak lang hangen. Dit maakt de lucht in veel steden niet erg goed voor onze gezondheid. Maar er zijn manieren om deze lucht schoner te maken, ontdekten onderzoekers van milieu-innovatiebedrijf ENS Urban. Met hun technieken maken ze op dit moment de lucht in Eindhoven een stuk schoner.
Longen van de stad
Op het Stadhuisplein in Eindhoven stond een paar maanden lang een grote witte tent en verschillende geknakte palen met wat electronica aan het uiteinde. De installatie in de tent zoog de hele dag lucht aan, verwijderde vervuiling en blies de schonere lucht weer uit. De palen maten wat het effect is op de luchtkwaliteit op het plein. Het is allemaal onderdeel van het project ‘Longen van de Stad’, een samenwerking tussen ENS Urban, de TU Eindhoven, de gemeente Eindhoven en bedrijf Air Liquide. “We willen samen meer te weten komen over hoe we luchtkwaliteit in de stad kunnen verbeteren”, vertelt Roel Gijsbers, projectleider bij ENS.
Gijsbers is vanaf het begin betrokken bij het project. “Wij zuiveren al jaren parkeergarages met onze technieken”, vertelt hij. “Maar we wilden graag weten wat er zou gebeuren als je dit opschaalt en ook op andere strategische plekken in de stad plaatst.” Hiervoor maakten de onderzoekers eerst een model die voorspelde hoe de zuiveringsinstallatie de luchtkwaliteit zou beïnvloeden. Maar zonder metingen in de praktijk bleek het lastig om te bewijzen dat het model klopt. “Onze collega’s aan de TU Eindhoven hebben het model doorgerekend, maar we wilden graag echte metingen doen en kijken of de luchtkwaliteit echt verbetert zoals het model voorspelt.”
Elektrisch veld
Het model gaat uit van de zogenoemde ionisatietechniek. De lucht stroomt dan door een elektrisch veld, waardoor de moleculen hun elektronen kwijtraken en een positieve lading krijgen. Daardoor zijn ze makkelijker te vangen, legt Gijsbers uit: “Die positieve deeltjes trekken we aan met een negatief geladen metalen plaat. Ze hechten aan die plaat en vormen zo een laag viezigheid, terwijl de schonere lucht doorwaait.” De efficiëntie van het systeem hangt af van de locatie, maar over het algemeen blijkt uit metingen dat kleine deeltjes moeilijker te vangen zijn dan grote: “Van de grote deeltjes vangen we ongeveer 100 procent af, bij de kleinere deeltjes eerder rond de 30-40 procent.”
Je vangt dus niet alles af, maar alle kleine beetjes helpen. De luchtkwaliteit op het Stadhuisplein lijkt er in ieder geval wel op vooruit te zijn gaan. “Het ziet er goed uit, maar we moesten minimaal drie maanden aan data verzamelen en die analyseren we nu voor we definitieve conclusies trekken”, zegt Gijsbers. De metingen zouden eigenlijk maanden geleden al klaar zijn, maar het kampioenschap van PSV gooide – figuurlijk – roet in het eten, vertelt de projectleider: “Tijdens het kampioensfeest moesten we de boel even opruimen, maar uiteindelijk hebben we voldoende data kunnen genereren.”
Model moet kloppen
De verbeterde luchtkwaliteit vinden de partners natuurlijk mooi, maar volgens Gijsbers willen ze vooral graag zeker weten dat het model klopt: “Nu moeten we vaak nog metingen doen om het effect van dit soort maatregelen te voorspellen en dat kost veel tijd en moeite. Met een goed model kunnen we in de toekomst makkelijker de effecten voorspellen en mogelijk bedrijven en overheid sneller overtuigen om sneller door te pakken.” Maar dat betekent niet dat er geen plannen zijn om meer van dit soort technieken toe te passen in steden. “We kijken of we ons systeem op een mooie manier kunnen integreren in voorzieningen of de infrastructuur”, vertelt Gijsbers. “Het is natuurlijk veel mooier als je zo’n filter kunt inbouwen in bijvoorbeeld een bankje.”
De metingen moeten eerst aantonen of het filteren echt werkt, of dat de schone lucht zo snel wegwaait dat je nauwelijks effect ziet. Gijsbers denkt dat elke zuivering mooi meegenomen is: “Misschien waait die schone lucht wel over een woonwijk, dat lijkt me ook geen probleem.” Uiteindelijk kun je in de stad niet alles oplossen, want 75 procent van alle luchtvervuiling komt van buiten de stad binnenwaaien. Gijsbers: “Maar als we met alle steden samenwerken en op strategische plekken de lucht zuiveren kunnen we zeker een hele hoop winst pakken.”