Waar komen woorden vandaan en hoe lang bestaan bepaalde woorden al? We weten het door het woordenboek van professor Nicoline van der Sijs, een van mijn grote voorbeelden.
Het jaar 2017 staat in het teken van Johanna Westerdijk, de eerste vrouwelijk professor van Nederland die 100 jaar geleden haar ‘oratie’ gaf. Maar wat betekent het woord oratie eigenlijk? Tegenwoordig wordt het woord vooral gebruikt voor de lezing die een wetenschapper geeft als hij of zij professor wordt. Oratie komt eigenlijk van het Latijnse woord ‘oratio’ wat ‘gebed’ betekent. Toch denk ik dat de meeste professoren niet weten dat ze eigenlijk een gebed opzeggen!
Het woord ‘oratie’ kennen we in het Nederlands al sinds 1548, hoewel het destijds waarschijnlijk nog niet de betekenis van nu had. Dat we weten hoe lang we het woord ‘oratie’ al kennen, hebben we te danken aan professor doctor Nicoline van der Sijs. Zij heeft namelijk het ‘chronologisch woordenboek’ ontwikkeld. Een normaal woordenboek staat natuurlijk op alfabet, maar zij heeft haar woordenboek gesorteerd op datum van voorkomen in de Nederlandse taal.
Dankzij haar weten we nu wat het oudste Nederlandse woord is; dat is namelijk ‘wad’. In 107 na Christus is het woord voor het eerst op schrift te lezen, toen betekende het al ‘doorwaadbare plaats’, net als nu. Op de tweede plaats in oudste woorden staat trouwens heel toepasselijk het telwoord ‘twee’, dat werd namelijk in 222 n.C. al genoemd (je zou bijna denken dat ze dat jaartal zelf bedacht heeft).
De herkomst van woorden achterhalen wordt ook wel etymologie genoemd, prof. van der Sijs is dan ook een van de auteurs van het Etymologisch woordenboek.
Gekaapte brieven
Een tweede project van prof. Van der Sijs dat me nog vaak uren aan plezier oplevert zijn de gekaapte brieven. Dit zijn brieven uit de 17e en 18e eeuw die aan boord waren van Nederlandse schepen die gekaapt werden door Groot-Brittannië. De brieven werden bewaard als bewijs dat het een Nederlands schip betrof, want je mocht destijds alleen schepen kapen van een land waarmee je in oorlog was.
Met hulp van vele vrijwilligers werden deze brieven gefotografeerd en getranscribeerd (overgetypt).
En zo vind je veel bijzondere woorden en verhalen tussen de lijsten met slaven, overzichten van goederen, bestellingen, scheepsinformatie, schuldbetekenissen en stapels aan persoonlijke brieven. Met een beetje klikken leer je al snel dat de juiste aanhef van een brief rond 1670 als volgt ging: “Een vriendelijcke groetenisse sij geschreven aen mijn lieve beminde….”.
Een volgende brief is van droever toon, hierin verzucht Elisabeth Emerij dat ze toch zo’n pijn (pinne) heeft in haar rug (lenden) dat ze er verdrietig van wordt en bang is dat ze niet lang genoeg in leven blijft om haar vaderland ooit terug te zien. Deze brieven zijn duidelijk niet voor onze ogen bestemd. Het voelt dan ook bijna alsof je stiekem iemands dagboek aan het lezen bent, maar dan legitiem. Een aanrader!
“Weerde moeder broeders salut weet onse redelicke gesontheijt maer bennen alle beijde veel gequelt met groote pinne in de lenden nacht en dach konnen qualick op het bet dueren van pinne worde mijn leven verdrietich dencke dickmael den tijt niet te leven dat ick mijn vaderlant sal sien ick hoope dat godt mijn een mael die genade sal doen dat ick mijn beenderen in mijn vaderlant mach uijt strecken dat ick in dit sodom niet mach sterven”
Voor wie nieuwsgierig is naar de herkomst van woorden of een liefhebber is van etymologie ziet in Nicoline van der Sijs een ware heldin. Genoeg reden om bovenaan mijn lijstje van favoriete professoren te belanden!