Jammer eigenlijk, dat de belangstelling voor pieken veel groter is dan die voor dalen. Iedereen weet hoe de hoogste berg ter wereld heet, maar wie kan uit het blote hoofd de naam van de diepste plek op aarde noemen? En dat terwijl deze Marianentrog, nabij de Marianen-eilanden in de Stille Oceaan, veel dieper is dan de Mount Everest hoog is.
De Triëste
Om precies te zijn: 10.911 meter. Tenminste, op die diepte belandden de enige mensen die ooit op die barre en boze plek zijn geweest.
In januari 1960 daalden de Zwitserse onderzoeker Jacques Piccard en de Amerikaanse marine-officier Don Walsh in de onderzeeër Triëste af in de Marianentrog. De Triëste was een nogal raar model onderzeeër: het was eigenlijk een kleine capsule die bevestigd was onder een enorme tank benzine. Benzine is lichter dan water, en het geheel zou normalerwijs dus blijven drijven. Door zeewater naar binnen te laten lopen, zakte de Triëste naar beneden. De omgekeerde weg werd afgelegd door een ballast van 13 ton ijzerkorrels af te werpen.
Na 150 meter te zijn afgedaald konden Piccard en Walsh al geen hand voor ogen meer zien door hun 20 centimeter dikke patrijspoort van plexiglas. Ze belandden in een wereld waar nooit een straaltje zonlicht was geweest. De zoeklampen van de Triëste waren de enige ‘zonnen’ die de dieren op deze diepten in miljarden jaren hadden gezien. Veel levende wezens zag het duo overigens niet.
Nadat de Triëste met een zachte plof op de oceaanbodem was neergekomen en de opgedwarrelde modder was gaan liggen, ontwaarden de ‘aquanauten’ een soort rode garnaal en een platvis van zo’n 30 centimeter groot. Niet veel dus, maar voldoende om te weten dat er zelfs op deze enorme diepte leven van enige omvang mogelijk is. Alom wordt aangenomen dat zich daar heel wat dieren schuilhouden die nog niet in de biologieboekjes staan.
Bij de reis van Piccard en Walsh, die in totaal negen uur duurde, is het tot dusver gebleven. In 1995 stuurde Japan nog wel een onbemande onderzeeër de Marianentrog in, maar mensen hebben zich op die diepten nooit meer begeven. Tegenwoordig zijn er bemande onderzeeërs in de vaart die heel diep kunnen komen, maar de Japanse ‘Shinkai’ is met 6500 meter de recordhouder. En dat is toch even wat anders dan een kleine 11 kilometer.
Voor wetenschappers zijn troggen in de oceaanbodem reuze interessant. Ze zijn ontstaan doordat schollen aardkorst vele miljoenen jaren geleden tegen elkaar botsten. De ene schol duikt dan onder de andere, en zo krijg je ravijnen die de Grand Canyon in het niet doen zinken. Ongeveer één procent van de oceaanbodem is trog. Wetenschappers willen graag weten hoe de bodems van troggen eruit zien, wat de temperatuur en de druk ter plekke is, en welke organismen er leven. Wat nou precies de diepste plek is vinden ze niet zo belangrijk. Door geluidsgolven vanaf een schip naar de bodem te sturen en de tijd te meten voordat de echo is teruggekaatst, hebben Japanse onderzoekers inmiddels vastgesteld dat er ook een plekje in de Marianentrog is met een diepte van 12.310 meter. Piccard en Walsh hadden een eindje verderop dus nog verder naar beneden gekund.
Maar met diepzee-expedities is het net als met maanreizen: je wilt er per se een keer naar toe, maar vervolgens is er economisch gezien niet echt een reden voor méér. Simpel gezegd: er valt geen geld te verdienen in een trog. En dus zijn onderzoekers de enigen die erheen willen. En onderzoekers hebben veel meer moeite om geld te verzamelen dan bedrijven. Bovendien is een reis als die met de Triëste een riskante aangelegenheid door de enorme druk die er op de capsule rust. Een te los aangedraaide moer kan fatale gevolgen hebben. Na terugkeer aan de oppervlakte werd ontdekt dat er een scheur zat in een van de patrijspoorten van de Triëste. Die was bijna bezweken onder de 10.911 meter hoge waterkolom. Al met al zou het nog wel eens een hele poos kunnen duren voordat er weer mensen afdalen in de Marianentrog. Misschien staan er nog wel eerder weer mensen op de maan. Want net als een berg kun je de maan zien; hij daagt je uit om nog eens langs te komen. De diepzee spreekt minder tot de verbeelding. En ook van die garnaal en die platvis mogen we voorlopig nog wel even wegblijven.
Mark Traa is auteur van o.a. “Hemelbestormers. Feiten en fabels over ruimtevaarders (Uitgeverij De Bezige Bij, 1997,ISBN 90-234-3699-7)