Uit de meer dan tweeduizend hersenprikkelende TED-talks die te zien zijn op het TED-videokanaal en YouTube, werkte TED 12 talks uit tot evenveel inspirerende boeken. In het TED-boek ‘De kokende rivier’ van geoloog Andrés Ruzo volgen we Ruzo diep het Peruviaanse Amazonewoud in. Als kleine jongen hoorde hij van zijn grootvader over een ‘kokende rivier’ zo heet, dat kleine dieren die erin vallen meteen gekookt zijn. Twintig jaar later trekt Ruzo het Amazonegebied in, op zoek naar de waarheid… NEMO Kennislink geeft een klein voorproefje van Ruzo’s wonderbaarlijke ontdekkingsreis.
“Ik sta op een rots midden in een rivier. De oerwoudnacht valt om me heen. Op gevoel reik ik omhoog om mijn voorhoofdlamp uit te schakelen. Het is volslagen donker en ik sta stil en wacht. Ik heb het donker gemist. Ik adem in. De lucht is zwaar en abnormaal heet, zelfs voor het Amazonegebied. Nu mijn ogen wennen aan het donker, doemen de contouren op in de nacht: zwart-, grijs-, donkerblauw- en zelfs zilverwittinten.
Verbazend wat je mist als het licht aan is. De maan is niet meer dan een flintertje en daardoor domineren ontelbare sterren de hemel. Ze verlichten de uitgestrekte jungle. Elk blad, elke rots baadt in hun zachte licht. Overal om me heen stijgen dampen op als schimmen in het sterrenlicht – dunne flarden mist; wolken zo groot dat ze in slow motion lijken te zwellen.
Ik ga stil op de rots liggen om de stoom te zien oprijzen in de nacht. Als er een koel briesje opsteekt, wordt de mist dikker. Hij rolt in grijsblauwe wervelingen tegen de lucht. De rots onder mijn lichaam geeft een vaag wit schijnsel in het zwakke licht. Waar mijn rug en benen het oppervlak raken, zweet ik een beetje. Een stortvloed van water – zo heet dat ik er dood aan zou kunnen gaan, breder dan een tweebaansweg – dendert langs mijn rots met een gebulder dat het nachtelijke koor overstemt. Mijn zintuigen zijn alert, elke beweging is alert en bedachtzaam.
Ik ben midden in het Peruviaanse Amazonegebied. In de naburige nederzetting ligt de rest van mijn team in bed. Ik kan onmogelijk slapen, gezien wat hier voor me ligt. Mijn hart klopt stevig, maar ik voel me volslagen kalm. Mijn ogen volgen de dampen van de rivier die opstijgen en versmelten met het firmament. De Melkweg stroomt langs de hemel als een afspiegeling van de rivier.
De Inca’s noemden haar de Hemelse Rivier; de weg naar een andere wereld, waar geesten woonden. De dampen verbinden dus twee rivieren. Het is duidelijk waarom mensen die hier wonen zo’n spirituele kracht toeschrijven aan deze plek. De woorden van de sjamaan weerklinken in mijn hoofd: “De rivier laat ons zien wat we moeten zien.”
Dit wordt een van de grootste avonturen van mijn leven, het verhaal dat ik mijn kinderen en kleinkinderen zal vertellen. Alles wat ik doe, voegt een element toe aan het verhaal. Elke seconde die verstrijkt, lijkt van groter belang.
Gloeiend heet water spettert op mijn rechterarm. Ik ga rechtop zitten en trek mijn arm tegen mijn borst, niet langer in gedachten verzonken. Ik moet denken aan de woorden van mijn hoogleraar van de praktijkopleiding vulkanologie: “Beginnelingen sterven op een vulkaan omdat ze de risico’s niet beseffen; experts omdat ze de risico’s vergeten.”
Ik sta op, zorg dat ik een stevig steunpunt heb en spring terug naar de dichtstbijzijnde oever. Terugkijkend naar de kokende rivier fluister ik opgewonden: “Deze plek bestaat echt.” De sjamaan zei dat er een reden was dat de rivier me hierheen heeft geroepen. Een grotere missie is ophanden, voel ik. Ik zal niet veel slapen vannacht.
De dampen dansen in het licht van de sterren terwijl ik terugga naar mijn hut. In mijn hoofd ben ik vol van de rivier; de donkere jungle eromheen; het verhaal dat nog geschreven moet worden. Het begint met de legende die ik heb gehoord in mijn kindertijd; over verkenning en ontdekking, omdat ik wilde begrijpen wat ongelooflijk leek. Een verhaal waar moderne wetenschap en traditionele wereldbeelden botsen – met respect, niet met geweld – verbonden door hun ontzag voor de natuur. Nu ogenschijnlijk alles in kaart is gebracht, gemeten en begrepen, zet deze rivier kanttekeningen bij wat we denken te weten.
Ik werd gedwongen vraagtekens te zetten bij de grens tussen het bekende en onbekende, het oude en moderne, het wetenschappelijke en het spirituele. De rivier doet ons beseffen dat er nog grote wonderen te ontdekken zijn – in de zwarte leegte van het onbekende, in de witte ruis van het leven van alledag, in de dingen die we nauwelijks opmerken, bijna vergeten, in een kleinigheid van een verhaal.”