Naar de content

De duurzame dokter

Operatie groene zorg: CO₂-neutrale huisartsenpraktijk

Sanne Boekel voor NEMO Kennislink

Niet alleen ziekenhuizen, maar ook sommige huisartsen proberen op een meer duurzame manier hun praktijk te runnen. Iemand die het goede voorbeeld geeft, is huisarts Dennis Pot in Hilversum. 

4 september 2024

Veel artikelen in deze serie gaan over het ziekenhuis, waar nog veel hulpmiddelen, stoffen en processen verduurzaamd moeten worden. Maar de belangrijkste pijler van het Nederlandse zorgsysteem is de huisarts, voor veel mensen de eerste ingang tot het zorgstelsel. In ons land zijn ongeveer twaalfduizend huisartsen actief. Ook onder die beroepsgroep proberen pioniers om hun werk duurzamer aan te pakken. Eén ervan is Dennis Pot, huisarts te Hilversum. Sinds 2015 heeft hij een eigen praktijk, samen met collega-huisarts Anke Oudhof-Smulders. Sinds 2019 noemt Pot zich ‘de eerste CO2-neutrale huisarts van Nederland’. Hoe pakt hij dat aan? 

Grootste vervuilers

Ben je zo’n duurzaam type?

“Van huis uit ben ik niet overdreven duurzaam opgevoed. Ik probeer gewoon – zoals veel mensen, denk ik – een beetje met de tijd mee te gaan. Toen ik een eigen praktijk startte, ben ik me in het onderwerp duurzaamheid gaan verdiepen.”

Hoe ben je begonnen met de CO2-neutrale praktijk?

“In onze zoektocht destijds naar hoe je een huisartsenpraktijk duurzaam kunt praktiseren, kwamen we heel weinig voorbeelden tegen. Ook van brancheorganisaties kregen we destijds weinig hulp. Toen ben ik zelf maar onderzoek gaan doen. Zo las ik over de Green Deal in de zorg, en uiteindelijk kwam ik uit bij de Milieubarometer van Stimular die me heel bruikbaar leek.”

Ik vind het als arts ook mijn taak om een beetje voor te leven hoe het zou moeten

“Dat is een soort groot Excel-programma waarmee je je CO2-uitstoot kan berekenen. Ik was al een tijdje aan het zoeken, maar dit vond ik als eerste interessant. Eindelijk had ik iets praktisch in handen. Ik ontwikkelde een soort programmaatje om elk jaar die Milieubarometer mee in te vullen. Daarmee breng je heel uitgebreid je CO2-uitstoot in kaart en zie je waar voor je praktijk de grootste vervuilers zitten. Vooral de eerste keer is dat wel veel werk, want je moet eigenlijk je hele bedrijfsvoering van a tot z doorlichten.”

Wat leerde je ervan?

“In het begin denk je: o, verduurzamen is een beetje zuinig zijn met water, een beetje minder stroom verbruiken, afval scheiden, dan kom je een heel eind. Maar je hebt natuurlijk ook al die leveranciers die spullen komen brengen, en de patiënten die naar je toe komen. Dus duurzamer gaan werken is breder dan alleen je eigen gedrag.”

Bomen planten

Hoe kun je CO2-neutraal zijn?

“Sinds 2019 maak ik elk jaar die berekening en elk jaar compenseer ik dan de hoeveelheid CO2 die ik nog uitstoot met de praktijk. Dat doe ik door bomen te planten via Trees for All . Tijdens hun levenscyclus nemen die bomen samen de hoeveelheid CO2 op die ik wil compenseren.”

Op dat soort constructies is wel eens kritiek. Hoe weet je zeker dat er voldoende bomen worden geplant?

“Ik kwam na wat onderzoek uit bij twee mogelijke organisaties die best strenge keurmerken hebben en ook aanbevolen werden op overheidswebsites. Ik moet op die keurmerken afgaan, want ik plant die bomen natuurlijk niet zelf.”

Portret van Dennis Pot.

Huisarts Dennis Pot.

Eigen collectie Dennis Pot

Je voert het predicaat ‘CO2-neutrale huisarts’. Wat krijg je daar voor reacties op van collega’s?

“Heel wisselend. Collega-huisartsen die zelf ook met duurzaamheid bezig zijn, reageren enthousiast. Maar er is ook een groep collega’s die er minder affiniteit mee heeft. Die zeggen: ‘Jeetje, wat veel werk, daar heb ik toch helemaal geen tijd voor. Als huisarts heb ik het al druk genoeg.’ En huisartsen hébben het ook druk. Maar dan kun je helemaal niets nieuws meer doen, want het drukte-argument kun je er altijd wel in gooien.”

En van patiënten?

“Iedereen die bij mij komt, kan zien waar ik me sterk voor maak. Op mijn deur hangen stickers van de Groene Huisarts en van de Klimaatdokter. Iedereen ziet die stickers, maar er vraagt maar één keer per maand iemand naar. De meeste mensen zijn gewoon met zichzelf bezig en minder met mijn praktijkvoering. Maar je hebt ook mensen die bewust omgaan met bijvoorbeeld medicijnen. Die willen, als het even kan, geen medicijnen slikken, omdat ze dat minder duurzaam vinden.”

Minder pillen

Wat vind je daarvan?

“Daar zit zeker wat in, en het is een gesprek dat nog meer gevoerd kan worden in de spreekkamer. Ik doe dat nu nog niet vaak genoeg, omdat ik maar tien à vijftien minuten heb voor iedere patiënt. Maar ik laat wel mijn duurzame verhaal doorschemeren. En daarbij hoort ook: minder medicijnen voorschrijven. Mensen willen vaak iets hebben. Ze hebben een gezondheidsklacht en daar willen ze wat voor. Kom ik dan met de boodschap ‘u heeft niets wat ik kan behandelen, het gaat vanzelf over’, dan is dat soms een teleurstellende boodschap. Komt nog bij dat je in veel landen om ons heen een slechte dokter bent als je geen pillen geeft.”

