In 1978 kwam Louise ‘Joy’ Brown als eerste gezonde ivf-baby ter wereld. Ondanks de gelijknamige titel, gaat de Netflix-film ‘Joy’ niet over haar, maar over de drie pioniers achter in-vitrofertilisatie.
“We zullen kinderloosheid genezen. Wij gaan baby’s maken.” Zijn nieuwbakken assistent Jean Purdy kijkt de Britse fysioloog Bob Edwards verbaasd aan. Het is het eerste van vele autoritjes tussen Londen en Oldham dat de twee zullen maken in hun zoektocht naar - opnieuw in de woorden van Edwards - ‘een remedie tegen kinderloosheid’. De scene zet meteen de verhoudingen tussen de twee neer: hij is de zakelijke wetenschapper, zij het hart en geweten. In de nieuwe Netflix-film ‘Joy’ zien we hoe Edwards en Purdy samen met gynaecoloog Patrick Steptoe, werken naar de eerste ivf-baby. Een zoektocht die over veel meer gaat dan alleen het maken van een baby.
Kinderloos als ziekte
De overtuiging van Edwards (gespeeld door James Norton) dat kinderloosheid een ziekte is, zegt natuurlijk iets over de tijd waarin ‘Joy’ zich afspeelt. Het eerste autoritje van Purdy en Edwards vindt plaats in 1968. Louise ‘Joy’ Brown zal als eerste gezonde ivf-baby ter wereld komen in 1978. Ondanks de seksuele revolutie was in die jaren ‘moeder’ nog wel het meest voorkomende beroep voor vrouwen. Juist daarom is Edwards zo bevlogen over zijn werk. Niet omdat hij vindt dat vrouwen de plicht hebben om voor de kinderen te zorgen, maar omdat ze het recht hebben kinderen te mogen krijgen.
Voor een film over een van de belangrijkste wetenschappelijke doorbraken uit de twintigste eeuw – er werden sindsdien zo’n twaalf miljoen baby’s middels ivf geboren – laat ‘Joy’ maar weinig van die wetenschap zien. Uiteraard zijn er mensen in witte jassen die ernstig in een microscoop turen en patiëntes die met hun voeten in de stijgbeugels plaatsnemen voor een onderzoek. Maar het precieze wat en hoe van in-vitrofertilisatie wordt slechts zeer beperkt uit de doeken gedaan.
Des te meer gaat ‘Joy’ over de mensen achter die wetenschap, en het gevecht dat zij hebben moeten voeren om uiteindelijk tot een doorbraak te komen. De film kiest daarvoor een interessant perspectief, namelijk dat van verpleger en onderzoeker Jean Purdy, prachtig neergezet door Thomasin McKenzie. In de openingsmonoloog van de film waarmee Edwards pleit voor de erkenning van Purdy’s rol in hun zoektocht, zegt hij: “Zonder haar was niets van dit alles mogelijk geweest.”
Vrouwelijk perspectief
In een onderzoek waarin het vrouwelijk lichaam centraal staat, is een beetje vrouwelijk perspectief natuurlijk zeer wenselijk. Maar Jean Purdy deelt meer met de deelnemers aan het experiment dan alleen het geslacht. Zij kan zelf geen kinderen krijgen omdat ze endometriose heeft. Een diagnose waarmee ze ook direct ongeschikt is om zelf aan het onderzoek deel te nemen. Die niet te vervullen kinderwens geeft haar een sterke innerlijke drijfveer om het onderzoek ondanks alle tegenslagen te willen doorzetten.
Mogelijk neemt de film hier een loopje met de geschiedenis, want het is onbekend of de echte Jean Purdy kinderloos bleef om medische redenen. Maar het zorgt wel dat de medische en maatschappelijke strijd die de drie wetenschappers hebben moeten voeren minder abstract wordt. “De kerk, de staat, de wereld zal tegen ons zijn. Maar de moeders zullen aan onze kant staan”, zegt Edwards over de weerstand die ze mogelijk te wachten staat. Purdy staat in deze film aan beide kanten van die weerstand. Zij was namelijk ook devoot christen en werd uiteindelijk geweerd uit de kerk vanwege haar betrokkenheid bij het onderzoek. Van dat laatste is opnieuw onzeker of dit ook gold voor de echte Jean Purdy, maar het is wel bekend dat het drietal niet overal met open armen werd ontvangen.
Meer dan proefpersonen
Het is ook Purdy die in deze film zorgt dat de vrouwen die meedoen aan het experiment, een gezicht krijgen. Waar artsen Edwards en Steptoe (Bill Nighy) nog wel eens over de vrouwen praten alsof ze niets meer zijn dan laboratoriummuizen, geeft de verpleger ze persoonlijke aandacht. Zij neemt de tijd om naar hun verhalen te luisteren en ziet ze als mens, als vrouw. Sterker nog, het is uiteindelijk Purdy die tot de conclusie komt dat wanneer deze vrouwen ook fysiologisch als vrouwen gezien worden, inseminatie veel meer kans van slagen heeft. Zij is het die voorstelt om de natuurlijke cyclus van de vrouwen aan te houden bij het oogsten en terugplaatsen van de eitjes. En het is die stap die uiteindelijk in de geboorte van Louise ‘Joy’ Brown resulteert.
Tegenwoordig kiezen steeds meer vrouwen er bewust voor om kinderloos te blijven. Dat kan je natuurlijk geen ziekte noemen. Dat is een keuze. Maar dat wij die keus hebben, is op een bepaalde manier wel te danken aan het pionierswerk van Edwards en zijn collega’s. Ook de film komt tot de conclusie dat ivf meer is dan een medicijn. Het is een bron van hoop en een manier om vrouwen een keuze te geven over hun eigen lijf en toekomst. En dat we het op deze manier kunnen zien, was zonder Jean Purdy niet mogelijk geweest.