Is dat een belangrijk punt qua verduurzaming?

“Ongeveer tachtig procent van alle medicijnen worden uitgeschreven door artsen uit de eerste lijn. Dat zijn artsen buiten het ziekenhuis: tandartsen, GGD-artsen en huisartsen. Daarvan vormen wij huisartsen de grootste groep. Dus als beroepsgroep hebben we veel effect, zowel op de gezondheidswinst van mensen als op de milieuschade door medicijnen. Dus minder voorschrijven is een route, maar ook de keuzes die we daarin maken.”

“Neem een inhalator voor astmapatiënten, die heb je in twee verschillende varianten, met behoorlijk verschillende milieuvoetafdrukken. Dan heb je als arts dus wat te kiezen. Ik denk dat we ernaartoe moeten dat op elk medicijn in de toekomst de CO2-uitstoot staat – net zoals nu op je colafles moet staan hoeveel kilocalorieën erin zitten. Dan kan ik als arts vergelijken: die middelen werken allemaal even goed en dit is hun milieubelasting. Dat zou de overheid eigenlijk aan fabrikanten moeten opleggen. Dan ben ik ervan overtuigd dat de farmaceut die als slechtste uit de bus komt, zichzelf gaat verduurzamen. Omdat zijn omzet terugloopt.”

Temperatuur op kamerniveau

Welke onderdelen van je praktijk hebben de meeste CO2-uitstoot?

“Dat rolde dus zo uit mijn analyse. De eerste grote pijler van de huisartsenpraktijk is het verkeer. Dus het woon-werkverkeer van mijn personeel, van mezelf. Maar ook het verkeer van mijn leveranciers en van mijn patiënten. Al dat gerij samen is ongeveer een derde van de uitstoot van de praktijk. Ook van de medicijnen komt ongeveer een derde, waar we het al over hadden. En de laatste derde komt van de energie die je verbruikt.”

Wat kun je daaraan doen?

“Maatregelen nemen die helemaal niet sexy zijn. Je gaat pauzeren en zet je beeldscherm uit. Je doet het licht uit en zet de airco uit. Of je zet in het algemeen de kachel minder hoog of de airco minder hard. Doe de deur dicht als je je kamer uitloopt. Allemaal van die gewoonten. Het is een beetje terug naar vroeger. Maar dit soort gedrag zorgt er dus echt voor dat je aanzienlijk minder stroom verbruikt. De grote klapper maakten we door de temperatuur in het pand niet meer centraal te regelen. We zijn dat op kamerniveau gaan doen. Dus elke medewerker die de dag begint, start de kamer gewoon koud op in de winter of warm in de zomer. De klimaatregeling moet je zelf aanzetten.”

Huisarts Dennis Pot rijdt zijn visites zo veel mogelijk op de fiets.

Martijn Beekman

Je bemoeien met de klimaatregeling… Iedereen die op een kantoor werkt, weet dat dit tot gedoe kan leiden.

“Ja, je hebt natuurlijk mensen die dit fantastisch vinden. Collega’s die thuis ook al duurzaam proberen te zijn, mensen die proberen bewust bezig te zijn. Maar er werken ook collega’s in de praktijk die dat niet zijn. Zo hebben we nu een soort strijd tussen iemand die het altijd warm heeft en iemand die het altijd koud heeft. Dat is soms ingewikkeld. Zelf probeer ik gewoon steeds een stapje verder te gaan met duurzame beslissingen, zodat het steeds normaler wordt. Want het kan ook wennen zijn, is mijn ervaring. Iemand die eerst stevig de hakken in het zand zet, merkt bijvoorbeeld na een tijdje dat achttien graden eigenlijk ook prima gaat.”

Fietsenplan

En hoe maak je vervoer duurzamer?

“Elke twee weken komt de Albert Heijn bij mij voorrijden met thee, koffie, koekjes, zeep, wc-rollen enzovoort. En dat is nog een benzineauto. Je kan bijvoorbeeld ook kiezen voor Picnic, dat elektrisch rijdt. Je kan je leveranciers er wel op uitkiezen. Hetzelfde geldt voor de afstand die je leveranciers moeten afleggen. Voor de jaarlijkse controle van de brandslangen had ik kunnen kiezen voor iemand die uit Breda moet komen rijden. Maar ik heb nu een bedrijf geregeld dat in de buurt zit. We streven naar lokale partners.”

Hoe komen je personeel en je patiënten naar de praktijk?

“Het liefste zou ik zien dat al onze dokters en assistenten op de fiets naar hun werk komen. Alleen hebben we zo’n tekort aan personeel dat ik daar helemaal niet op kan sturen. Wel proberen we met een fietsenplan mensen te motiveren om op de fiets te komen. Soortgelijk voor de patiënten: die kun je niet dwingen, maar je kan fietsen wel wat aantrekkelijker maken door ruime stallingen neer te zetten. En andersom ook, door het een beetje lastiger te maken om met de auto te komen. Door bijvoorbeeld langzaamaan parkeerplekken op te offeren voor groen of voor fietsenstallingen. Dat klinkt misschien niet zo aardig, maar ik vind het als arts ook mijn taak om een beetje voor te leven hoe het zou moeten. Mijn visites rijd ik ook zo veel mogelijk op de fiets. Daarmee geef ik hopelijk een subtiel signaal aan de patiënt.”